Vertaald proza

BOEKEN NR. 4, APRIL 2024

Dubravka Ugrešić: Baba Jaga legde een ei

door Sven Peeters

Oude mythen en moderne gebruiken  

Samen met Slavenka Drakulić is Dubravka Ugrešić (°1949) een van de leading ladies in de Kroatische letteren. Toch zeker volgens het buitenland, waar ze met vele literaire prijzen werd getooid. Want Ugrešić en haar geboorteland hebben (hadden) op z'n zachtst gezegd een haat-liefdeverhouding met elkaar, zeker in de turbulente jaren negentig. Toen in 1991 de Joegoslavische burgeroorlogen losbarstten en Servië en Kroatië een ultranationalistische koers gingen varen, was Ugrešić een van de weinige kritische intellectuele stemmen die luidop tegen de gang van zaken protesteerde. Haar boek De cultuur van leugens (Nijgh en Van Ditmar 1995) is een ontluisterende analyse van de mechanismen van een nationalistische dictatuur, zoals Tuđman en Milošević die installeerden. Ugrešić' uitspraken werden haar niet in dank afgenomen. Ze werd publiekelijk voor landverraadster uitgemaakt en in 1993 trok de toen in eigen land al gevestigde schrijfster naar het buitenland. Tegenwoordig woont ze in Amsterdam.
 
Daarmee kwam het thema ballingschap in haar boeken terecht. Op het einde van De cultuur van leugens zit ze in Berlijn, waar ze schrijft: 'Ik heb me aangesloten bij een stam waarvan de leden op dit moment over de hele wereld zijn verspreid'. En verder: 'Want het enige ding dat werkelijk enige waarde heeft, is een goede koffer'. In 1993 verscheen al een boek met de veelzeggende titel Nationaliteit: geen (Nijgh en Van Ditmar).
 
Ugrešić schrijft speelse, postmoderne, vrouwelijke verhalen, vol literaire verwijzingen (vaak uit de Russische literatuur, haar specialiteit) die de vlotte stijl nooit hinderen. In recenter tijden verschenen erg relevante essaybundels van haar, Verboden te lezen! (De Geus 2001) over de boekcultuur, en Niemand thuis (De Geus 2007), onder andere over Europa en de Europese literatuur en over het verschil tussen Oost en West. Ze schreef ook de roman Ministerie van pijn (De Geus 2005) over een Amsterdams universiteitsklasje van ex-Joegoslavische bannelingen die samen herinneringen aan hun verloren land gaan verzamelen.
 
Baba Jaga legde een ei verscheen in 2010 als onderdeel van de De Bezige Bij-reeks 'Mythen', waarbij bekende auteurs oude mythen in een nieuw kleedje steken. Hoe pakt Ugrešić dat aan? Door in vier stappen voor een bevreemdende leeservaring te zorgen.
 
Eerst krijgen we in drie pagina's een beschrijving van 'kleine, lieve oude vrouwtjes', die eerst niet opvallen, maar als je op ze gaat letten, blijkt de wereld ervan vergeven te zijn. Het is een waarschuwing. In het tweede deel krijgen we een al te realistisch portret van de oud geworden moeder van de schrijfster (het ik-personage) -- Ugrešić' moeder kwam al eerder aan het woord in Museum van onvoorwaardelijke overgave (1997, Nijgh en Van Ditmar 2022). Omdat ze haar flatje in Zagreb niet wil verlaten, stuurt moeder haar dochter naar haar Bulgaarse geboortestad Varna, om er na te kijken wie en wat er nog overblijft uit haar jeugdjaren. Ugrešić krijgt hoe langer hoe meer tegen haar zin gezelschap van Aba, een jonge Bulgaarse slaviste die Ugrešić' moeder gezelschap houdt, Varna beweert te kennen en vooral een fan is van de schrijfster. De schrijfster ergert zich mateloos aan de kinderlijke en slaafse Aba en ook haar missie -- zoveel mogelijk foto's maken voor haar moeder -- is geen opbeurende opdracht. Eigenlijk gebeurt er niet veel in dit deel en de lezer glimlacht meewarig bij zoveel moeilijk gedialogeer tussen de schrijfster en Aba. De uitspraken en handelingen van de ziekelijke moeder zijn nu eens komisch, dan weer tragisch. Veel verder in dit boek lezen we over dit deel: 'De tekst heeft iets van een 'ziektegeschiedenis', van een anamnese van vergetelheid waarin tegelijk het hoofdthema wordt uitgewerkt: het verlies van het contact met het eigen bestaan.’
 
