Dat Na
de regen, de debuutroman van Eva De Groote, zich grotendeels afspeelt in
artistieke kringen, mag geen verwondering wekken. Geruime tijd was De Groote
als curator beeldende kunst verbonden aan Kunstencentrum Vooruit. De
hoofdpersonages uit Na de regen
hebben beiden met de kunstenwereld te maken.
Vera runt in Albi, waar ze zich
heeft teruggetrokken na enkele minder positieve ervaringen in Vlaanderen, een
galerij waar hedendaagse kunstenaars hun projecten kunnen voorstellen.
Daarnaast is er Siri, die in Brussel werkt als geluidsontwerper en binnen deze
branche stilaan naam en faam verwerft, zeker nadat ze het geluid heeft verzorgd
voor het project ‘Wit’ van kunstenaar Ferre.
Het mag hier direct worden
gesteld: precies deze passages waarin Eva De Groote peilt naar de drijfveren
van de artistieke creatie weten ook echt te boeien. Dat de moeder van Siri bij
een ongeval tijdens een hevig onweer is omgekomen, verklaart haar obsessie voor
alles wat met regen te maken heeft:
‘Voor Siri was het alsof iedere
fikse regenbui een tijdelijke poort onthulde, tussen haar wereld en de wereld
waar haar moeder nu huisde. Als het regende, was er een verbinding mogelijk.’
Het komt dan
ook allerminst als een verrassing over dat ze met haar geluidsontwerp waarin ze
de regen heeft willen capteren, scoort op een belangrijke expositie.
Ook wat rond Vera gebeurt in Frankrijk, kan de aandacht
vasthouden: hoe zij haar positie als verantwoordelijke galeriste ondergraven
ziet door een secondante, hoe zij ten slotte aan de kant wordt geschoven en op
zoek moet naar een nieuwe zingeving in haar leven.
Pendelend in haar verhaal tussen Brussel en Albi voert De
Groote het levensverhaal van beide protagonisten op: wat hen emotioneel bindt,
hoe zij in hun relatie met de mannen die hun levenspad kruisen, blijvend op
zoek zijn naar houvast en zekerheid. Hier speelt Nur, de licht autistische
dochter van Vera – zo wordt het althans aanvankelijk aangereikt – de
sleutelrol. Verleden en heden lopen binnen de context van het verhaal over Siri
en Vera door elkaar, zodat de lezer mee moet gaan puzzelen om het overzicht te
bewaren.
Een aantal vragen blijft
uiteindelijk onbeantwoord: wat is de rol van Jacques, die op het domein van
Vera een bijwoning betrekt en alleen communiceert via korte geschreven
boodschappen, die doorgaans blijven steken op het Bond-zonder-Naam-niveau? En
er is de figuur van Marcel, die aan de rivier kampeert, maar er dan toch in
slaagt Vera aan zich te binden. Het blijven grotendeels schimmige figuren die
niet of nauwelijks bijdragen tot de essentie van het verhaal.
Een verhaal met overigens – en dat lijkt me de grootste
tekortkoming van Na de regen – een al
te nadrukkelijke drang naar mooischrijverij. Zo bv. als Vera een tafellaken met
clipjes gaat vatsmaken: ‘De rondparaderende lentebries zou het laken maar wat
graag op sleeptouw nemen.’ Of als ze merkt dat een van de bestuursleden van de
galerie duidelijk zijn oog op haar laat vallen, lees je dat ‘zijn blik op haar
ingesnoerde borsten is gericht, die als sirenes om zijn aandacht zongen.’ En
nog: ‘Ineens landt er een gevoel van begrip in haar borst’…Te veel is te veel.
Eva De Groote:
Angèle, Antwerpen 2018, 331 p. ISBN 9789022334911. Distributie Standaard
Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan