Met
het aan Günther Grass ontleende motto:
‘Lass uns tanzen im Schnee,
damit wir
Solang er nog liegt, Spuren machen
Im
knirschenden Weiss
Die bleiben, bleiben…’
worden de essayistische stukken
die Gaston Durnez (1928-2019) her en der publiceerde, perfect gekaderd. Een danser in de sneeuw bevat bijdragen
die werden geselecteerd door zijn vrouw Ria Durnez-Verstappen, zijn oudste dochter
Marleen en uitgever Toon Horsten (over hem noteert Durnez: ‘In de journalistiek
is de allround man de beste specialist. Zo leert ons een oude spreuk in ons
beroep. Toon Horsten is er een sterk voorbeeld van.’). De postume uitgave
bewijst, heel terecht overigens, eer aan de schrijver en journalist die – zo
schrijft Horsten in zijn woord vooraf - ‘driekwart eeuw lang in kranten,
tijdschriften en boeken verslag uitbracht van wat hij om zich heen zag
gebeuren, altijd waarheidszoekend en eerlijk’
In 2018 publiceerde Gaston Durnez Een mens is maar een wandelaar,
waarin opgenomen dertig portretten van mensen die een belangrijke rol speelden
in zijn leven. De beschouwingen uit Een
danser in de sneeuw sluiten daar naadloos bij aan, in die zin dat ze heel
vaak gaan over boeken en schrijvers die hem op een of andere manier wisten te
raken. Lezend, herlezend (ik denk hier aan het openingsstuk in het boek, waarin
hij schrijft over de roman Austerlitz
van W.G. Sebald), proevend en genietend geeft Durnez een inkijk in zijn manier
van omgaan met de ‘schone letteren’.
In de ‘Berichten uit mijn
bibliotheek’ staan treffende bijdragen over Streuvels (n.a.v. de biografie van
Toon Breës – LannooCampus 2016), over Ernest Claes (n.a.v. Ernest Claes. De
biografie van een heer uit Zichem van Bert
Govaerts), Raymond Brulez en Gelukkig en vol droefenis : de werelden van Raymond Brulez (Houtekiet 2015) van Joris
Van Parys , Jozef Simons wiens oorlogsdagboek 1914-1918 (Lannoo 2016) werd
bezorgd door Ludo Simons… Gaston Durnez kijkt ook over de grenzen van de
Nederlandstalige literatuur, met als uitschieters hier G.K. Chesterton (in 2020
publiceerde Durnez over hem De lach van Chesterton) en Simenon.
Daarnaast blijven ook
zijn ‘overwegingen van een recensent’ bijzonder lezenswaard. Ik denk hier aan
de stukjes die hij wijdt aan Een spiegel op uitkijk
van Jo Gisekin en Vorm & visie
van Renaat Ramon (Poëziecentrum 2014). De rubriek ‘Tijdgenoten’ wordt
voorafgegaan door de onafgewerkte en ongepubliceerde ‘Ballade voor oude
vrienden’, die zo eindigt:
‘Je bent nooit alleen in herinneringen.
Zij
staan rond mij in een grote kring
en de zon van toen verwarmt alle
dingen
als ik in de nacht voor mijn vrienden zing.’
Wat volgt zijn
herinneringen aan Anton van Wilderode, Herman de Coninck, Louis Verbeeck, Vic
de Donder, Hubert van Herreweghen, Marc Sleen… En alles overkoepelend is het
gedicht ‘Mijn Leeuw’ waarmee het boek wordt afgesloten. Het is een tekst die
Gaston Durnez een goede week voor zijn overlijden mailde aan dochter Marleen.
Het slot ervan luidt:
‘Mijn Leeuw, dames en heren, heeft een warm en rood hart.’
Die
hartelijkheid, die gedrevenheid: het is het waarmerk van de schrijver én de
mens Durnez.
Gaston
Durnez: Een danser in de sneeuw, Davidsfonds, Leuven 2020, 271 p. ISBN 9789002269172.
Distributie Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan