Nederlands proza

BOEKEN NR. 7, JULI 2017

Atte Jongstra: Het fluïde tijdperk

door Jo Vanderwegen

'Vloeibaar denken, daar moeten we allemaal naar toe', aldus Atte Jongstra in zijn jongste essaybundel. We moeten naar een tijdperk waarin de mens zich empathisch, 'medewerkend aan het collectief' opstelt. Hoe we dat onderwerp kunnen benaderen, toont hij in Het fluïde tijdperk: als je verandert in de loop van je leven, wat blijft er dan nog over van je identiteit?

Jongstra neemt het voorbeeld van het schip van Theseus, de Griekse held die middels zijn boot ontsnapte van het eiland Kreta. Om het rot in de scheepshuid tegen te gaan besloot men elke dag één plank te vervangen. Vraag is dan natuurlijk: hebben we aan het einde nog te maken met hetzelfde schip?

Moeiteloos kan deze handelswijze, deze vraagstelling toegepast worden op het menselijk denken, aldus de schrijver. Net zoals een identiteit bepaald wordt door de vloeiende wereld daaromheen, kan het schip niet zonder water. Meer nog, zo vraagt Jongstra zich af, 'zijn schip en water één?' De vraag stellen is ze beantwoorden, en de meest recente winnaar van de Constantijn Huygensprijs (voor zijn gehele oeuvre) doet dat in ruim 35 boeiende essays die ruwweg zijn opgedeeld in de hoofdstukken Het schip, Zelf, Water en Wandelen.

Onder het kopje Medewerkers vinden we een uitgebreid personenregister terug. Grote thema's zijn, zoals de ondertitel van het boek al aangeeft, beeldende kunst, identiteit en ondernemen. Moeiteloos springt Jongstra in het boek van het ene naar het andere onderwerp: van het thema identiteit als je in de Belgische enclave Baarle-Hertog bent geboren, zoals zijn geliefde Erminie; over druiventrossen, zoals afgebeeld in het werk van Franse barokke schilder Nicolas Poussin; naar 'de besloten tuin als zelfbeeld'.

Als encyclopedist brengt hij al associërend beelden, ideeën en persoonlijke (jeugd)herinneringen met elkaar in verband. Dat doet hij buitengewoon geestig. Hij hanteert dezelfde methode als in zijn debuut, De psychologie van de zwavel (1989): het anekdotisch oplepelen van allerlei wetenswaardigheden, waarbij de lezer zichzelf voortdurend de vraag stelt of het nu om fictie of non-fictie gaat.

Zo stelt Jongstra een onderzoek in naar de “historische steunbehoefte van de wandelaar” – op stap in de rollatorjungle dus (het onderwerp kwamen we overigens al eens tegen in Klinkende ikken) De schrijver komt zo in een vermakelijk betoog via de rapgroep Osdorp Posse uit op de Brabantse vijftiende-eeuwse schilder Jheronimus Bosch als peetvader van de rollator, gezien een aantal details van het instrument op schilderijen als De verzoeking van de heilige Antonius. Het fluïde tijdperk zit boordevol interessante weetjes, waarbij de lezer terechtkomt in tot dusver onbekende werelden. Atte Jongstra heeft daarbij bijzondere aandacht voor beeldende kunst.

In Alsof je water branden ziet gaat hij dieper in op een fenomeen dat hij zelf 'Verquickung' noemt, zoals we dat ook zien in de schilderijen van J.M.W. Turner en Thomas Moran – een vermenging van verschillende verschijningsvormen zoals van water, golven, damp, opborrelende wolken, maar ook een zeevlam, branding of 'watervuur' in Zweden.

Moeiteloos keert Jongstra dan weer terug naar waar hij zijn boek begon: alles vloeit, 'alles is één, alles is water, water is de wereld'. Het fluïde tijdperk is een boek dat door de lucide schrijfstijl en de verrassende vondsten moeiteloos past in het massieve oeuvre dat Atte Jongstra gestaag opbouwt. Zijn liefde voor taal en voor het buitenissige, het absurde schragen ook nu dit buitengewoon interessante werk.

Hij laat zich hiertoe inspireren door zeer uiteenlopende kunstenaars als Jan Weissenbruch, Mark Tansey en Paul Delvaux en (water)denkers als Thales van Milete en huidig Denker des Vaderlands René ten Bos, die met zijn boek Water. Een geofilosofische geschiedenis eveneens een belangrijke inspiratiebron vormde voor Jongstra.

En net als veel van zijn eerdere werk (zie Klinkende Ikken. Bekentenissen van een zelfontwijker alsook De tak van Salzburg. Autobiografie van een lezer), is Het fluïde tijdperk autobiografisch. 'Ik besta in mijn vertellen', zo stelt hij, zich daarbij de vraag stellend waar het ik eindigt en de verhalen beginnen. En zo is toch weer alles met alles verbonden in dit zeer mooi en kleurrijk geïllustreerde leesboek. Het brengt de lezer op onvermoede sporen en denkpistes. Ook erg de moeite waard om in losse hoofdstukken te (her)lezen. Aanrader.

Atte Jongstra: Het fluïde tijdperk, De Arbeiderspers Amsterdam, 2017, 288 p. ISBN 9789029511728. Distributie: L&M Books

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

Dius

Stefan Hertmans

Kruisende lijnen

Junichiro Tanizaki

Memoires van een kip. Een Palestijnse fabel

Ishaq Musa Al-Husseini

We moeten ‘misschien’ blijven denken

Esther Jansma

Wij van de Ripetta

Thomas Lieske

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

De wens, of Het ware verhaal van Titi en Tony

Tereza Horvathova , Michaela Kukovicova (ill.)

Het is rood en rond…

Jan Jutte

Ludas en Bontje

Jan Paul Schutten, Sanne te Loo (ill.)

Wie heeft Steef opgegeten?

Susannah Lloyd, Kate Hindley (ill.)

Wij, ervoor en erna

Jenny Valentine

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri