Nederlands proza

BOEKEN NR. 4, APRIL 2024

Joost de Vries: Hogere machten

door Jooris van Hulle

Wat op het eerste gezicht een roman lijkt over een onmogelijke liefde – onmogelijk dan omdat het tijdsgewricht de geliefden uit elkaar drijft – wordt door de aanpak van Joost de Vries een overtuigend en wervelend geheel waarin de lezer op elk moment weer zijn weg moet zien te zoeken. De Vries neemt duidelijk het heft in (eigen) handen, dit onder meer door auteursinterventies die er, waar hij het nodig acht, op wijzen dat hij de touwtjes strak in handen wil houden. Zo noteert hij, als het gaat om de eerste ontmoeting tussen James Welmoed en Elisabeth Van Elzenburg:  

‘Dit is dan de dag waarop het gebeurt. Het laat zich het beste vertellen in de tegenwoordige tijd, want in zekere zin is dit zo’n gebeurtenis die nooit ophoudt, de echo klinkt door, later in zijn leven zal hij ernaar blijven terugkeren.’
 
En het direct erop volgend hoofdstuk opent zo: ‘Nu vanuit haar perspectief.’ Al even nadrukkelijk manifesteert de schrijver zich in een passus als deze:
 
‘De contouren van een cast tekenen zich af. Elisabeth, Welmoed. De baron en de barones op, Klein Baarn. Welmoeds ouders. Connie is onderweg. Luitenant Hulst groeit mee in de schaduw van het verhaal. Vanessa Soames komt nog, Julian Newman laat een paar jaar op zich wachten, al is het ontstellend hoe klein zijn rol in het geheel is.’
 
Handig speelt De Vries hier een spel van recapituleren (de lezer is ondertussen op de hoogte van de romance tussen James en Elisabeth) en vooruitblikken (als het gaat om personages die pas verder in het verhaal hun opwachting zullen maken). Meteen schept De Vries het kader voor zijn roman die grosso modo het overgrote deel van de voorbije eeuw omspant. Het verhaal neemt een aanvang in het eerste decennium van de 20ste eeuw, wanneer James Welmoed, vijfenhalf jaar oud, aan de hand van zijn moeder voet aan wal zet in Engeland om zijn stervende grootvader bij te staan. Wat hem blijvend zal tekenen in deze periode, zijn de pesterijen op school, zeker omdat hij de taal niet beheerst. Allerminst verrassend is dan de typering zoals te lezen valt bij aanvang van het tweede hoofdstuk:
 
‘Als je de volwassen Welmoed zou moeten beschrijven, is ‘solitair’ een woord dat zich aandient. ‘Autonoom’ is mooier.’
 
De lezer wordt mee de wendingen van de 20ste eeuw binnengetrokken: de periode van de ‘kolonisatie’ van Nederlands Indië – James is er als hoge diplomaat tewerkgesteld in Bandoeng, en daar zal hij Elisabeth ontmoeten), de Tweede Wereldoorlog en de rol die hij in Londen en Den Haag zal spelen aan de zijde van prins Bernhard, de Suez-crisis en zijn inzet om de zoon van Elisabeth ter hulp te komen… Het zijn de ijkpunten uit de ‘grote’ geschiedenis die mee bepalen hoe het de ‘kleine luyden’ alles bij mekaar verloopt.
 
Joost de Vries laat zijn liefdesverhaal op die manier breed uitdijen: hoe de relatie tussen James en Connie vastloopt, hoe het Elisabeth van Elzenburg, die zich liever Louise laat noemen en als schrijfster enige naam en faam heeft verworven, vergaat in haar huwelijk met de schilder Julian Newman en hoe haar bekommernis om haar kinderen mee de plotwendingen dirigeert… Tussendoor, zowat als relativerende pendant in het licht van de wereldgebeurtenissen, is er het verhaal van James’ ordonnans Hulst, wiens seksuele zelfmutilatiespelletjes met knaapjes op het net niet gepaste moment de affaire tussen James en Elisabeth komen verstoren…
 
De Vries weet zijn personages trefzeker te typeren. Meerdere keren heb ik tijdens mijn lectuur zinnen aangestreept die laten zien hoe subtiel De Vries omgaat met taal. Over de grootvader bijvoorbeeld in het openingshoofdstuk: ‘In zijn grootvaders ogen zit een scheutje melk’. Of over de moeder van Elisabeth: ‘Haar gebiedende wijs, haar distinctiedrift, het arctische landschap van de emoties van deze vrouw. Niets kon erin groeien.’ Of over het gezicht van Hulst: ‘er zaten nog steeds kringen in zijn huid, alsof mensen vergeten waren onderzettertjes te gebruiken.’ Bewijzen ten overvloede van het uitzonderlijke schrijftalent dat Joost de Vries is en blijft.
 
Joost de Vries: Hogere machten, Prometheus, Amsterdam 2024, 317 p. ISBN 9789044653991. Distributie L&M Books 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri