Vierhonderd jaar geleden
stierf de Engelse toneelauteur William Shakespeare (1564 (doopjaar)-1616),
aanleiding voor een uitgebreid aanbod van publicaties over de plas, waarvan een
handvol bij ons vertaald worden. Een eerder aangekondigd boek over Shakespeare
van de Britse brulboei en buitenlandminister Boris Johnson lijkt afgevoerd in
het spoor van de Brexit-ontwikkelingen.
Neil McGregor, gewezen directeur van de National Gallery en
het British Museum (beide in Londen), houdt voorlopig de fakkel brandende. Hij
schreef eerder de bestseller A History of
the World in 100 Objects (vert. Een
geschiedenis van de wereld in 100 voorwerpen). In Shakespeare’s Restless World (vert. Shakespeare’s rusteloze wereld) gaat hij aan de slag met twintig
voorwerpen om in evenveel hoofdstukken een ‘verassende geschiedenis’ van de
wereld van Shakespeare en zijn tijdgenoten te schetsen.
Gezien de teksten ook geschreven werden voor de radio, zijn
ze zeer raak en helder geformuleerd. Het voordeel van de geïllustreerde
gebonden uitgave is dat de beschreven voorwerpen sterker in beeld komen en een
wisselwerking met de tekst kunnen aangaan. Shakespeare mag dan een van de meest
bestudeerde literaire auteurs zijn, over zijn privéleven is weinig geweten,
zodat de wereld van zijn tijdgenoten een veel bewandelde weg is om een beeld te
krijgen van zijn persoonlijke leefwereld.
Wanneer Shakespeare ca. 1589
zijn carrière als toneelschrijver begon met Henry
VI, was het gros van zijn collega’s universitair geschoold. Dat uitgerekend
een acteur (een van die ‘puppets […] that spake from our mouths’) zonder
opleiding (hij liep tot zijn veertiende school op het platteland) de rangen van
toneelschrijvers vervoegde, schoot bij de auteur Robert Greene (1558-1592) in
het verkeerde keelgat: hij beschouwde William als een ‘upstart young crow’ die
de toneelstukken van zijn collega’s plunderde voor eigen gebruik.
De grote output van gelijkaardige toneelstukken tijdens de
Elizabethaanse periode en het gebrek aan accurate datering maakt het moeilijk
om vast te stellen wat Shakespeare juist aan zijn tijdgenoten ontleende. Dat
zijn toneelstukken beïnvloed werden door die van zijn collega’s staat echter
buiten kijf. Vooral het werk van Thomas Kyd (1558-1594) en Christopher Marlowe
(1564-1593), de pioniers van de Elizabethaanse tragedie, blijft in Shakespeares
oeuvre doorzinderen. Met het vacuüm dat na hun vroegtijdige dood ontstond,
kreeg hij de ruimte om in communicatie met hun werk zijn eigen originele stem
te smeden.
Toen Shakespeare op 52-jarige
leeftijd stierf, zou hij zelf niet één van zijn toneelstukken gepubliceerd
hebben, maar circuleerden er wel een aantal quarto-uitgaven. De overlevering
van zijn werk zoals we het nu kennen, danken we echter grotendeels aan de
acteurs John Hemminges en Henry Condell (samen met Shakespeare mede-eigenaars
van het toneelgezelschap King’s Men), die postuum 36 toneelstukken verzamelden
in The first folio (1623) als
eerbetoon aan hun overleden collega en om er een flinke stuiver aan te
verdienen. De versie van de folio-uitgave wijkt af van die uit de
quarto-uitgaven, vooral wat King Lear
betreft.
Sinds 1986 vindt de idee
doorgang dat Shakespeare met anderen samenwerkte bij het schrijven van een
aantal toneelstukken. Toen ging het om 8 van de 39 toneelstukken. Het
doorgedreven internationale onderzoek naar het auteurschap van zijn werk maakte
dat speculaties rond het auteurschap van de toneelstukken (namen als
Christopher Marlowe en Francis Bacon circuleerden als de man achter
Shakespeare) naar de prullenmand werden verwezen. Uitgebreid academisch
onderzoek met gebruik van de nieuwste technieken toont aan dat er wel op
grotere schaal samengewerkt werd tussen auteurs dan eerder gedacht. Van de
andere kant werd dankzij het onderzoek nieuw materiaal (gedeeltelijk)
toegeschreven aan Shakespeare. Vandaag staan voor 17 van de 44 Shakespeare-toneelstukken
ook andere auteurs vermeld op de titelpagina.
