Je
mag er gif op innemen: de actualiteit sluipt na verloop van tijd steeds de
literatuur binnen. Aangezien de vluchtelingencrisis een aantal jaar geleden
niet uit het nieuws was weg te denken, hoeft het niet te verbazen dat er
sindsdien verschillende vluchtelingenromans zijn verschenen. In de meeste
gevallen - ik denk bijvoorbeeld aan Materiaalmoeheid (Das Mag 2018) van
de Tsjechische auteur Marek Sindelka - gaan deze romans over de vlucht op zich,
over de tocht vanuit het moederland naar Europa, en de verschrikkingen en
ontberingen die daarmee gepaard gaan.
In De mens is de mooiste stad
slaat de Eritrees-Zweedse schrijver Sami Said net dat stuk van het verhaal
over. De met een longaandoening geteisterde San Francisco is al in Zweden
aangekomen wanneer het verhaal start. We zullen nooit echt te weten komen hoe
precies, maar dat zijn situatie precair is, wordt wel snel duidelijk. Aan San
Francisco zal het evenwel niet gelegen hebben: zijn roepnaam staat voor het
einddoel dat hij voor ogen heeft. En ook al ziet hij in dat het Scandinavische
land geen slechte plek zou zijn om te vertoeven, hij kiest liever zélf zijn bestemming.
Deze roman gaat
zodoende over het koesteren van hoop. Over het nastreven van ambities en
dromen, maar ook over de flinterdunne grens tussen optimisme en naïviteit. San
Francisco begrijpt niet dat zijn vrienden zich neerleggen bij hun huidige
situatie, terwijl zij op hun beurt niet snappen dat San Francisco per se altijd
verder moet. Ook al ziet hun leven er misschien niet uit zoals gehoopt, zo gaat
hun mantra, ze zijn in het Westen aangekomen en dat is uiteindelijk toch waar
ze naar streefden.
Deze tegenwerpingen drijven San
Francisco in zijn hoofd, waar we als lezer postvatten tussen zijn fantasieën en
visioenen. In die zin is het soms ronduit grappig, bijvoorbeeld als je hem
hoort verkondigen hoe hij verder westwaarts naar Denemarken wil gaan: 'Misschien
vriest de Sont in de winter wel dicht en kun je dan stiekem naar de overkant
lopen, suggereerde ik. Ooit. Op de een of andere manier.’ Het verhaal krijgt
hierdoor de allure van een sprookje, vertederend en vol verbeelding, ook al
slaat de slinger soms door en durft de auteur in zijn associaties af en toe
bijzonder wazig te worden.
Tegelijk schuilt er
ook een pijnlijke waarheid in zijn verhaal. Hoe hard hij ook strijdt tegen de
moedeloosheid van de anderen, hij heeft hun hulp wel nodig. Hij vraagt hun om
geld, hij rekent op een plekje in de zetel voor onderdak, hij verwacht van hen
dat ze hun goede contacten met hem delen. Na verloop van tijd krijgt dit iets
ergerlijks: het optimisme prediken, maar verder wel de minst ondernemende van
alle karakters blijken te zijn.
De mens is de mooiste stad
is de derde roman van Said en de eerste die vertaald is naar het Nederlands.
Hij bevat tal van mooie scènes
en boeiende conversaties, maar de luchthartigheid slaat net iets te regelmatig
door naar onduidelijkheid, zowel op het vlak van ideeën als van historische
referenties.
Sami
Said: De mens is de mooiste stad, De Geus, Amsterdam 2020, 393 p. Vertaling van
Människan är
den vackraste staden door Janny Middelbeek-Oortgiesen. ISBN 9789044542165.
Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan