'Voor een dag van
morgen’ en ‘Ik heb je liever’, twee gedichten van Hans Andreus die zonder
twijfel tot de bekendste van de Nederlandse poëzie behoren. Dat hoeft niet te
verwonderen. Ze gaan over de belangrijkste thema’s binnen de poëzie in het
algemeen én Andreus vond een poëtische verwoording die zo helder is dat ze
iedereen kan aanspreken en zo compact en ‘af’ dat je geen woord kunt weglaten
of toevoegen zonder het gedicht te beschadigen. Dat geldt trouwens ook voor
andere klassiekers als ‘Je bent zo/mooi/anders/dan ik’ of ‘Ik heb je lief. /
Men kan het niet, nooit helpen’ die ook in deze bloemlezingen ‘liefdevolle’
gedichten zijn opgenomen.
‘Liefdevol’ is volgens de korte verantwoording het centrale
thema dat als uitgangspunt diende voor de selectie. Daarbij werden niet alleen
liefdesgedichten geselecteerd, maar ook gedichten over liefdevol afscheid nemen
of andere thema’s die de dichter liefdevol benadert. De 65 gedichten bieden een
mooie staalkaart uit de poëzie van Andreus. Ze komen uit 25 bundels, aangevuld
met 5 verspreide gedichten. Anderzijds is het ook een beperkte selectie uit de
honderden gedichten die Andreus schreef. Wie een completer beeld wil krijgen
van de poëzie van Hans Andreus, zal de Verzamelde
gedichten (1984) ter hand moeten nemen. Al is ook dat werk niet volledig,
zo zijn in geen van de twee uitgaves gedichten opgenomen uit de vier bundels
voor kinderen die Andreus publiceerde. Dat is niet de enige gemiste kans, de
verantwoording bij deze selectie is bijzonder mager: ze noemt enkel het
centrale thema én de Verzamelde gedichten waaruit geselecteerd werd. Een
uitvoeriger verantwoording van de selectie met een verhelderend essay over de
poëzie van Andreus zou deze bloemlezing rijker gemaakt hebben.
Maar los daarvan
geeft deze selectie voor een breed publiek wel een aantrekkelijke inkijk in
Andreus’ poëzie. Zijn belangrijkste thema’s komen meteen naar boven in de titel
van het tweede gedicht ‘Liefste en dood’. Dat gedicht laat ook zien hoe zijn
poëzie vormelijk aansluit bij die van de Vijftigers of Experimentelen door de
vrije versvorm, de associatieve stijl en de lichamelijke taal. Neem de vierde
strofe:
‘Wat weet ik wat weet ik de liefste haar
lichaam
haar mond en haar
ogen wat weet ik misschien
de
dood in haar lichaam het licht staat te huilen
nee dat niet ik dank je ik dank
je nog wel.’
In deze strofe en in zijn hele poëzie worden de centrale thema’s van
liefde en dood geconcretiseerd in motieven die ze een sterke eenheid geven, met
voorop het licht en het lichaam, en verder het mysterie van de vrouw, het
universum en de dood. Licht en liefde worden opvallend vaak gecombineerd, zoals
in het volgende, heel compacte gedicht:
‘Licht, leer me
het laatste
en eerste:
de liefde
die ik nog
mis
want voor wei ook
en die ook
jou is.’
Maar ook licht en lichaam
komen vaak samen voor, zoals in het slot van ‘In de nacht’: ‘onze lichamen /
gaan, / die het licht in de dingen hartstochtelijk beschrijven.’
De laatste gedichten
combineren de kernmotieven met aftakeling, afscheid nemen en de gedachte aan de
dood. Heel sterk is er het verlangen naar warmte en liefde, maar ook naar het
verder leven in de ander én in zijn poëzie, iets waar de dichter in elk geval
in geslaagd is:
‘Tot mijn dood een dichter,
hoop ik dat mijn woorden
eenmaal zonder schrijven
zullen leven in die mens
die ik liefheb, al de mensen
en het leven dat ik liefheb.’
Hans
Andreus: Je bent zo mooi anders. Liefdevolle gedichten, Leopold, Amsterdam
2024, 80 p. ISBN 9789025885724. Distributie Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan