Het lichaam dat uiteenvalt
In Kafka’s
laatste proces. De strijd om een literaire nalatenschap (Bas Lubberhuizen 2019) had de
Amerikaans-Israëlische auteur en vertaler Benjamin Balint een ‘kafkaïaans’ beeld
geschetst van de verwoede strijd om de erfenis van Franz Kafka. Het verhaal leek
wel een vervolg op diens grote romans. In dat boek ging het om de ‘literaire’
nalatenschap en werd er nauwelijks aandacht geschonken aan de tekeningen die
mede deel uitmaakten van dit bestand.
Franz Kafka. De tekeningen,
onder redactie van Andreas Kilcher, hoogleraar literatuur- en cultuurstudies
aan EHT Zürich, brengt niet alleen meer dan 160 tot nog toe grotendeels ongepubliceerde
tekeningen en schetsen van Kafka, maar verhaalt ook de strijd om die
nalatenschap die niet los kan gezien worden van het verhaal van Balint. Ook
hier staan de figuren van Max Brod en zijn medewerkster Ilse Esther Hoffe
centraal. Omdat Max Brod zijn Kafka-archief aan haar nagelaten had, groeide de
strijd om het bezit van de tekeningen ook uit tot een pijnlijk juridisch
gevecht over de nalatenschap, die Kafka zelf op zijn sterfbed had willen laten
verdwijnen. Niet omdat hij zijn werk waardeloos of ondermaats vond, eerder
integendeel. Hij was, zowel als bediende in een verzekeringsmaatschappij als in
zijn ‘bijberoep’ als schrijver en tekenaar, zo rigoureus perfectionistisch dat
deze manuscripten en teksten in zijn ogen nog lang niet aan zijn criteria
voldeden.
Gelukkig
voor de rest van de wereld is Max Brod niet op zijn wens ingegaan, en blijven
we een eeuw later nog steeds geobsedeerd door de zoektocht naar de diepe
waarheid in deze ogenschijnlijk eenvoudige verhalen, waarin het bijna
onmogelijk lijkt de realiteit van de gelijkenis te onderscheiden. Want niemand
verandert plotseling in een reusachtige kever of wordt door een onzichtbaar
tribunaal veroordeeld voor misdaden die hij nooit heeft begaan. Met dit
voorbehoud dat ieder van ons al eens het vernietigende gevoel gehad heeft, in
de ogen van de anderen niets meer dan een afstotelijk ongedierte te zijn, of,
net als de zussen en zovele familieleden en vrienden van Kafka, een Untermensch
te zijn geworden die ergens in een strafkolonie moet worden omgebracht.
Hetzelfde kan
men zeggen over zijn tekeningen, die op het eerste gezicht onafgewerkte
schetsen zijn, meestal van menselijke figuren die uit één of meerdere zwarte
lijnen, schreven, bestaan, maar die van verre herinneren aan bepaalde
tekeningen van bijvoorbeeld Matisse, de kunstenaar die met een paar lijnen de
hele rijkdom van een uitgewerkt schilderij kon suggereren. Neem nu het
twintigtal reeds vroeg bekende schetsen, waarvan Fischer Bücherei er in de
jaren 1960 drie (nummers 113-118) gebruikt heeft als omslagillustraties van Amerika,
Het proces en Het oordeel. Max Brod had ze afgedrukt in Franz
Kafka. Eine Biographie, in 1937.
In de eerste tekening staat een
man voor een groot schoolbord, dat op een kaart lijkt. Het Amerika van Kafka’s
verbeelding? In de tweede tekening zit dezelfde figuur duidelijk wanhopig met
zijn hoofd op zijn handen aan een tafel, zoals Joseph K., de protagonist van Het
proces, zich blijkbaar gevoeld moet hebben, nadat al zijn pogingen
om te weten te komen wie hem waarvan beschuldigde en hoe hij zich daartegen ook
maar enigszins kon verdedigen de een na de ander mislukt zijn, tot hij ten
slotte ‘als een hond’ (zijn eigen woorden) zonder kans op een beroep afgemaakt
wordt. En in de schets die voor Het oordeel gekozen werd staat deze
jongeman met de handen op de rug en wijdbeens tussen drie hekken die hem
insluiten, als een beschuldigde vóór zijn oppermachtige rechter die niemand anders
dan zijn eigen vader bleek te zijn. In de drie gevallen versterken de
afbeeldingen, waarvan we niet weten of Kafka ze ook daarvoor bedoeld had, de
indruk van een wereld waarin de helaasheid der dingen niet alleen droevig
stemt, maar ook dodelijk kan zijn. In die zin is trouwens de ultieme
verdwijning van de, alweer door zijn vader, gestrafte jongeman uit de
onvoltooide roman Amerika in een Indiaans reservaat in Oklahoma niet
veel beter dan een doodvonnis.
Wanneer we nu het hele bestand van Kafka’s grafisch werk
onder ogen krijgen, valt op dat hij in het begin, waarschijnlijk nog onder
invloed van zijn opleiding aan de academie, helemaal geen stokachtige
figuurtjes tekende, maar volle portretten, zij het met heel veel
surrealistische verwijzingen. Vaak zijn het krabbels, karikaturen of fiorituren
aan de rand van zijn cursussen aan de rechtsfaculteit, of illustraties in
brieven, maar ook schetsen in tekenschriften. Af en toe van dieren of gebouwen,
maar in de meeste gevallen van mensen, zoals bijvoorbeeld het sterk
expressionistische beeld van een duidelijk verslaafd drinker (nummer 68, 69) of
een zelfportret (nummers 80, 81).
Het boek opent met een zeer informatieve tekst over ‘Overlevering
en bestand’ door Andreas Kilcher, die verder op een indringend essay brengt
over de verhouding tussen tekenen en schrijven bij Kafka. Het bevat ook een
essay van de Amerikaanse filosofe Judith Butler, ‘Kafka’s schetsen van
lichamelijk leven’ en ten slotte een ‘Beschrijvende catalogus’ door Pavel
Schmidt.
Ik
wil eindigen met een paar citaten die hopelijk mensen zullen aanzetten dit
prachtig uitgegeven boek te kopen. Het eerste is van Kafka zelf: <br />
‘Hoe bevalt je mijn
tekenen? Weet je, ik was ooit een groot tekenaar, maar toen ben ik bij een
slechte schilderes schoolse tekenlessen gaan nemen en heb ik mijn hele talent
verknoeid. Stel je dat eens voor! Wacht maar, ik zal je binnenkort een paar
oude tekeningen sturen, dan kun je lachen. Die tekeningen hebben mij indertijd,
het is al jaren geleden, meer bevrediging geschonken dan enige andere
bezigheid.’
(Briefe 1913-1914)
Het tweede komt uit het essay
van Judith Butler:
<br /> ‘Dat altijd in beweging verkerende ding, dat niet te grijpen is, is ook
te vinden in de tekeningen waarin het lichaam ontsnapt aan zijn eigen vaste
vorm, waarbij dat “vaste” zich ontpopt als precies datgene wat de breuken
bedekt, die het lichaam beletten een geheel te zijn, die laten zien hoe het
lichaam uiteenvalt terwijl het streeft naar een oplossen in lijn, beweging en
lucht, een vluchtende figuur die ontsnapt aan gevangenschap.’
Andreas Kilcher (red.): Franz
Kafka. De tekeningen, Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam 2021, 368 p.
: ill., 20x30cm. ISBN 978902531360. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan