In het proza van K. Schippers (1936 - 2021) gebeurt
er zelden echt veel en in Nu je het zegt is dat niet anders. Maar net daarin schuilt het talent van de
schrijver en de bijzondere aantrekkingskracht van zijn oeuvre, dat gelezen kan
worden als een langgerekte ode aan de verveling en aan wat ons allen overeind
houdt, vandaag misschien nog meer dan ooit tevoren: het menselijke vermogen om
zich te verwonderen.
Niet dat er geen verhaal is. De verteller – we gaan ervan uit dat het
Schippers zelf is – gaat in Londen op zoek naar het voormalige huis van de
Duitse schrijver August Bolte, gevlucht tijdens de oorlog. De zoektocht vormt
het startpunt voor een roman die het niet moet hebben van een plot, maar vooral
van de manier waarop Schippers beschrijft wat hij ziet en meemaakt.
Nu je het zegt is een reis door een bijzonder hoofd, een hoofd dat van het alledaagse
een belevenis maakt, met de taal als ultieme grondstof. Een grondstof die als
fundament dient, alsof ze al bestond nog voor de mens er was, alsof ze een
eigen wil heeft. Je zou er eindeloos over kunnen nadenken hoe zoiets dan
functioneert, maar vast staat dat Schippers er als geen ander in slaagt om de taal
te benaderen als een instrument dat de werkelijkheid mee vormgeeft, en niet
zomaar beschrijft.
Doorheen de roman ontmoet Schippers vele personages, elk met hun eigen
kijk op de wereld en de dingen. Het zijn toevallige ontmoetingen, die alleen
maar ontstaan omdat hij natuurlijk de weg niet weet naar het huis dat hij
zoekt. Het resulteert in talloze observaties, vaak van de meest gewone dingen,
en met het vermogen om die op te heffen tot iets waar je blij van wordt: ‘Het
strand strekt zich voor ons uit. We zitten net hoog genoeg om het te kunnen
overzien. Niet dat er iets bijzonders is. Het biedt zich wel aan met bal en al,
en waarom zou je het dan weigeren.’ Of, helemaal in het begin: ‘De weg in
Londen aarzelt vlak voor het station, hier en daar een andere richting. Het
plaveisel weet niet helemaal waar het heen moet, waarschuwt voor al te stellige
verwachtingen.’
Het zijn prachtige zinnen, het is wonderlijk hoe taal van dit soort
alledaagse dingen toch iets heel bijzonders weet te maken. Dat is het
handelsmerk van K. Schippers. En misschien ook de ultieme levensles. Want met
wat meer Schippers in elk van ons zou de wereld misschien niet direct een
betere, maar in elk geval toch wel een veel geestigere plek worden.
K. Schippers: Nu
je het zegt, Querido, Amsterdam 2021, 160 p. : ill. ISBN 9789021428420.
Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan