‘Het is een
klif, loser zijn’
Het was in de jaren 1990, in Lee
County, Zuid-West Virginia. Een 18-jarig meisje ligt op de vloer van haar
trailer en baart in een ‘naar hondenadem ruikende nazomer’ een zoon. Of
misschien is het beter om te zeggen dat de jongen zichzelf ter wereld brengt,
want moeder is bewusteloos van de lading whisky die ze de hele dag door al
gedronken had om de ergste pijn te stillen, gecombineerd met speed om wakker te
blijven ‘om door te kunnen drinken en wat Vicodin [opioïdenmedicijn tegen
pijn] voor als het haar allemaal
een beetje te veel wordt.’ Als de buurvrouw eens komt kijken hoe het
alleenstaand moedertje het stelt, vindt ze haar tussen de junk, met het kind al
‘half buitengaats […] Een glibberige, viskleurige gegijzelde aan wie het vuil
van het zeil blijft plakken’.
Het zijn de woorden van Damon Fields, die de bijnaam Demon
Copperhead draagt. Hij schrijft op advies van een hulpverlener zijn
levensverhaal neer. Het is bedoeld als therapie om na te gaan hoe zijn leven zo
in het slop is geraakt en om zijn trauma’s te verwerken. Hij heet ‘Demon’
vanwege zijn pittige persoonlijkheid, ‘Copperhead’ vanwege het rode haar dat
hij van zijn vader, een Melungeon red hair, geërfd heeft. Maar een copperhead
is ook een giftige slang. Een bijnaam met een dubieus portee dus, maar zo doen
ze dat in Lee County. Demons buurjongen wordt Maggot genoemd, er is een
Swap-Out, een Fast Forward, een Tommy Waggel... Allemaal niet slecht bedoeld
hoor. We zijn in de Appalachen, in het rioolputje van de VS, compleet
verpauperd gebied, leeggeroofd door de kolen- en houtindustrie. Het is land van
de hillbillies, de rednecks en andere zogenaamde losers, de mensen die Hillary
Clinton zo inlevend ‘a basket of deplorables’ noemde in haar
verkiezingscampagne voor het presidentschap.
Moeder doet haar stinkende best om er te zijn voor haar
kind, wordt zelfs ‘een expert in afkicken’ en bekijkt haar laatje vol
AA-erepenningen ‘als een draak zijn schat.’ En toch is haar best niet goed
genoeg. Voor Demon gaat het stijl bergaf wanneer ze trouwt met Stoner, een
hardhandige biker die Demon wel eens manieren zal bijbrengen. Hij voert in zijn
wifebeater, de gelaarsde voeten op tafel een terreurbewind uit. Demon
tracht onzichtbaar te zijn:
‘het leek of ik er niet meer was. Alleen maar een stille
jongen die op me leek, met een beest vanbinnen dat wachtte tot de in hem
opgebouwde woede als een gamma warrior zou uitbarsten.’
En dat gebeurt. Resultaat, Demon
wordt met goedkeuring van zijn mama ondergebracht in een pleeggezin, daarna in
nog een en nog een. Al die pleegouders buiten de hun toegewezen kinderen uit en
wachten gretig de cheque af die ze maandelijks van de overheid ontvangen voor het
heilzaam maatschappelijk werk dat ze verrichten. Een van de pleegkinderen op de
eerste plek waar Demon terechtkomt – een oude boer die hun jonge fysieke kracht
gebruikt om zijn boerderij te laten draaien – laat hem kennismaken met dope. Er
gaat een pet rond met pillen à volonté. Demon is dan 10 jaar en op weg naar een
verwoestende verslaving.
We zijn nog maar op pagina 83 van
de 542 en je denkt dat het dieptepunt van de ellende zowat bereikt is. Demons advies
luidt: ‘denk dat nooit.’
‘Het is een klif,
loser zijn. Eenmaal over de rand is er geen weg meer terug.’
Er volgen weliswaar ook een paar
perioden waarin het Demon beter gaat. Door bemiddeling van zijn oma kan hij
zijn intrek nemen bij coach Winfield en hij boekt succes in het voetbalteam van
de school. Tot hij vanwege een knieblessure uitvalt en royaal pijnstillers
krijgt voorgeschreven. Om met zijn ook verslaafde, zwangere vriendin Dori rond
te komen zet hij een handeltje in pillen op. Hij neemt wat ze zelf nodig
hebben, gaat met de rest op zoek naar een sukkel met ontwenningsverschijnselen,
die ze koopt aan welke prijs ook.
