Hoe woord en beeld kunnen
samenvallen
‘Ga ééns per jaar naar een plaats waar je tevoren nog
nooit geweest bent’ luidt het advies van de
Dalai Lama en hij kan het weten, want hij is de plaatsvervangende God op aarde.
Wie zou Albert Hagenaars dan zijn, om deze wijze woorden te negeren.
Albert Hagenaars, al
van bij de geboorte met reislustige genen bedeeld, neemt het advies van de
Oosterse wijze ter harte en gaat de vier hoeken van de wijde wereld verkennen.
Als dichter, schrijver, recensent en vertaler komt hij in aanraking met vele leefwijzen
en talen en ontstaat ook een verrijkende wisselwerking en communicatie tussen
diverse culturen. Conclusie: verbreed je horizon om tot een verruimde visie te
komen.
Albert
is gehuwd met een Indonesische dame Siti Wahyuningsih, die hij, tijdens zijn
talrijke omzwervingen in Indonesië ontmoet heeft. Door deze verbintenis is
Indonesië ook zijn tweede thuisland geworden en zijn er diepgaande contacten
ontstaan met de lokale cultuur en plaatselijke kunstenaars. Op die manier heeft
Albert zo’n kleine twintig jaar geleden kennis gemaakt met de persoon en het
werk van Edith Bons. Raakpunten waren van in het begin dat Edith, geboren in
Merauke op het voormalige Nederlands-Nieuw-Guinea en op tienjarige leeftijd,
verhuisd naar Nederland, eigenlijk in dezelfde wereld van diverse culturen is
opgegroeid en beïnvloed. In Nederland zal zij Winarko Boesrie ontmoeten,
student landbouwkunde en aankomend dichter uit Surabaya die al jarenlang in het
land verbleef.
Hagenaars volgde jarenlang het werk van Edith Bons die assemblages, collages en
installaties/performances maakt en reflecteerde daar ook regelmatig over.
Initiatief tot het boek Samenval/Gabungan kwam er via contacten met het
Indonesisch-Nederlands Cultureel Centrum Karta Pusaka in Yogyakarta, waar Edith
Bons al in 1986 begon te exposeren. Het is in dit centrum dat het contact
tussen Hagenaars en Bons tot stand kwam; een contact dat later zowel in
Nederland als op Java tot verschillende vormen van samenwerking zou leiden. Het
hele verhaal van hun wederzijdse kennismaking en samenwerking wordt omstandig
uit de doeken gedaan in een nawoord, aan het einde van de bundel.
Aan de basis ligt het
plastisch werk van Edith Bons die de Academie Minerva in Groningen volgde.
Later in Yogyakarta zou zij met textiel gaan werken en schilderen. Over de
jaren heen is zij zich, in haar studio in Delft, meer gaan toeleggen op
collages en assemblages, installaties en performances. Deze zijn een reflectie
en versmelting van haar Nederlandse en Indonesische identiteit, tot een
symbiose of samenvallen van verschillende culturen.
Het werk van Edith Bons wil
mensen op een spoor zetten door een proces van associaties te tonen die
verrassend en betekenisvol zijn en tot de beschouwer kunnen doordringen. Ze
doet dit op een manier en met middelen die een exotische ondertoon laten zien
en zouden kunnen verwijzen naar Afrikaanse of Caraïbische invloeden of
Afro-Amerikaanse trekken kunnen hebben. Bons werkt veelvuldig met rijst, het
basisvoedsel in Azië, waar ook een hele symboliek achter schuilgaat. Behalve
rijst(korrels) en de ronde stip, vormen het poleng-motief – bestaande uit
zwart-witte ruiten -- een constante en terugkerend motief in haar werk.
Met de voorkennis die Albert Hagenaars had van de Javaanse cultuur rijpte
de idee om, bij het beeldend werk van Edith Bons, poëtische teksten te
schrijven, zowel in het Nederlands als in Bahasa Indonesia, die iets zouden
toevoegen aan de visuele dimensie van de werken. Op die manier werden 40
beeldende werken van Edith Bons verrijkt met gebalde teksten die tot een kern
van betekenis kunnen doordringen en iets aan het visuele kunnen toevoegen en/of
verduidelijken.
‘Wij zijn één zijn wij.
Uit ons kluwt hetzelfde
haar van begeerte en
schaamte.
Elk
kent dezelfde zonde,
zonder welke wij teloor gaan.’
De veelkleurigheid en
de donkere dimensie van het haar in het werk ‘Moulin Noir/Moulin Hitam’
zijn een mooie illustratie van de pluriformiteit van de cultuur zoals wij ze dagelijks
op straat kunnen tegen komen.
Het zou ondoenbaar zijn hier elk van de voorgestelde werken
en hun begeleidende teksten te becommentariëren. Laat me alleen stellen dat de
diepzinnigheid van de ogenschijnlijk eenvoudige beelden als teksten verder
reiken dan een oppervlakkige observatie.
‘Is wit de volste kleur?
Graaien wij daarom in
rijst
tot onze vingers korrels worden,
zich vermeerderen tot het ware
raadsel van het leven?
Zaad, kiem, halm, kiem, zaad.’
Er zit een
circulaire oneindigheid in deze diepzinnige overweging. Er komt geen einde aan
de rondgang met en van rijst, als ware het, het leven-zelf.
Een bedenking die ik mij maakte,
bij het lezen en bekijken van dit boek, is dat geen van beide kunstenaars
worstelt met de dubbele identiteit die hen eigen is. Het hebben van een
Indonesische oorsprong met Nederlandse roots of van een Nederlands paspoort,
gekoppeld aan een sterke Indonesische aanwezigheid, lijkt voor dichter en
beeldend kunstenaar geen hinderpaal of tweestrijd te zijn. Veeleer een
harmonieuze verrijking die hen toelaat meer te zien, te begrijpen en te
waarderen. In die zin is Samenval/Gabungan een uitgave die ons iets kan
leren over de veelvormigheid van de werkelijkheid waarin we leven.
De uitgave, ingeleid
door H.E. Mayerfas, Ambassadeur van de Republiek Indonesië in Nederland, en
voorafgegaan door een verklarende introductie over Edith Bons en Albert
Hagenaars door Barney Agerbeek, is bijzonder fraai uitgegeven. Het beeldend
werk van Edith Bons wordt in vierkleurendruk weergegeven en de teksten werden
in donkerrode kleur gedrukt. De uitgave is voorzien van een mooie, stevige
kartonnen kaft.
Een multicultureel juweeltje -- de tweede druk is al in voorbereiding --
voor de boekenliefhebber en diens boekenkast.
Edith Bons en Albert Hagenaars: Samenval/Gabungan,
Amazon, s.l. 2023, 112 p. : ill. ISBN 9798397846103
deze pagina printen of opslaan