4+ -- Wanneer er een nieuw prentenboek van Benji Davies
verschijnt, zijn de verwachtingen hooggespannen. En terecht, want zijn werk
werd reeds meermaals bekroond. De kleine walvis, het eerste prentenboek
dat hij zowel schreef als illustreerde, kreeg in 2014 Oscar’s First Book
Prize en werd in 2017 Prentenboek van het Jaar in Nederland. In 2015 ontving Het
eiland van opa de voorname World Illustration Award. Oscar’s Book Prize
2020 ging naar Donderkopje.
Op een winteravond dartelt één enkel pas gemaakt
sneeuwvlokje vrolijk tussen de wolken. De pret is vlug voorbij wanneer ze
beseft dat ze aan het vallen is. Tegelijkertijd, op de begane grond, wandelt de
kleine Noëlle met opa naar huis. Zij hoopt vurig op sneeuw vanavond. Het
sneeuwvlokje zweeft verder in de richting van de stad en komt bij een etalage
met een kleurrijk versierde kerstboom vol lichtjes en een stralende ster op de
top. Wat zou zij graag die ster zijn! Noëlle staat voor dezelfde etalage te
dromen: zo’n boom zou ze graag thuis hebben. ‘Volgend jaar misschien,’ is het
antwoord.
Op
straat vindt Noëlle een dennentak, die ze dan maar tot haar boompje maakt.
Ondertussen komt het sneeuwvlokje tussen andere sneeuwvlokken terecht en als
bij toverslag voelt ze zich minder somber. Thuisgekomen versiert Noëlle haar
boompje en zet het buiten op de vensterbank voor het raam. De volgende ochtend
heeft het behoorlijk gesneeuwd. Wanneer het meisje dolgelukkig naar buiten
kijkt, merkt ze dat één sneeuwvlokje, precies op de top van haar boompje,
schittert in de ochtendzon als de meest heldere ster.
Dit kerstverhaal, waarin Davies afwisselend
vertelt over de verlangens van een sneeuwvlokje en die van Noëlle, begint
veelbelovend. Hij laat beide verhalen een eerste keer knap samenvloeien bij een
etalage met een sprookjesachtige kerstboom. De vertaling van Edward van de
Vendel is hier prachtig poëtisch. Zo bijvoorbeeld over het vallende
sneeuwvlokje: ‘Ze tolde linksom, rechtsom…linksom en rechtsom.’ En de kou wordt
haast voelbaar: ‘Noëlle blies wolkjes van adem in de knisperkoude lucht.’
Als je
probeert om van je situatie het beste te maken, zie je nieuwe mogelijkheden. De
boodschap achter het verhaal geeft zeker te denken. Maar na het mooie moment
bij de etalage, doet de verdere uitwerking van het verhaal soms de wenkbrauwen
fronsen. Een jong kind verlangt naar een enorme kerstboom en stelt zich
vervolgens van het ene moment op het andere tevreden met een gevonden takje. En
op het einde passen alle puzzelstukjes net iets te mooi in elkaar. Noëlle en de
het sneeuwvlokje blijken elkaars reddende engel en voelen zich allebei volmaakt
gelukkig. Een beetje teleurstellend, dit gepolijst en suikerzoet happy end.
Benji Davies blijft
wel een meesterlijke illustrator. Hij schildert de omgeving werkelijk adembenemend.
Zo zweeft het sneeuwvlokje bij valavond als een minuscuul vlekje door de
voorstad. Onder haar slingert een verlichte autoweg zich tussen begraasde
hellingen, verlichte huizen, flatgebouwen en fabrieken. Dit landschap tekent
zich af in verschillende tinten donkergrijs tegen een avondlucht met een fascinerende
kleurencombinatie. Teer zalmroze is vermengd met flarden grijs. Op sommige plaatsen
zijn de grijze wolkenflarden haast doorzichtig en wie goed kijkt zal hier en
daar een spikkeltje hemelsblauw ontdekken. Andere wolkenpartijen zijn heel
nadrukkelijk donkergrijs geschilderd. Enkele nonchalante vegen pastelroze en
wit aan de horizon maken dit plaatje helemaal af.
Ook naar de illustratie van de sneeuwvlok tussen haar
soortgenoten, kun je blijven kijken. Tegen een achtergrond van blauwgrijs in
diverse schakeringen bevindt zich een wirwar van sneeuwvlokken in allerlei
formaten en kleuren, van donkerblauw tot hagelwit. Het roept het gevoel op van
een hevige sneeuwbui en een ijzige, striemende wind. Een aantal witte
sneeuwkristallen op de voorgrond hebben een gezichtje met grijsgekleurde
wangetjes. Een grappig detail is dat hun gelaatsuitdrukkingen haast allemaal
verschillend zijn.
Bijzondere details in de illustraties prikkelen om het verhaal verder uit
te diepen. Het is een teder beeld, Noëlle die naar buiten tuurt door een kier
in het rood overgordijn. In haar rode kamerjas zit ze gehurkt op een
reiskoffer, terwijl ze het hondje naast zich, dat haar trouwens doorheen het hele
boek op de voet volgt, over de kop streelt. Links van haar staat opa’s
donkergroene luie stoel, waar zijn wandelstok tegen leunt. De koffer roept
vragen op en een paar personages zijn opvallend afwezig. De tekst doet ook al vermoeden
dat er een donkere schaduw over de familie hangt. Het is mooi hoe de prenten je
stof geven om zelf verder te vertellen.
Benji Davies: Het sneeuwvlokje,
Luitingh-Sijthoff, Amsterdam 2020, 32 p. : ill. ISBN 9789024591824. Vertaling
van The Snowflake door Edward van de Vendel. Distributie VBK België
deze pagina printen of opslaan