Lee County ligt in de Appalachen, waar de mijnbouwbedrijven
het hele gebied opkochten voor exploitatie. Niet alleen het land, ook de
ziekenhuizen, de scholen, gerechtsgebouwen waren allemaal eigendom van het
bedrijf. Het werk in de ondergrondse mijnen was levensgevaarlijk, de open
mijnbouw, waarbij men de top van bergen wegblaast met explosieven om
tegen een zo laag mogelijke kost aan de steenkooladers te geraken, zorgde voor
ernstige gezondheidsproblemen voor de omwonenden. Maar wie niet in de mijn wilde werken hád geen werk,
ook daar zorgden de bedrijven voor. Al wat de mijn niet ten goede kwam – zoals
educatie en ziekenzorg – lieten ze verkommeren. Dus toen het land was leeggeroofd
en de zakken van de industriëlen rijkelijk gevuld, bleef er in een in elk
opzicht verminkt land voor de mensen geen leven meer over.
‘Alles wat er te halen viel is
verdwenen. Bergen waarvan de top is weggeblazen, rivieren met zwart water. Onze
mensen zijn uitgeput van al hun pogingen of het gaat die kant op, verslaafd als
we zijn aan het in leven blijven. Er is geen bloed meer om te geven, er zijn
alleen nog oorlogswonden. Waanzin. Een wereld vol pijn, die op het punt staat
om om zeep te worden geholpen.’
Het door de politiek vergeten, economisch uitgebuit land
met een gebrekkige gezondheidszorg, in een gebied waar onevenredig veel mensen
met zware gezondheidsproblemen en chronische pijn kampen, was voor de
farmaceutische bedrijven in de jaren 1990 een uitgelezen plek om met hun opiaten
andermaal groot geld te verdienen. Demon kent niemand van zijn leeftijd die
niet aan de pillen is, zelf snakt hij doorlopend naar de volgende oxy. Dat is
de verslavende pijnstiller OxyContin van Purdue Pharma,
die agressief gepromoot en gul en onnodig voorgeschreven werd. Verslaving aan opioïden heeft de bevolking in
die regio gedecimeerd, een hele generatie kinderen groeit verweesd op want hun
ouders zijn dood, disfunctioneel of zitten in de gevangenis. De ene verwoesting
volgde de andere op.
Demon
doet zijn grimmige verhaal met een enorme drive, soms woedend, met bijtende
humor, soms met een opmerkelijk zachte stem. In een kleurrijke
woordenstroom voeren fatalisme en veerkracht een opmerkelijk duel. De lectuur
is indrukwekkend, geanimeerd en wurgend tegelijk, de plastische taal laat je
geen ontsnappingsruimte. Demons vastberaden stem houdt je aan de bladzijden
gekluisterd, hoewel er momenten zijn
waarop het lezen over de onzeglijke miserie, die ook nog rechtstreeks op de
realiteit geënt is, bijna te moeilijk wordt om door te gaan.
Demons
verhaal is dat van miljoenen door politiek en maatschappij achtergelaten mensen.
‘Een bedorven stuk van de
Amerikaanse taart’ waarvan iedereen wilde dat het er gewoon niet was. Kingsolver plaatst het probleem van de dodelijke pillenepidemie in de
ruime context van institutionele verwaarlozing, in een land waar de hoop op een
ander leven lang vervlogen is. Ze vermeldt in haar dankwoord Charles Dickens’ David
Copperfield, dat als blauwdruk voor Demon Copperhead diende, maar de
parallellen met de victoriaanse roman zijn ook zo wel duidelijk, te beginnen
met de titel, de verhaallijn, personages als Fast Forward (James Steerforth),
U-Haul Pyles (Uriah Heep), Dori (Little Dorrit) etc. Kingsolver heeft Dickens roman
volledig en getrouw vertolkt naar de problematiek van vandaag in de regio waar
ze zelf vandaan komt. Het is een schitterende roman waarvoor ze zeer terecht veelvuldig
bekroond werd: de James Tait Black Prize for Fiction 2022, de Women's prize for fiction 2023
en de Pulitzer Prize 2023.
Barbara Kingsolver: Demon Copperhead, Meulenhoff, Amsterdam 2024, 543
p. ISBN 9789029098656. Vertaling van Demon Copperhead door Monique Ter Berg en Jetty Huisman. Distributie Lannoo
deze pagina printen of opslaan