10+ - De opvolger van Lepelsnijder, ditmaal geschreven
vanuit Silkes standpunt, start
precies eenendertig dagen nadat de tweeling Silke en Janis uit het landgoed Holderstate
is vertrokken. Door de bossen vluchten ze voor de neven Asserik en Koender, die
hen naar het leven staan en voor de duistere voorspelling van madame Petrova,
die in de toekomst zag dat ze elkaar uiteindelijk zouden vermoorden. De
continue dreiging die van deze voorspelling uitgaat, komt trouwens mooi tot
uiting in de gedetailleerde illustratie van telkens een andere kaart die
Annette Fienig aan het begin van elk hoofdstuk maakt.
De
gebeurtenissen uit het voorgaande boek hebben er bij beide kinderen diep
ingehakt en ze lijken steeds meer van elkaar te vervreemden. Silke leeft
voortdurend in angst, maar ze blijft ernaar verlangen om ooit terug te keren
naar huis en probeert de herinneringen aan hun overleden ouders levend te
houden. Zij is het die zonder klagen op strooptocht gaat en de konijnen vilt want
ze ziet het als haar taak om voor haar broer te zorgen. Janis is diep
teleurgesteld over alle leugens, innerlijk verhard, wantrouwig en onverschillig
geworden. Hij ziet een toekomst voor zich als eenzame houtbewerker in de
bergen.
Er
bestaan leugens in alle soorten en maten. En daaruit vloeit meteen ook de vraag
voort of elke leugen per definitie slecht is. Wanneer Silke ervoor zorgt dat
zij en Janis zich kunnen aansluiten bij het rondtrekkend zigeunerpaar Loore en
Ranno, onderwijst Loore Silke in de kunst van het kaartleggen. Ze laat haar
zien dat de kaarten op zich bijkomstig zijn en dat het er vooral om draait te
achterhalen wat mensen willen horen. ‘Ik lees geen plaatjes, ik lees mensen.’ Al
snel beseft Silke dat Loore enkel geld aan hen wil verdienen, maar Janis begint
ondertussen net een beetje te ontdooien in het gezelschap van de zachtmoedige
Ranno, die hem bovendien wist te herenigen met zijn geliefde ezel Kiezel. Om
Janis er toch van te overtuigen dat ze moeten ontsnappen, verzint Silke dat de
twee hen willen verkopen. Maar wanneer ze met Kiezel door de heuvels zwerven,
begint Silkes leugen, hoe goed haar bedoelingen ook waren, steeds harder te aan
haar knagen.
De
tweeling vindt onderdak in de herberg van mevrouw Balter, die als balsem is
voor hun ziel. Hof werkt dit karakter mooi genuanceerd uit. Ze zet mevrouw
Balter neer als een warme, stabiele moederfiguur ,waarvan je als lezer wel moet
houden. Ze is streng, maar voelt hun noden feilloos aan. Wanneer opa Dillebod zijn
kleinkinderen komt halen om mee naar zijn landgoed Meckelhove te gaan, wil
aanvankelijk alleen Silke mee. Mevrouw Balter verschaft Janis en Kiezel nog een
tijdje onderdak. Wanneer Silke vlak voor haar vertrek naar Meckelhove haar
leugen eindelijk aan Janis opbiecht, kan mevrouw Balter niet voorkomen dat
broer en zus in conflict uit elkaar gaan.
De meest onthutsende bekentenis komt van opa Dillebod. Het
is prachtig om te lezen hoe hard Silke en opa na haar aanvankelijke boosheid daarover
hun best doen om gewoon met elkaar om te gaan. Hof vat dit proces in een mooi
beeld: ‘Ze deden voorzichtig, alsof ze geschaafde knieën hadden na een
valpartij. Er zat een dun korstje op, ze mochten niet peuteren.’ En
uiteindelijk richt Silke zich op een toekomst in Meckelhove. Op het einde komt
ook Janis aan met Kiezel. Na een moeizaam ontwikkelingsproces van mekaar
aantrekken en afstoten, hebben ze mekaar nu echt gevonden. Bovendien lijken ze
allebei geaccepteerd te hebben dat sommige leugens ‘uit liefde’ gebeuren.
Marjolijn.
Hof, Annette Fienieg: De kaarten van madame Petrova, Querido,
Amsterdam-Antwerpen 2022, 296 p. : ill. ISBN 9789045123981. Distributie L&M
Books
deze pagina printen of opslaan