3+ - Op de eerste bladzijde
springt vrolijk een typisch Hopman-hondje, spits aan alle kanten en vlekje op
het rechteroog. In een tekstballonnetje zie je hem nog eens. Rambamboelie heeft
het beestje en iedereen is er dol op. Zoals hij blaft, blaft er geen ander
hondje. Tot op een rare dag Rambamboelie plots miauwt als een kat. Van de
dokter krijgt hij een pilletje. Het miauwen houdt op, maar als de mensen hem
zoals altijd vragen ‘Blaf, Rambamboelie, blaf’, kraait hij als een haan. Nu
moet hij een drankje doorslikken, maar nog is hij niet genezen. Zijn vrouwtje
wordt steeds wanhopiger en er komen almaar meer nieuwsgierige mensen kijken.
Dit eenvoudige
verhaaltje is gebaseerd op een prettige herhaling met lichte variaties die het
heel geschikt maken om voor te lezen. Kinderen kunnen makkelijk
volgen en zelfs vooruitlopen. In de tekstballonnen staat telkens het dier
afgebeeld van wie Rambamboelie het geluid maakt, wat de kleine kijkers
ongetwijfeld stimuleert om het geluid na te bootsen. Spannend is ook de
herhaalde vraag net voordat het hondje een geluid zal maken: ‘En wat hoorden
ze?’
Naast de
herhalingen en klanknabootsingen garanderen ook de vele dialogen en het
beweeglijke ritme voorleesplezier. Kinderen zullen ook dol zijn op de naam
Rambamboelie en de stoplap van de dokter ‘Potverdriedubbele suikerklonten’.
Philip Hopman wisselt drukke, bontgekleurde prenten in het park af met sobere
platen waarop alleen Rambamboelie staat en met scénes bij de dokter die er met
zijn witte jas en Einsteinkop echt 'dokterlijk' uitziet.
De eerste uitgave van dit fijne
prentenboek volgens een klassiek en beproefd procedé, dateert van 2002 en het
wordt nu voor de negende keer herdrukt. Nog steeds is het kijk- en
voorleesplezier verzekerd.
Mies Bouwman, Philip Hopman:
Rambamboelie, Ploegsma, Amsterdam 2017, 36 p. ill. ISBN 9789021678160.
Distributie: WPG Uitgevers
Oorspronkelijk verschenen in De
Leeswelp 2003
deze pagina printen of opslaan