Nederlands proza

BOEKEN NR. 7, JULI 2020

Wim Daniëls: Quarantaine

door Carl De Strycker

Ergens midden in de lockdown had De Standaard een interview met schrijverskoppel Lize Spit en Rob van Essen over hoe zij met deze periode omgingen en welke impact die had op de literatuur. Van Essen liet noteren: ‘Ik zie heel erg op tegen de “coronaromans” die eraan komen.’ Al lijkt de meeste hedendaagse literatuur voornamelijk over persoonlijke beslommeringen te gaan, toch zijn er altijd romans die reageren op wat zich in de wereld afspeelt in een poging om daar een beter begrip van te krijgen. Net zoals er na 9/11 een reeks boeken verscheen waarin de aanslagen en de gevolgen ervan het onderwerp waren, zal dat met Covid-19 niet anders zijn. Daar is alvast de eerste: Quarantaine van Wim Daniëls.   

Ergens in maart 2020 ontmoeten Julia en Karel elkaar in een bungalowpark in de Dordogne. Ze zijn er met hetzelfde doel: het afwerken van hun proefschrift, respectievelijk over interpunctie (zij is taalkundige) en over de kunstmatige baarmoeder (hij is gynaecoloog). Hij raakt gefascineerd door haar, zoekt toenadering en wordt uitgenodigd om te komen dineren na de werkdag. Wanneer zij de volgende dag flink ziek wordt – hoge koorts, totale slapte, hoesten – begint hij haar te verzorgen. Een dag of twee later ontwikkelt hij dezelfde symptomen. Terugkeren naar Nederland is uitgesloten in die toestand, en ze moeten samen in één bungalow in quarantaine. Julia belt af en toe haar vriendin Vera, een onderwijzeres die onmiddellijk jaloers is op de knappe arts; hij houdt contact met zijn beste vriend Gijs, een longspecialist. Ten slotte zijn er ook nog Ruud, de opzichter van het vakantiedomein, diens hond Doute en zijn gehandicapte vriendin Mimi. Via die personages worden een aantal perspectieven op het virus behandeld.  
 
Julia en Karel hebben wat heet milde symptomen (net geen 39° koorts, af en toe een hoestbui, weinig eetlust) en het verplichte samenwonen stelt hen in staat elkaar beter te leren kennen. Al snel ontwikkelt zich een romance, en Karel maakt Julia meteen bij de eerste keer dat ze vrijen zwanger. Ruud daarentegen verliest op drie dagen tijd zijn vriendin aan de gevolgen van de ziekte; Vera biedt een blik op het onderwijs (en bij uitbereiding op de mensen die verplicht telewerken): zij vindt het afstandsleren heerlijk, haar collega’s (‘klaagkrachten’ genoemd) hebben er meer moeite mee; Gijs geeft een inkijk in de toestand in het ziekenhuis waar de intensive care-afdeling volloopt en de discussies woeden over wie wel nog verzorgd dien te worden en wie moet worden opgegeven.  
 
Wat stoort aan deze roman is de luchtigheid ervan. Uit getuigenissen van wie corona heeft gehad, blijkt dat je – zelfs bij de beschreven milde symptomen – eigenlijk helemaal uitgeput en lusteloos bent. Dat Julia en Karel hier gezellig samen op bed uitgebreide gesprekken voeren over wie ze zijn en wat ze denken, is dan ook erg ongeloofwaardig. Erger nog: ze lijken van hun ziekbed te genieten en prijzen zich zowaar gelukkig dat ze elkaar hebben leren kennen dankzij deze situatie… De roman, die zichzelf op de flap presenteert als ‘een hoopvol verhaal’, wil duidelijk een optimistisch beeld schetsen. Getuige daarvan ook het melige slot dat in juni 2021 speelt: Ruud berust in het verlies van zijn vriendin, en Julia, Karel, hun dochtertje en Vera (zij is ondertussen zwanger) lijken een polyamoureuze relatie te onderhouden. Of waar corona toch goed voor geweest is! Maar erger dan deze onwaarschijnlijke insteek is dat de roman totaal geen nieuw licht op de zaak werpt. Alle discussies die erin aan bod komen, zijn al lang en breed behandeld in de krant. Van enig scherpzinnig inzicht is geen sprake, terwijl je dat van literatuur zou verwachten.  
 
In Knack schreef Peter Casteels: ‘Het zullen uiteindelijk romans zijn, of televisiereeksen, die ons later zullen doen inzien wat voor iets bijzonders wij met z’n allen hebben beleefd. Véél later: ik wacht met een bang hartje op de titels over corona die de komende jaren zullen verschijnen, waarin een schrijver snel-snel een verhaaltje in elkaar flanst omdat hij en zijn uitgever nu eenmaal het dwingende gevoel hebben dat iemand hierover iets geschreven moet hebben.’ Dat lijkt wel de evaluatie van Daniëls Quarantaine.
 
Wim Daniëls. Quarantaine. Thomas Rap, Amsterdam, 2020, 192 p., ISBN 9789400406773. Distributie Standaard Uitgeverij 

deze pagina printen of opslaan



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri