Nederlands proza

BOEKEN NR. 9, OKTOBER 2020

Jannie Regnerus: Het wolkenpaviljoen

door Jo Vanderwegen

Nadat Jannie Regnerus eerder over Japan al Het geluid van vallende sneeuw (Wereldbibliotheek 2006) schreef, waarin ze haar ervaringen na een verblijf van een jaar in Kitakyushu verwerkte, is er nu de pakkende roman Het wolkenpaviljoen. Nu ja, misschien kan je de honderd pagina’s beelden, emoties, bedenkingen die onzichtbaar aan elkaar hangen, verwoord in poëtische, heldere taal zo niet noemen. Dichterlijk proza misschien, compacte, prachtig beschreven kleine schilderijtjes met elkaar verbonden via draadjes als het vinkennest uit het motto van het boek, wellicht. Dat motto is afkomstig van de schilder Jan Mankes (1889-1920), voor wie hoofdpersoon Luut zo’n bewondering heeft. 

In Het wolkenpaviljoen maken we kennis met Luut, een architect die, nadat hij gescheiden is van zijn echtgenote, in Japan op zoek gaat naar verstilling, meer bepaald door een tweede bezoek aan de houten tempel van Ise Jingu, die elke twintig jaar wordt afgebroken en opnieuw opgebouwd, waardoor eeuwenoude ambachtelijke kennis van generatie op generatie wordt doorgegeven. Een eerste keer bezocht hij de tempel als jongeling, twintig jaar eerder, aan het begin van zijn carrière als architect, en tevens voor het stranden van zijn huwelijk.  
 
Het hele werkzame leven van Luut was gericht op het systemisch bouwen voor anderen (‘het opgejaagde bouwen […] de tijdelijke opvulling van een kuil’), en op de renovatie van het huis dat hij met zijn gezin bewoonde, tot het ‘gezinsleven verschraalde tot een estafette met stoffer en blik’. Tegelijk beschrijft Luut zijn relatie met zijn dochter Tessel, die nu weer in vaders huis en dan weer in moeders huis woont. Daarbij haalt hij herinneringen op aan zijn eigen jeugd, en aan de tijd dat ze kleiner was nog en probeerde de maan in een emmer te vangen, net zoals de zieke, aan het bed gekluisterde hoofdpersoon uit de roman Maanlicht op de vijver van Yasunari Kawabata dat probeert met de handspiegel van zijn echtgenote.
 
Een feitelijk relaas van Het wolkenpaviljoen doet het boek echter in ernstige mate tekort – de titel is overigens een verwijzing naar de metselaar die de vader van Luut was: Luut fantaseerde als kind dat zijn vader iedere dag naar een afgelegen kavel trok om daar met al die bakstenen een wolkenpaviljoen te bouwen, ‘een slanke toren met een stenen wenteltrap die hem dag na dag een stukje dichter bij de wolken bracht, zo hoog dat hij ze bijna kon aanraken’.
 
Jannie Regnerus is er immers in geslaagd van elk hoofdstuk een wondermooi geschreven geheel te maken, met tal van referenties aan schilderkunst (de al aangehaalde Jan Mankes, maar ook de stratenmaker-kunstenaar Willem Althuis), literatuur (Kawabata, Calvino), gestileerde beelden en Japan (Noh-theater) en de Japanse toewijding aan iets, zoveel belangrijker dan het resultaat (het bouwen van een vogelnest, een tempel of een kathedraal – zie Sagrada Familia – is zoveel belangrijker dan het uiteindelijke bouwsel zelf). Nu en dan vinden we referenties aan Regnerus’ eigen werk, zoals de verwijzing naar (de bouwsels van de nomadenkinderen uit) Mongolië, thema van haar roman De volle maan als beste vriend (Wereldbibliotheek 2005).
 
De hoofdstukken grijpen steeds subtiel in elkaar door terugkerende symbolen (het nest, wolken) en metaforen (wat onderscheidt een huis van een thuis?), de taal is helder, precies en nergens overdadig. Daardoor kan Het wolkenpaviljoen op elke willekeurige bladzijde worden opengeslagen om zomaar even in te lezen, en vervolgens de beelden te laten bezinken. Jannie Regnerus is gewend goed te kijken – zijn is ook beeldend kunstenaar – en dat vertaalt zich in het prachtige Het wolkenpaviljoen, dat de lezer, meer nog dan het met de Bob den Uylprijs bekroonde Het geluid van vallende sneeuw, nieuwsgierig maakt naar haar oudere werk.
 
Jannie Regnerus: Het wolkenpaviljoen, Van Oorschot, Amsterdam 2020, 101 p. ISBN 9789028210370. Distributie Elkedag Boeken  

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

Dius

Stefan Hertmans

Kruisende lijnen

Junichiro Tanizaki

Memoires van een kip. Een Palestijnse fabel

Ishaq Musa Al-Husseini

We moeten ‘misschien’ blijven denken

Esther Jansma

Wij van de Ripetta

Thomas Lieske

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 10, DECEMBER 2024

De wens, of Het ware verhaal van Titi en Tony

Tereza Horvathova , Michaela Kukovicova (ill.)

Het is rood en rond…

Jan Jutte

Ludas en Bontje

Jan Paul Schutten, Sanne te Loo (ill.)

Wie heeft Steef opgegeten?

Susannah Lloyd, Kate Hindley (ill.)

Wij, ervoor en erna

Jenny Valentine

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri