8+ - ‘Als ik jouw prinsesje ben, ben jij dan de koningin?’,
vraagt Sterre aan haar moeder. Ja, moeder is de koningin en wel een heel
bijzondere: een geheime koningin met een geheime opdracht. Ze is elk jaar een
dag lang de zonnekoningin. Als Sterre het geheim kan bewaren, dan mag zij de
zonneprinses zijn. De volgende ochtend staan ze voor dag en dauw op en fietsen
naar een heuvel buiten de stad. Omdat de zon de oproep van haar koningin – ‘Kom
maar omhoog, mijn zon, kom maar, kom maar omhoog, mijn zon…’ – niet
beantwoordt, maakt Sterre een dansje. En omdat het nog steeds nacht blijft,
speelt Sterre een melodietje. Het meisje neemt het initiatief van haar moeder
over, zij, de koningin, danst en zingt mee. En jawel, plots ‘een bleek
splintertje, aan de rand van de lucht.’ Het wordt een heel bijzondere dag, want
alles gebeurt in het licht dat Sterre mee heeft doen ontstaan.
Wat een bijzondere
ode is dit aan de individuele kracht van de mens en aan de verbeelding. Sterre zal voortaan de dag anders tegemoet
zien, haar moeder heeft haar een gouden perspectief meegegeven. De personages
krijgen geen concrete context, we lezen niets anders over hen dan dat mama op
haar bezem leunde – een weinig koninklijke pose, dus – van waaruit ze voor haar
kind haar status als zonnekoningin opbouwt. Zonder ze te noemen, raakt Grossman
levensvragen aan in een universeel verhaal over het vermogen van elkeen om de
dag in handen te nemen en een bijzonder licht te laten vallen op een stukje van
het leven.
De tekst, in zacht deinende,
melodieuze zinnen laat zich bijzonder goed voorlezen – wat mede de verdienste
van Edward Van de Vendel is, die voor de
vertaling zorgde. De Israëlische kunstenares Michal Rovner maakte, zoals eerder
in David Grossmans boek De omhelzing
(2011), uiterst eenvoudige tekeningen die sterk aan het inlevingsvermogen de
verbeelding appeleren. De eerste prenten zijn simpelweg in zwart potlood
getekend, maar gaandeweg komt er wat kleur in de tekeningen. Ze baden zelfs
even royaal in een gouden glans wanneer de moeder haar kind vertelt hoe ze
zonneprinses kan worden. Wanneer ze door het duister fietsen is in de
overwegend grijze prent altijd ook een zweepje kleur te zien. Ronduit prachtig
in al haar eenvoud in de prent waarop het eerste licht verschijnt. Horizontale
penseelstreken vormen het mistige landschap waaruit langzaam het duister
wegtrekt, in de verte zie je het silhouet van een man die de bomen welterusten
kust. Wanneer de zon de oproep van haar koningin en prinses beantwoordt, lijken
de zonnestralen zelfs rechtstreeks uit hun lichaam voort te vloeien. De ondertoon
van magie die uit het verhaal spreekt, neemt Rovner heel mooi mee in haar
beelden.
De zonneprinses heeft een vierkant formaat en is nog iets ruimer
vormgegeven dan De omhelzing, van
dezelfde uitgever. Er staan hooguit een paar regels per bladzijde, de
overwegend minuscule tekeningetjes zijn omgeven door veel wit. Een rustige,
knappe stilering die uitnodigt om te herlezen, en herhaaldelijk en lang te
kijken. Niet alleen voor kinderen, overigens.
Aan de basis van dit verhaal ligt een
anekdote, vertelde Grossman
toen hij eind 2015 te gast was in Gent voor een lezing georganiseerd door het
Studium Generale. Bij het slapengaan had
hij zijn kinderen verteld over de zon die onder gaat als het nacht wordt. De
volgende dag stond zijn zoon in alle vroegte en erg onzeker aan zijn bed met de
vraag of de zon vandaag wel weer zou opkomen. Het is die onbevangen
verwondering, typisch voor kinderen, die hem inspireerde om dit boek te
schrijven.
Amsterdam : Cossee 2015, [50] p. : ill. Vert. van: The sun
princess door Edward van de Vendel. ISBN 9789059366183
deze pagina printen of opslaan