15+ - In dit slotdeel van de met Een Mann gestarte, driedelige, geromantiseerde
biografie van Klaus Mann beginnen we in 1945. De jaren die liggen tussen het
slot van het tweede deel, En ik was zijn held, dat zich in
het begin van de jaren 1930 afspeelt, en dit verhaalheden worden overbrugd met
een aloude verteltruc: Klaus wordt door een medesoldaat van de Amerikaanse
troepen verleid om over zijn leven te verhalen. De epiloog speelt in 1949, het
jaar van Klaus Manns zelfmoord.
Klaus is in dienst getreden van het Amerikaanse leger en
krijgt de opdracht voor het legertijdschrift Stars and Stripes te
schrijven over hoe Duitsland er aan toe is meteen na de oorlog. Hij moet vanuit
Italië via Oostenrijk naar zijn oude woonplaats München reizen en opschrijven
wat hij onderweg ziet. Een medesoldaat, John Tewksbury, zal hem als fotograaf
vergezellen. Ze komen op interessante, nagenoeg allemaal deprimerende plekken
voor Klaus: het Mozarthuis in Salzburg, Hitlers buitenhuis in Berchtesgaden, Augsburg
(waar ze getuige zijn van een interview met Göring), en concentratiekamp
Dachau. Het levert ook mooie inkijkjes op in hoe de mensen hun positie aan het
bepalen zijn in de nieuwe werkelijkheid.
Aanvankelijk is deze John vooral
geïnteresseerd in Klaus’ vader Thomas, een van de hoofdmotieven in het leven
van Klaus. ‘Daar gaan we weer’, hoor je hem denken, altijd weer in de schaduw
van de tovenaar, zoals Thomas in de familie genoemd wordt. Gaandeweg echter zie
je Tewksbury in de ban raken van Klaus’ geschiedenis, de twee mannen worden in
deze korte maar intensieve periode echte vrienden. Het brengt John zelfs tot de
opmerkelijke uitspraak: ‘...zo langzamerhand begint voor mij “Klaus, de zoon
van mijn held Thomas Mann” te veranderen in “Thomas Mann, de vader van mijn
held Klaus”.’ Maar Klaus lijkt er zijn zelfvertrouwen niet mee te kunnen
opkrikken. Ook herhaaldelijk afgegeven positieve signalen van anderen kunnen hem
niet van zijn doemdenken afhelpen, en, zoals bij veel verslaafden het geval is,
ook niet van zijn overmatige drank- en drugsgebruik. Zelfs een echt liefdevolle
relatie weet Klaus te verpesten.
Een en ander wordt versterkt door de ontvangst die hem ten
deel valt in zijn oude woonplaats München. Hij wordt nog net geen verrader
genoemd, maar veel scheelt het niet. Immers: de bijna voltallige familie Mann was
gevlucht in plaats van, al dan niet ondergronds, in verzet te gaan tegen de
nazi’s. Het schitterende huis van de Manns, in de oorlog gebruikt als kraamplaats
voor ariërs, is een bouwval. De beschrijving van dat huis vindt een mooie
spiegeling in die van het buitensporige, en meteen tot ruïne gevandaliseerde en
geplunderde buitenhuis van Hitler.
Kromhout heeft na zijn trilogie over de Bloomsbury-groep met
dit boek opnieuw een opmerkelijke trilogie afgeleverd die speelt in een kunstenaars/schrijversmilieu.
Als je belangstelling vooral gericht is op het schrijven, dan zul je het tweede
deel, En ik was zijn held, het
interessantst vinden. Hierin zie je Klaus worstelen met het vinden van een
uitgever, met het gemak waarmee zijn vader in Duitsland uitgegeven wordt en met
het feit dat hij feitelijk meer heeft met het schrijverschap van zijn oom
Heinrich, die veel eerder dan Thomas partij kiest tegen het nazisme. Uiteindelijk
verzet Thomas Mann zich ook openlijk tegen de nazi’s, waardoor zijn werk in de
ban gedaan wordt. De boeken van de Manns belandden uiteraard op de brandstapel.
In dit derde deel
wordt wellicht iets te veel herhaald uit of gevarieerd op deel twee: Klaus’
pogingen om af te kicken, zijn ouder wordende lijf, de geldnood, de jaloezie op
zijn vader. Net als in deel twee probeert Klaus weliswaar een tijdschrift van
de grond te krijgen, en hij weet ook grote schrijvers te strikken, maar een en
ander wordt snel afgehandeld. Zijn neergang als schrijver wordt kort
beschreven: de aandacht voor zijn boek Mefisto wordt overschaduwd door
de aanval op de nazi’s door Thomas Mann; het boek krijgt ook geen Amerikaanse
vertaling. De nadruk ligt op Klaus’ ontheemding, zowel in de VS als in
Duitsland. Schrijnend is het, en mooi verteld, dat ook in de VS Klaus’
homoseksualiteit een negatief punt van belang is. Hij moet die ontkennen om de
Amerikaanse nationaliteit te verkrijgen en in dienst te komen.
Dit is een interessante
trilogie, zeker voor volwassenen, de vraagt blijft of ook dit laatste deel
jonge lezers (de doelgroep) zal weten te trekken. Aan de omslagen van de drie
boeken valt op dit punt niets af te lezen. En de ene bibliotheek plaatst ze bij
de jeugdboeken, de andere bij de volwassenenromans.
Rindert Kromhout: De naam van
mijn vader, Leopold, Amsterdam 2020, 151 p. ISBN 9789025880156. Distributie
Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan