Paul Verrept bouwt al ruim twintig jaar aan een
bijzonder oeuvre, dat moeilijk onder één noemer te vatten is. Hij is
illustrator, schrijver, theaterman en vormgever. Van vele markten thuis, dus.
En die markten zijn rijk en overvloedig. Van melancholisch, grappig, surreëel,
absurd of teder en ontroerend. Ze hebben veel in de aanbieding. Verrept is
steeds verrassend en vol nieuwe plannen en invallen. Bovendien bedient hij
zonder onderscheid alle leeftijden: filosofisch getinte en aandoenlijk
sober geïllustreerde en geschreven prentenboeken voor kleuters, poëtische, een
tikkeltje enigmatische prentenboeken voor wat ouder, geïllustreerde gedichten
van zijn maitre à penser Paul van Ostaijen, pakkende tekeningen bij een
reeks boeken over een eindeloos eenzaam meneertje Kokhals, een sprookjesachtig
verhaal bij tekeningen van een gerenommeerde kunstenares, theaterteksten die
hun weg vinden naar de planken…
Verrept verzint of tekent nooit voorspelbare, doorzichtige
of toegankelijke verhaaltjes-op-kindermaat. Meligheid of neerbuigende
zoeterigheid hoef je in zijn werk niet te zoeken. Wat hij schrijft en voorstelt
lijkt het resultaat van een trage bedachtzaamheid, waar rigide logica niet aan
de orde is. ‘De mensen mogen alles in mijn verhalen zien’, zegt Verrept in een
interview in Leesidee jeugdliteratuur (de voorganger van De Leeswelp),
‘maar het boek op zich moet blijven zoals ik het heb gemaakt.’ In al zijn
boeken vermijdt Paul Verrept wijdlopigheid en richt hij zich zuinig tot kleine
en grote ‘goede verstaanders’. Verrept doet geen concessies om bij de club van
populaire (jeugd)auteurs te horen, en dat siert hem. Hij gaat onverstoorbaar
zijn eigen eigenzinnige gang. <br
/>
Geen makkelijk
parcours. Zijn bijzondere boeken halen slechts sporadisch grote bekroningen.
Soms vallen ze tussen wal en schip: kinderboekrecensenten vinden zijn werk wel
heel bijzonder, maar vragen zich wel eens af welk publiek hij wil bereiken.
Recensenten voor volwassenen bergen zijn werk meer dan eens op in de
kinderboekenkast. De verkoopcijfers zijn allicht niet riant te noemen. Enkel
zijn eerste kleine kleuterprentenboeken halen hoge oplages. En toch werd er al
heel wat werk vertaald in meerdere talen en neemt het impact ervan langzaam
maar zeker toe. Verrept is een intrigerend fenomeen, een onmiskenbaar talent en
een einzelgänger in het Vlaamse boekenlandschap.
In Meer woorden zijn er niet hebben
tien stemmen, met elk een eigen geluid, het over zijn werk. Het boekje is een
bundeling van eerder verschenen en nieuwe stukken over het werk van Paul
Verrept. In ‘Schoonheid en verbeelding’ geeft Marita Vermeulen (De Eenhoorn)
een boeiend overzicht van het oeuvre. Ze brengt de grote thema’s (liefde,
verlangen, dood, mededogen voor de mens) aan de orde, analyseert zijn illustratiestijl,
en merkt ook op hoe taal een steeds dwingender medium is geworden voor Verrept.
Jen de Groeve (De Leeswelp) gaat in drie recensies nader in op drie
opvallende, eerder enigmatische boeken (Het meisje de jongen de
rivier, Mist, en het zuinig maar ontroerend geschreven Kleine
Pieter deed open met sprekende tekeningen van Randall Casaer), met
verhelderende commentaren en beschouwingen. Bart Meuleman, die de Meneertje
Kokhals-teksten schreef, verheugt zich over het keerpunt in het werk van Verrept.
Dat hij het tekenen inruilde voor het woord lijkt hem een bevrijding van een
‘relativerend evenwicht tussen beeld en vertelling. Het doet scherper uitkomen
wat hij eigenlijk wil zeggen.’
Ook theatermakers krijgen hun zeg. Wouter van Looy
(regisseur van De koningin zonder land) schrijft erg lyrisch over zijn
eerste kennismaking met de boeken van Verrept: ‘Stuk voor stuk lijken het
deuren te zijn naar een intense beleving: ontroerend, ontwapenend, verrijkend.’
En Sara de Bosschere en Luc Nuyens van De Roovers waren in de wolken met de
theatertekst Twee vrienden: ‘We wilden het spelen, nu, onmiddellijk. We
wilden de woorden uitspreken.’ Drie toneelseizoenen later staat het stuk
nog steeds op hun repertoire. Ook Elly Simoens (De Leeswelp) is
gecharmeerd door het in boekvorm verschenen verhaal over de vriendschap tussen
meneer A en meneer B, waarin ‘alles tot de essentie is herleid.’ Een erg
analytische bespreking van de illustraties van Paul Verrept is de bijdrage van
An-Sofie Bessemans (De Leeswelp). Ze neemt Het paard (tekst van
Elvis Peeters) en Rodica en Dodica van Van Ostaijen, waarin ook de
eerder verschenen drie gedichten, onder de loep. Ze bewondert de manier
waarop de muzikaliteit van de gedichten in beelden werd vertaald en noemt de geslaagde
samenwerking met Elvis Peeters een intigerend geheel dat niet makkelijk te
doorgronden valt. In zijn vrij recent verschenen prachtige boek Koningin
zonder land selecteerde Verrept een aantal tekeningen van Berlinde De
Bruyckere. Frauke Pauwels (De Leeswelp) vindt het ‘verbluffend knap hoe
hij emoties en elementen van De Bruyckere in een heel eigen verhaal verweeft’
en noemt het resultaat ‘een kruisbestuiving van formaat.’
Meer woorden zijn er niet is,
in al zijn verscheidenheid, een mooi eerbetoon aan een kunstenaar. Door de
diverse invalshoeken – misschien soms wat té academisch getint – krijgt de
lezer een boeiend caleidoscopisch beeld van wat de talenten van één man aan
rijkdom kunnen opleveren.
An-Sofie Bessemans e.a.: Meer woorden zijn er niet,
Larrios, Berchem 2014, 63 p., € 10. ISBN 9789491297649 Distributie: EPO
Oorspronkelijk
verschenen in De Leeswelp 2014
deze pagina printen of opslaan