Met die ontstaansgeschiedenis in
het achterhoofd lijkt het verjaardagsproject van de Hoghart Press om bekende en
goedverkopende auteurs een romanversie van de toneelstukken te laten schrijven
een passend eerbetoon. Shakespeare werd voor het toneel en de film al vaker
naar een moderne context vertaald, en heel wat fictie auteurs hebben al eerder
met het nalatenschap van Shakespeare en zijn tijdgenoten geworsteld. Een
postume literaire samenwerking op grotere schaal kan een bredere aandacht voor
het werk van Shakespeare alleen ten goede komen.
Dit project doet onvermijdelijk
denken aan de uitgebreide reeks hervertellingen van mythen door bekende auteurs
bij uitegeverij Canongate. En daarmee samenhangend rijst de vraag hoeveel
toneelstukken in romanvorm in het Engels zullen verschijnen en hoelang de
vertalingen blijven volgen (van de 18 Engelse titels in de Myth Series werden er uiteindelijk 12 bij ons vertaald). Hogarth
Press heeft tot nu toe acht uitgaven aangekondigd, waarvan er vier uitgegeven
zijn en vertaald bij Nijgh & Van Ditmar. Jeanette Winterson mocht de spits
afbijten, gevolgd door Howard Jacobson, Ann Tyler en Margaret Atwood. Lente
2017 worden er nog Engelse uitgaven verwacht van Jo Nesbo en Tracy Chevalier,
terwijl de (voorlopig?) laatste twee romans (Edward St. Aubyn en Gillian Flynn)
voor 2018 en 2021 gepland staan.
Samen vormen ze een Shakespeare krans van acht
toneelstukken, gevlochten uit The Winter’s
Tale, The Merchant of Venice, The Taming of the Shrew, The Tempest, Macbeth, Othello, King Lear en Hamlet. Of er daarna nog zullen volgen blijft een vraagteken. En of
de nummers vijf en zes bij ons in vertaling zullen verschijnen zal pas in het
zomer/herfst- aanbod duidelijk worden. De laat geprogrammeerde Hamlet van Flynn
zal in elk geval concurrentie krijgen van de recent verschenen roman van Ian
McEwan Nutshell (vert. Notendop), die vol verwijzingen naar
Hamlet zit.
Door
Jeanette Wintersons adoptieachtergrond speelt het stuk The Winter’s Tale een belangrijke rol in haar leven en werk. In The Gap of Time (vert. Gat in
de tijd) volgt Winterson thematisch en structureel het origineel in een
modern verhaal. In Londen verdenkt Leo zijn vrouw MiMi van een relatie met zijn
beste vriend Xeno. Hij verstoot zijn babydochter Perdita, die op weg naar haar
vermeende biologische vader in de VS te vondeling gelegd wordt. Perdita groeit
gelukkig op bij haar pleegouders. Maar wanneer ze verliefd wordt op Zel, de
zoon van Xeno, komt het geheim van haar afkomst bovendrijven. Een verstrengelde
psychologische roman die een aantal ethische kwesties aankaart.
Howard Jacobsons
joodse achtergrond wordt snel in verband gebracht met het antisemitistische
toneelstuk The Merchant of Venice.
Gelabeld als de Engelse Philip Roth, blinkt deze zelfverklaarde joodse Jane
Austen uit in zwarte humor. In Shylock is
my name (vert. Shylock is mijn naam)
volgen we de rijke kunstverzamelaar en filantroop Simon Struljovitsch die
gebukt gaat onder de beroerte van zijn vrouw en de ontsporing van zijn
vroegrijpe dochter. Bij een bezoek aan het graf van zijn moeder ontmoet hij
Shylock die zijn vrouw begraven heeft en zich ook zorgen maakt om zijn dochter.
Struljovitsj en zijn dubbelganger Shylock ontwikkelen een opmerkelijke
vriendschap, terwijl de manipulatieve Plurabelle en haar kompaan D’Anton in een
contrasterende wereld van plastische chirurgie en dure feestjes een pond vlees
op het oog hebben…
Met Anne Tyler en Margaret Atwood verplaatsen we ons naar bekende auteurs
uit de Verenigde Staten en Canada. Tyler, gespecialiseerd in disfunctionele
familierelaties had bij The Taming of the
Shrew altijd het gevoel dat er een andere kant van het verhaal was. In de
speelse komedie Vinegar Girl (vert. Azijnmeisje) is Kate de huishoudsloof
van haar vader, een excentrieke wetenschapper, en haar half zo oude zusje. Haar
studie en vrienden heeft ze moeten opgeven, wat haar verzuurd en tactloos
maakt. Wanneer haar vader haar aan zijn Russische assistent wil koppelen, zodat
die in de VS kan blijven, gaat Kate dwars liggen. Uiteindelijk gaat ze in het
verhaal mee, maar op haar eigen voorwaarden zodat ze haar leven een nieuwe
wending kan geven.
Margaret Atwoods zin voor metier maakt dat ze in opgelegde proeven altijd
boven de concurrentie weet uit te stijgen. Zij koos voor The Tempest met de opvallend atwoodiaanse titel Hag-Seed (vert. Heksengebroed). Hier volgen we Felix Phillips, een experimentele
theaterdirecteur die door het verraad van zijn assistent Anthony Price aan de
kant werd geschoven. Na twaalf jaar ballingschapschap als kluizenaar in een
boshutje, belaagd door de herinneringen aan zijn verloren dochter Miranda,
krijgt hij een kans voor revanche. Hij pikt de draad weer op bij zijn
onvoltooide productie van The Tempest
wanneer hij een theatercursus opzet in een plaatselijke gevangenis. Phillips’
vijanden (intussen opgeklommen tot ministerposten) zullen aanwezig zijn bij de
première. Hij gebruikt de criminele talenten van de gevangen in een superieur
spel van illusie en werkelijkheid.
Ian
McEwan speelt eigenlijk buiten competitie omdat hij geen deel uitmaakt van het
Hogarth Shakespeare project, wat hem een grotere vrijheid geeft om zijn ding te
doen. In Nutshell (vert. Notendop) gaat het om een moderne
variant op het toneelstuk Hamlet.
Hamlet van dienst is een ongeboren foetus die bijna uitgerekend is. Zijn moeder
Trudy leeft gescheiden van vader John in het grote herenhuis om elkaar meer
ademruimte te geven. Wanneer ze een relatie begint met diens viriele broer
Claude, krijgt de foetus lucht van hun snode plannen om zijn vader te
vergiftigen en het dure herenhuis te verzilveren. In een uitgebreide monologue
interieure reflecteert het ongeboren kind met uitzonderlijke wereldwijsheid
over een manier om de plannen te dwarbomen. De shakespeareaanse hamvraag ‘To
be, or not to be: that is the question’ krijgt een verrassende twist in deze
satirische Hamlet.
Neil MacGregor: Shakespeare’s
rusteloze wereld, Hollands Diep Amsterdam 2016, 336 p. : ill. ISBN 9789048831173.
Vert. van: Shakespeare’s Restless World door Pon Ruiter. Distributie: L&M
Books
Jeanette
Winterson: Het gat in de tijd, Nijgh & Van Ditmar Amsterdam 2015, 285 p.
ISBN 9789038800967. Vert. van: The Gap of Time door Lidwien Biekmann.
Distributie: L&M Books
Howard Jacobson: Shylock is mijn naam, Nijgh & Van
Ditmar Amsterdam 2016, 318 p. ISBN 9789038801681. Vert. van: Shylock is my Name
door Lidwien Biekmann. Distributie: L&M Books
Anne Tyler: Azijnmeisje, Nijgh
& Van Ditmar Amsterdam 2016, 211 p. ISBN 9789038802121. Vert. van: Vinegar
Girl door Marijke Versluys. Distributie: L&M Books
Margaret Atwood: Heksengebroed,
Nijgh & Van Ditmar Amsterdam 2016, 335 p. ISBN 9789038800967. Vert. van:
Hag-Seed door Lidwien Biekmann. Distributie: L&M Books
Ian McEwan: Notendop, De
Harmonie Amsterdam 2016, 191 p. ISBN 9789463360005. Vert. van: Nutshell door
Rien Verhoef. Distributie: Vrijdag Boeken
deze pagina printen of opslaan