Het derde deel maakt het boek nog vreemder. Daarin maken we kennis met drie dames op leeftijd, Beba, Kukla en Pupa, die zes dagen doorbrengen in een chique Tsjechisch kuuroord. Daar ontmoeten ze allerlei figuren, avonturiers die men gewoonlijk aantreft in ex-socialistische transitielanden: Mr. Shake 'behoorde tot de "mensen van onze tijd", tot de juiste mensen op de juiste plaats en het juiste moment, waarmee onze huidige wereld overbevolkt is geraakt', een verkoper van lucht, iemand die 'even aan de postcommunistische markt [kwam] snuffelen'; Dr. Topolánek met z'n revolutionaire dromen: 'alleen speelde zijn revolutie, anders dan die van zijn ouders, zich af op een aanzienlijk lucratiever, mooier en zachter terrein: het menselijke lichaam'; Mevludin, een jonge Joegoslaaf uit Bosnië, die aan een Servische granaatinslag een eeuwige erectie overhield en nu in het kuuroord masseur van dienst speelde, met diensten als 'Massage à la Süleyman the Magnificent'; en een klein vreemd Chinees meisje Wawa, dat sommige woorden en zinnen achterstevoren uitspreekt.  
 
Ondertussen houdt de auteur met rijmpjes, genre 'terwijl het leven afdrijft met de stroming mee, zet dit verhaal koers naar open zee', het verhaal strak in het gareel en de lezer stelt zich uiteindelijk nog maar één vraag: hoezo? Een opeenvolging van vreemde sterfgevallen en dei ex machina maken het er het allemaal niet zo duidelijk op. En toch blijft Ugrešić onderhoudend in de conversaties, de uitweidingen over het communisme, de transitieperiode, het oude Joegoslavië, over man-vrouwrelaties, over ouder worden en de al te menselijke obsessie met jeugd en schoonheid. Haar personages zijn bovendien stuk voor stuk goede verhalenvertellers.
 
Komen we ten slotte bij het vierde deel, dat begint met een brief aan de redacteur die, net als de lezer, niet goed wist wat hij met de bovenvermelde delen aan moest en dus dr. Aba Bagay, specialiste in Slavische folklore, aanschreef met de vraag om verduidelijking. Die begint alvast met de nuchtere mededeling: 'als u echter even gegoogeld had...'. De lezer had al uit de achterflap begrepen dat Baba Jaga de heks uit de Slavische mythologie is die kinderen kidnapt en in een hutje woont dat op kippenpoten staat. Maar opdat we de eerste delen des te beter en anders zouden kunnen lezen, voegt dr. Aba Bagay (anagram van Baba Yaga) aan haar brief een uitgebreid hoofdstuk 'Baba Jaga voor beginners' toe. Dit niet zonder enkele wenken aan de lezer in haar brief zoals 'vanuit literair oogpunt is elke interpretatie als "legaal" te beschouwen. De literatuur kent geen goede of minder goede interpretaties, maar alleen goede en minder goede literaire werken.' En: 'het is aan u om dat te ontdekken'.
 
In 'Baba Jaga voor beginners' wordt de lezer (bewust) overstelpt met informatie over oorsprong, variaties, attributen, overleveringen van de mythe-Baba Jaga. Al dan niet expliciet wordt er bij wijze van illustratie verwezen naar de bovengenoemde delen van deze veellagige roman.
 
Maar hier gebeurt iets interessants. Plots wordt de wetenschappelijke tekst ook een aanklacht tegen allerlei uitwassen in deze moderne tijden die de vrouw vernederen en discrimineren. Heel slim legt de auteur verbanden tussen de oude mythen en moderne gebruiken. Ze geeft een rist voorbeelden van actuele verschijningen en interpretaties van oude mythologische elementen: de anti-Baba Jaga-industrie van de cosmetica en plastische chirurgie; van het drinken van bloed door heksen tot het verjongen van het lichaam door algehele bloedtransfusies; van de vagina dentata tot het Zuid-Afrikaanse antiverkrachtingscondoom Rape-aXe; van heksenklauwen tot dure manicure, van kromme heksenneuzen tot neuscorrecties.
 
Een opgekropte woede komt ten slotte in een prachtige finale tot explosie. Het is een opruiend startschot dat weerklinkt van Afghanistan tot de Amerikaanse pornostudio's. Op de laatste bladzijden leest men ook: 'In de terminologie van onze tijd kan Baba Jaga een "dissidente" worden genoemd, een verstotene'. Volgens Wikipedia werd Dubravka Ugrešić in de jaren negentig door de nationalistische media van haar land meer dan eens een heks genoemd...
 
Dubravka Ugrešić: Baba Jaga legde een ei, Nijgh en Van Ditmar, Amsterdam 2024, 371 p. ISBN 9789038802671. Vertaling van Baba Jaga je snijela jaje door Roel Schuyt. Distributie L&M Books
 
Oorspronkelijk verschenen in De Leeswolf 2010

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri