In een steeds verder liggend verleden werd cabaretier en schrijver Hans
Dorrestijn beroemd om zijn zwartgallige humor en gevoelige liedteksten, die hij
schreef voor onder meer Adele Bloemendaal, Joost Prinsen en Jenny Arean en
kinderprogramma’s als De Stratemakeropzeeshow. Recenter stortte hij zich
op een nieuwe hobby: het bekijken van vogels. Met de uitgave van Wensvogels
kwam een langgekoesterde wens van hem uit: een keuze uit zijn liefste vogels,
in één band bij elkaar. De tachtigste verjaardag van de man vormde een mooie
aanleiding om vijftig exemplaren te beschrijven, gaande van de zwarte mees tot
de grutto, in korte hoofdstukken.
Ze zijn voorzien van prachtige
tekeningen van Elwin van der Kolk (en één niet te versmaden exemplaar, voorstellende
de kip, van Dorrestijn zelf). Nu ja, pure beschrijvingen voor ornithologen in
spe zijn het niet, getuige daarvan omschrijvingen zoals ‘een driekante snavel,
als een antieke dolk’ voor de bek van de appelvink. Dorrestijn schrijft veeleer
anekdotes en vertellingen. Hier en daar bestaat het hoofdstuk louter uit
een dialoog, zoals bij de zwarte mees, of uit een gedicht, bv. bij ‘de boomvalk
in zijn rooie onderbroek’. Aanleiding voor veel van de anekdotiek zijn
herinneringen aan het televisieprogramma dat hij samen met Nico de Haan maakte,
De Baardmannetjes. Hierin gingen twee oudere, grijze mannen op zoek naar
een bepaalde vogel, her en der in Nederland. In Wensvogels onthult
Dorrestijn een paar van de geheimen van de smid: hoe kwam het dat ze toch maar
mooi met een kwak (ook bekend als nachtreiger) in beeld kwamen, en wat deed die
camper altijd in het programma?
Maar ook als men geen kijker was van De Baardmannetjes,
valt er veel te genieten in Wensvogels. Dorrestijns droge, vaak zelfrelativerende
humor, de prachtige tekeningen en de afwisselende verhalen maken van het boekje
een kostbaar kleinood. Nu en dan vormen de boze stiefvader (Zwarte Flamingo) of
een prachtig schilderij van Jan Mankes (1889-1920) – met zijn buitengewone
afbeeldingen van kraaien, steenuilen en lijsters een van de meest begaafde
vogelschilders die er zijn – de aanleiding voor een hoofdstuk.
Wensvogels doet enigszins denken aan Dorrestijns volkomen vogelgids, waarin de schrijver
minder beperkt leek in ruimte en toch ook smakelijk over zijn ontmoetingen met
vogels en vogelaars vertelde. In dat opzicht leek in die eerdere uitgave het
meeste al gezegd. Het leuke is nu, dat men, wanneer een tekening in Wensvogels
ontbreekt, Dorrestijns volkomen vogelgids er bij kan nemen om te zien
hoe de vogel er precies uitziet (zoals bij de boomvalk, bv.). Beide boeken
worden zo complementair. Op naar veld en beemd, op zoek naar vogels, met Wensvogels
in de rugzak!
Hans Dorrestijn:
Wensvogels, Nijgh & van Ditmar, Amsterdam 2020, 144 p. : ill. ISBN 9789038809274.
Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan