De zestigste
verjaardag van de Rode Ridder, een van de populairste stripcreaties van wijlen
Willy Vandersteen, wordt dit jaar gevierd door een heruitgave van de eerste
zesendertig albums in zes luxe-edities, die telkens zes albums bundelen. Na de eerste twee delen, waarin we zagen hoe de Rode Ridder als
figuur langzaam vorm kreeg en zijn morele en historische universum in elkaar
werden gepuzzeld, zijn nu twee nieuwe delen verschenen die de albums 13 tot 24
bij elkaar brengen.
Deze twee delen staan elk een beetje apart, met name omdat de zes albums
die in het vierde deel zijn verzameld zich afspelen in Brittannië, waar de Rode
Ridder de ridders van koning Arthurs Ronde Tafel gaat vervoegen. Daarmee vormen
ze een aaneensluitende narratieve cyclus die bovendien tot de populairste in de
hele stripreeks behoort. In het derde deel zien we daarentegen de figuur van de
Rode Ridder als personage op dreef komen. Hierin wordt een belangrijke rol
gespeeld door Frank Sels, die vanaf album 16, Baloch, de Reus (1963) als
tekenaar overneemt van Karel Verschuere en een coherent élan geeft aan de
strips. Ook de oubolligheid die in sommige van de vroegere albums nog aanwezig
was, neemt stelselmatig af. De Rode Ridder wordt volwassen, als stripfiguur
dan, en gaat meer en meer zijn eigen weg.
Dat neemt niet weg dat er ook
constanten zijn, zoals het eergevoel van de Rode Ridder, die nog steeds zijn
zwaard in dienst van het recht wil stellen. Tegelijk verschijnen er steeds meer
sterke vrouwenfiguren in deze albums, al is dat dan wel vaak in de rol van
vrouwelijke slechterik. De dubbelfiguur Etain/Finola in De galmende kinkhoorns
(album 14, 1963) bijvoorbeeld, of de titelfiguur van De zwarte wolvin
(album 15, 1963), die een troep wolven aanvoert. Jonge vrouwen worden steeds
ondernemender en beperken zich steeds minder tot de rol van passieve deerne die
moet worden gered.
Ook valt het toenemend belang van fantasie-elementen op. Meerdere albums
spelen zich af in een wonderlijk decor, zoals een magisch Betoverd Woud in De
zeekoning (album 17, 1963) of een tempel in een grot in De witte tempel
(album 18, 1964), een verhaal dat zich uitzonderlijk in Griekenland afspeelt.
Die tendens naar fantasy zal zich steeds vaker doen gelden: een stoet
van magiërs en heksen bevolkt deze albums, met uiteraard de figuur van Merlijn
als belangrijkste constante in de Arthur-albums.
De cyclus Arthur-verhalen begint
met Koning Arthur (album 19, 1964) en zal doorlopen tot De laatste droom
(album 41, 1969). Volgens het inleidend essay van Ivo De Wispelaere was het
boek Koning Arthur van Jaap ter Haar de belangrijkste inspiratiebron
voor deze reeks albums, al stond de Arthur-legende ook wel op andere manieren
in de culturele belangstelling in de jaren 1960. De fenomenale vierdelige
romancyclys The once and future king van T.H. White was in 1958
integraal gepubliceerd en kende een buitengewoon success. Daarnaast zag deze
periode ook een revival van de Victoriaanse cultuur. Het is rond deze tijd dat
de Pre-Raphaelieten opnieuw salonfähig werden, en met hen kwam ook de
mode voor het Victoriaanse dwepen met de middeleeuwen terug in zwang. Men kan
dan denken aan de manier waarop de Rolling Stones zich graag mochten uitdossen
als troubadours of zich een landhuis in Tudor-stijl pleegden aan te schaffen in
plaats van een moderne nieuwbouw in brutalistische stijl.
Het valt op dat Vandersteen de
Arthurlegende heel vrij interpreteert. In Koning Arthur is de Rode
Ridder, ‘gedreven door het verlangen zijn zwerftochten een zinvol doel te
geven’ naar Brittannië gereisd om ‘zijn zwaard in dienst van koning Arthur te
stellen’. Daar kruist hij toevallig (nogal veel albums beginnen met een
toevallige ontmoeting) het pad van ridder Lancelot, die op weg is naar het
kasteel van Lodogran om daar om de hand van diens dochter Guinevere te
strijden, met wie Arthur wil huwen. Lodogran zelf spant evenwel achter de
schermen samen tegen Arthur en wordt daarbij geholpen door Modred, een
schijnbare vertrouweling van de vorst. Hun handlangers proberen Lancelot te
doden, maar falen. Het volgende album, Kerwyn, de magiër (album 20,
1964) begint met het huwelijk van Arthur en Guinevere. Vanaf dan zijn de Rode
Ridder en Lancelot wapenbroeders en neemt de Rode Ridder zelfs een centrale
plaats in tussen de ridders van de Ronde Tafel.
Opvallende afwijkingen van de literaire
bronnen liggen onder meer in het feit dat Arthurs zoon Mordred (verkregen door
onvermoede incest met zijn halfzus) hier helemaal niet als zoon van de vorst
figureert, maar als volwassen rivaal. Opmerkelijk is verder dat Parcival hier
de naam is van de zoon die Guinevere aan het begin van De wilde horde
(album 21, 1964) baart. Doorheen dat album en de volgende staat de Rode Ridder
de legendarische Arthur bij in zijn strijd tegen zijn talloze vijanden, die
zelf steeds vaker worden bijgestaan door figuren als Kerwyn, de magiër, of
heksen als Gnora (in De wilde horde) of Gawhint, een tovenares die in De
ring van Merlijn (album 22, 1964) verschijnt en door Merlijn naar de
ingewanden van een eiland is verbannen dat wordt bewaakt door een gigantische
tor. Een bijzonder opmerkelijke figuur in deze cyclus is de hofnar Hugon, die
zo tot de verbeelding sprak dat hij de spil werd van een eigen album (Hugon,
de hofnar; album 23, 1965) waarin hij als een soort positieve versie van de
rattenvanger van Hamelen de kinderen uit een afgelegen dorp mee het woud in
neemt om ze tegen onheil te beschermen.
De albums van de Arthur-cyclus
hebben heel veel vaart, de gebeurtenissen volgen elkaar snel op. Er is zeer
veel actie en vaak worden verschillende handelingen in een enkel beeldje
samengebracht om zo het tempo op te drijven. Hierdoor wordt de verteltrant
snedig en scherp, zo scherp dat het soms een beetje oppervlakkig dreigt te
worden, wat echter wordt goed gemaakt door de spanning die zo wordt opgebouwd.
Een vlotte vertelling, koene ridders, een aantal wulpse femmes fatales,
en een gulle dosis magie, wonderen, en monsters (inclusief een draak in het
fantasierijke Kerwyn, de magiër): wat kan je meer verwachten voor de
lezende knaap van alle leeftijden die van bij de eerste bladzijde steeds weer
een ridder is, in Technicolor en met klaroengeschal, in het diepst van zijn
gedachten?
Willy
Vandersteen: De Rode Ridder:
De eerste avonturen, 1962-1963, Standaard Uitgeverij, Antwerpen 2019, 232p.
ISBN 9789002267833
Willy Vandersteen: De Rode Ridder: De eerste
avonturen, 1963-1965, Standaard Uitgeverij, Antwerpen 2019, 232p. ISBN
9789002267840
deze pagina printen of opslaan