Annemarie Estor heeft de afgelopen
jaren naam verworven met haar eigenzinnige gedichten, maar zij is ook werkzaam
als beeldend kunstenaar. In haar jongste creatie, Onster Target, komen
beide vormen van kunst op een creatieve manier samen. De bundel is in feite één
lang gedicht dat voorzien is van kleurrijke illustraties; binnen dat uitbundige
palet van lijnen, vlakken en kleuren komen her en der menselijke figuren voor,
maar die staan bijna nergens centraal in de voorstelling. Dat is niet zonder
belang, want ook de gedichten focussen in feite op structuren, eerder dan op
concrete personen.
Estor kiest inderdaad voor een
nadrukkelijk engagement als dichter, waardoor zij een ‘boodschap’ formuleert,
maar tegelijk zich ook voortdurend concentreert op de mogelijkheden van de
poëtische taal. Rechtlijnigheid en leuzen moet een lezer hier dan ook niet
verwachten, want de werkelijkheid laat zich daartoe niet herleiden. In plaats
daarvan verbindt Estor de bezwerende herhaling met de aandrang van opsommingen
en sprekende (vaak ontluisterende) beelden. Die bezwering komt ook tot
uitdrukking door de vele imperatieven, waardoor de lezer als het ware
rechtstreeks wordt aangesproken en gewaarschuwd: ‘Berg je’ vormt de aanvang van
de eerste teksten (of tekstfragmenten), en meteen is duidelijk hoe de mens
bedreigd wordt en beschutting moet zoeken.
Die kwetsbaarheid van de mens is
inderdaad de leidraad in deze bundel. De bedreiging waaraan hij, en zijn
kielzog de hele aarde, is blootgesteld wordt gepersonifieerd in het
raadselachtige ‘Onster Target’. In ‘onster’ lees ik ‘on-ster’ maar ook een
gedeeltelijk anagram van ‘Estor’ of een geamputeerd ‘monster’. Die bedreiging
neemt in de bundel uiteenlopende vormen aan. In de eerste plaats gaat het om de
vele pogingen om mensen te reduceren tot cijfers, statistieken, objecten. Dat
eenzijdige rationele denken blijkt kenmerkend voor het neoliberalisme en het
postkapitalisme maar het gaat hier evenzeer om het hokjesdenken dat mensen tot
allerlei categorieën wil reduceren en ze vervolgens in de pas wil laten lopen.
Estors kritiek reikt echter veel verder dan dat, want dergelijke vormen van
ongelijkheid en de verregaande technologie putten ook de natuurlijke rijkdommen
van de planeet uit en leiden op termijn tot de ondergang van de mensheid en de
kosmos. In die pletwals is zelfs God slechts een kwetsbaar, haast mislukt
schepsel.
Het is een hele mondvol, maar
dat programma wordt door Estor vooral omgezet in spraakmakende beelden, via
allerlei motieven en associaties. Het barokke taalgebruik van haar vroegere
werk is hier gedeeltelijk teruggedrongen maar de lezer wordt telkens weer
verrast door de manier waarop korstmossen, haviken en tal van andere elementen
van de biotoop hier beeldend hun intrede maken. Net die aandacht voor het haast
onooglijke detail maakt van deze bundel opnieuw een feest van de
zintuiglijkheid. Daarbij komen de vele prachtige taalvondsten. De bundel is
vooral een aanklacht maar hier en daar duiken tekenen op van voorzichtig
protest, van daadkracht en geloof (met een allusie op de ‘kinders’, de
klimaatjongeren die de toekomst symboliseren). Estor is eens te meer een
belangrijke getuige van de veranderingen van deze tijd, maar bovenal een
imposante maker van blijvende taalbrokken.
Annemarie Estor: Onster Target, Poëziecentrum, Gent 2021,
45 p. : ill. ISBN 9789056554095
deze pagina printen of opslaan