In ‘de
rode stad’, een van de bijnamen van Bologna, is het voor het hoofdpersonage
Mahmood Omer, niet heel ingewikkeld om homo te zijn. Zijn hartsvriendin Patty
weet het al tijden en zijn vrienden hebben er geen moeite mee. Zijn moeder
vindt het geen enkel probleem, of zijn vader er ook zo over denkt, weten we nog
niet. Die is een paar jaar terug vertrokken naar zijn vaderland Lybië, om zich
daar aan te sluiten bij het verzet tegen dictator Kadhafi.
Het wordt wel iets ingewikkelder als hij op een dag als een
blok valt voor een wat oudere man (die er overigens opvallend jong uitziet),
Davide, bibliothecaris op de universiteit. Mahmood windt er geen doekjes om,
hij zegt meteen tegen Davide: ik wil met je naar bed. Maar Davide is
voorzichtig. Hij heeft in Rome een lastige relatie met zijn hartsvriend Matteo
achter de rug. Davide was verliefd, maar Matteo, hetero, niet. Dit verhaal
wordt verteld in Kromhouts vorige YA-boek, De poppenspeler van Lampedusa
(Leopold 2022). In die wat langere roman is Matteo hoofdpersonage. Davide vindt
zichzelf ook te oud: hij is 49, Mahmood 19. Er gaan praatjes. Op zijn werk
wordt Davide gewaarschuwd en Mahmoods vrienden lijken iets gereserveerder.
Intussen wordt iets verteld over het (politieke) decor van de
jaren 1980. Een uit de stad vertrokken passagiersvliegtuig verongelukt, al gauw
lijkt het om een aanslag gegaan te zijn, alleen dan met een fatale vergissing.
De regering houdt de informatie vaag. In Mahmood vestigt zich de gedachte dat
zijn vader medeverantwoordelijk zou kunnen zijn voor deze terreurdaad. Op de
achtergrond en in het slot speelt ook de voortdurende dreiging van aanslagen
door de zogenoemde Rode Brigades.
Mahmood en Patty zien elkaar wat minder. Mahmood is vaak
bij Davide, die zich na een tijdje veel gemakkelijker overgeeft aan hun
relatie. Patty stort zich met hart en ziel in een nieuwe actualiteit met protestacties:
de aandacht voor het milieu, getriggerd door het goed lezen van het Rapport van
de Club van Rome.
Evengoed is dit politieke decor vooral
van belang voor de plot (en vertelt Kromhout er in het nawoord over), maar het
is niet de hoofdfocus. De aandacht ligt vooral bij de liefdesrelatie en ook bij
het verdere, nieuwe leven van Mahmood. Hij stopt met zijn studie literatuur (op
de faculteit loopt onder anderen de wereldberoemde professor en schrijver
Umberto Eco rond) en stort zich op wat hij ziet als zijn nieuwe toekomst: de
kookkunst. Dan zit je in Bologna ook goed, een andere bijnaam voor de stad is
‘de vette’ (la grassa), en die slaat op de culinaire cultuur daar. Mahmood
loopt stage in een gerenommeerd restaurant, maakt een culinair reisje, oefent
op zijn moeder en haar vriendinnen, etc. Na de informatie in het nawoord over
de tijd waarin het verhaal speelt, komt het eten veel uitvoeriger, vijf
tegenover elf pagina’s, aan de orde, met uitgebreide recepten.
Kromhout schijft met
liefde over dit soort zaken, Italië lijkt zijn tweede vaderland, op gezette
tijden woonde hij er ook enige tijd. Hij schreef erover, non-fictie: Naar
Italië (en neem gerust je ouders mee) (Leopold 2010), en fictie, zoals een
schitterend, bekroond verhaal met personages uit de Commedia dell’Arte: De paljas
en de vuurvreter (Querido 1993). En in 2022 dus De poppenspeler
van Lampedusa.
Het zou zomaar kunnen dat Kromhout er een trilogie van maakt. Hij is een
fan van trilogieën, zie zijn Bloomsbury-reeks en die over Klaus Mann. In deze historische
drieluiken besteedt Kromhout ook veel aandacht aan de andere dan de
heteroseksuele liefde. Bij Klaus Mann bijvoorbeeld in een tijd dat homo of
biseksueel zijn behoorlijk problematisch was. Mahmood heeft het duidelijk wat
gemakkelijker, de stad van toen lijkt niet homovijandig. Maar dan komt zijn
vader thuis… De achterflap meldt dat het boek over een onmogelijke liefde gaat.
Tot op zekere hoogte lijkt dat inderdaad het geval, en Kromhout komt met een
zeer rigoureuze oplossing.
In tegenstelling tot De
poppenspeler van Lampedusa kiest Kromhout hier voor een kleine roman, een novelle.
Mahmood wordt in een korte, heftige en beslissende periode van zijn leven
neergezet. Het verhaal wordt doeltreffend, prettig en snel verteld, met een
hoofdpersoon die je in zijn enthousiasme en min of meer naïeve aanpak inpalmt
en meeneemt. Tijd voor enige beschouwing is er niet, het boek is vrij plotgericht.
Hetzelfde geldt voor meevoelen met de door genoemde politieke omstandigheden
ontstane ellende. De laatste pagina voelt een beetje als een afraffeling en is ook
een beetje sentimenteel. Maar in het slothoofdstuk zit wel een wonderschoon
spanningselement, een detail over de koffer van Davide die voor een lezing naar
Florence vertrekt. Die biedt de mogelijkheid voor de lezer twee aflopen te
verzinnen.
En daarna is er dus vooral veel aandacht voor van alles
rond Italiaans eten, wat je de indruk geeft dat je een licht boek gelezen hebt.
Ik gok erop dat
er een derde boek komt, en dat Patty daarin hoofdpersonage wordt. Haar
sympathieke activiteiten worden hier maar zijdelings genoemd en zijn duidelijk
verwijzingen naar de huidige actualiteit. Maar wellicht wordt het weer een
mannelijk iemand. Met Mahmood in beide gevallen als bijfiguur.
Rindert Kromhout:
Liefde en dood in de rode stad, Leopold, Amsterdam 2023, 127 p. ISBN
9789025885786. Distributie Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan