Voor Désanne van Brederode
(1970), schrijfster, filosofe en columniste, is elke roman weer een
onderzoeksproject. In Vallende vorst
neemt ze, niet voor het eerst, de dynamiek tussen loyaliteit en verraad onder
de loep. Ze roept daarvoor drie mannen in het leven: Caspar, Melchior en
Balthasar. Hun naamgenoten uit de Bijbel wisten feilloos tekenen te
interpreteren en er hun koers naar Bethlehem op af te stemmen. Met een beetje
goede wil zou je kunnen stellen dat de drie romanpersonages, die elkaar
weliswaar niet kennen, ook koningen zijn in het analyseren, zij het dan vooral
in hun beroep of vakgebied. De leugens waarop hun eigen bestaan is gestoeld,
zien ze niet, of te laat.
Melchior, een chemicus die
populariserende boeken schrijft over scheikunde, redt kort nadat hij door zijn
vriendin werd verlaten, een motorrijder van de verdrinkingsdood. Na die
heroïsche daad laat hij zich door de man inpakken, ook al is die in bijna alles
zijn tegenpool. Een gevoel van ontrouw aan zichzelf en een groeiende
achterdocht tegenover de opdringerige Jos zal de vriendschap doen ontsporen.
Na een carrière als parlementair verslaggever gooit
Balthasar, die bekendstond als onkreukbaar en neutraal, zijn leven over een
totaal andere boeg door zich in te zetten voor Syrische vluchtelingen. Bijna
gelijktijdig zijn de dagen van zijn huwelijk geteld. Door een gewaagde
financiële operatie is bovendien zijn vriendschap met een van de leden van de
humanitaire organisatie ten dode opgeschreven.
Tot
slot is er Caspar, die het woelen in zijn eigen leven vermijdt door zich op het
drama in dat van zijn hartsvriendin te concentreren. Hij wil namelijk een roman
schrijven over wat het met haar doet, dat haar echtgenoot vijf van hun zestien
jaar samen een minnares had en met haar een kind kreeg. Gaandeweg komt Caspar
erachter dat zijn eigen huwelijk pijnlijke gelijkenissen vertoont met het hare.
Désanne van Brederode toont aan hoe ontrouw en verraad
een mens tot in zijn diepste wezen raken. Wie bedrogen wordt, ziet zijn
eigenwaarde aangetast en moet in het reine komen met een leven dat gebaseerd
was op onwaarheden. Na de eerste schok worstelen de hoofdpersonen ook met hun
eigen rol in wat er gebeurde en vragen ze zich af of ze het hadden kunnen zien
aankomen en dus verhinderen.
De
schrijfster maakt haar punt in twintig hoofdstukken, waarin ze Melchior,
Balthasar, en Caspar (plus zijn goede vriendin) afwisselend naar voren schuift.
Al lijken zij en hun aanhang soms elkaars positie in te nemen, het blijft een
opzet die je verplicht om voortdurend te schakelen. Actuele wereldproblemen
worden tussendoor als ballonnen opgelaten, alleen op het aanhoudende conflict
in Syrië wordt iets dieper ingegaan. In die context komt tevens het
‘overspelige’ gevoel aan bod dat een vluchteling kan ervaren tegenover zijn
vaderland. Conclusie: veel reflectie, weinig doorlopend verhaal, en daarenboven
een slot dat heel kort door de bocht gaat.
Amsterdam
: Querido, 2015, 352 p. ISBN 9789021458830
deze pagina printen of opslaan