‘Nazomer. De dag was als een glas dat werd volgeschonken. De
lucht opende zich snel, het duister werd helderblauw. Zachtgrijze wolken
maakten zich uit de voeten. Het overwicht van de zon was absoluut.’
Zo opent Oude meesters, de derde roman van Joost
De Vries. De sfeer is meteen gezet, het openingsbeeld staat op je netvlies
gekerfd, het onbetwistbare stilistische talent van De Vries is duidelijk. Hier
gaat iets uitzonderlijks gebeuren.
De broers Sieger en Edmund Van Zeeland spelen de hoofdrol
in Oude meesters. Ze lijken geboren
te zijn in de verkeerde tijd. Nostalgisch mijmerend en zuchtend bewegen ze zich
door de wereld van vandaag, een sigaar in de ene hand en een glas whisky van
een goed jaar in de andere. In hun anachronistische zijnstoestand doen ze
eigenlijk een beetje denken aan De Vries zelf, de jonge schrijver die tot op
grote hoogtes oneigentijds belezen is, en die deze belezenheid ook graag
etaleert in lange, geraffineerde zinnen, doorspekt met slimme citaten. Het is
gek en bovenal veelzeggend dat zoiets een verademing is in onze tijd.
Maar waar De Vries
zijn branie onverstoorbaar weet in te zetten voor een hoger doel, blijven zijn
twee hoofdpersonages in Oude meesters
voornamelijk bij de pakken zitten. Edmund is de dandy van de twee. Hij heeft
geld genoeg om te leven in de talrijke illusies die hij zo graag omhelst. Hij
bewoont een deftig grachtenpand, en kan een cruise maken langs de steden die er
ooit toe deden. Sieger is journalist en trekt op nogal onbesuisde wijze het
onvoorspelbare kruitvat Oekraïne in, op zoek naar, ja, naar wat eigenlijk?
Aandacht? Het gelijk aan zijn kant? Mysterie? Een proeve van onaantastbaarheid
misschien?
Want
wat ze nu juist willen, de gebroeders Van Zeeland, wordt niet duidelijk. Ze
proberen en fulmineren maar. Hun cynisme over de tijd van nu brengt hen geen
stap verder. De manier waarop Siegers krantenredactie een nieuwe weekendbijlage
probeert te lanceren, spreekt wat dat betreft boekdelen. De oppervlakkigheid
spat van de redactie af, maar Sieger kan er niks wezenlijks tegenover stellen.
Dat het
vandaag de dag geen rozengeur en maneschijn is, dat weet Joost De Vries maar al
te goed. Dat we zwelgen in oppervlakkigheid en niet eens meer moeite doen om de
schone schijn toch enigszins op te houden: het is allemaal waar en
betreurenswaardig. Maar de gedachte dat het vroeger dan per definitie beter
was, daartegen protesteert De Vries in Oude
meesters met verve en overtuiging. En zo is dit vooral een razend slim
geschreven roman die leest als een handleiding tegen cynisme: ja, wat je zelf
doet doe je vaak wel beter, maar je moet het wel doen. Aan stuurlui die aan wal
staan hebben we geen tekort.
Joost De Vries: Oude meesters, Prometheus, Amsterdam 2017,
302 p. ISBN 9789044634303. Distributie: WPG Uitgevers
deze pagina printen of opslaan