Michaël Vandebril vatte het plan op om, samen met zijn vriend en
tekenaar Bart Pluym, de legendarische Via Appia te volgen, die voert van de
klassieke wereldstad Rome naar de haven van Brindisi in het Zuiden van Italië.
De tocht – grotendeels met de wagen, en in feite in de twee richtingen – leidde
tot een gezamenlijk project, waarvan dit boek het resultaat vormt. Pluym zorgde
voor illustraties, deels gebaseerd op de iconische tekeningen en foto’s van
eerdere beroemde reizigers, en Michaël Vandebril schreef een verhalend gedicht
van exact 455 versregels, een regel voor elke (antieke) mijl die de weg telt.
Het boek wil ook anderen aanzetten om dezelfde tocht te ondernemen, en daartoe
bevat het summiere toeristische informatie.
Hoofdbrok blijft uiteraard het
lange gedicht, dat opgedeeld is in een aantal kortere episodes. Stap voor stap
wordt de tocht van het tweetal beschreven. Dat traject verloopt niet altijd
even doelgericht, wat leidt tot relativerende opmerkingen over toiletbezoek,
verkeerde paden, de noodzaak om iets te eten of om ergens te overnachten… Het
zijn soms bewust banale commentaren die scherp in contrast staan met de
verheven reisverslagen uit vroegere periodes. De hedendaagse reiziger ziet niet
alleen de heldhaftige route maar ook de ongemakken van de toerist. Op dezelfde
manier ziet het vertellend ik ook de realiteit vanuit zijn moderne perspectief.
Af en toe worden landschappen verbeeld als geometrische patronen, en op andere
momenten blijkt het perspectief begrensd en ontbreken de weidse gezichten.
Kortom, zowel de reiziger als de wereld hebben sinds de Oudheid een grote
transformatie ondergaan.
Toch blijft het doel van de reis de confrontatie met dat
historische verleden, en aansluitend met het erfgoed van onze westerse cultuur.
Het lyrische ik beweegt zich daarbij in de sporen van zijn vele voorgangers en
beleeft als het ware de ruimte voor de eerste keer. Tal van monumenten en
legendarische plaatsen worden beeldend opgeroepen (en via de suggestieve
illustraties nog versterkt) en in de context vinden ook wijngaarden, straten en
dorpen een nieuwe betekenis, als relicten van wat er ooit was. De romantische
teneur is dan ook niet ver weg, al blijft alles veel realistischer dan bij Bertus
Aafjes’ Voetreis naar Rome, het voorbeeld van de vorige eeuw.
Vandebril toont zich
opnieuw het sterkst in die beknopte beschrijvingen, als een waarnemer van
sprekende details. De allusies aan de historische werkelijkheid worden beknopt
toegelicht in de aantekeningen, maar ook zonder dat encyclopedische karakter is
dit dichterlijke relaas een boeiende en inspirerende tekst. Dit verhalende
gedicht laat in ieder geval een ander facet van de auteur zien, die tot dusver
telkens een nieuwe stem laat horen. Zijn fascinatie voor het verleden en zijn
verwantschap met de geschiedenis zijn dan weer typerende constanten in dit
boeiende oeuvre.
Michaël Vandebril: Op de weg van
Appia. Een capriccio reisgedicht van Rome naar Brindisi, Vrijdag, Antwerpen
2021, 60 p. : ill. ISBN 9789460019692. Distributie Elkedag Boeken
deze pagina printen of opslaan