9+ - Voor (erg) jonge kinderen zijn
de telboeken nauwelijks te – tja – tellen. Eens kinderen ouder worden en hun
rekenkundig inzicht complexer, is het wat verder zoeken naar boeken die daarop
inspelen. Het referentiewerk in dat genre is wellicht De telduivel: een hoofdkussenboek voor iedereen die bang voor wiskunde
is van Hans Magnus Enzensberger. In het Nederlandse taalgebied kwam daar
enkele jaren geleden Het wiskundehondje bij,
een verzameling ‘wiskundecolumns’ van Margriet van der Heijden, die eerder
verschenen in NRC Handelsblad. En nu
is er dus Alice in Wiskunde Wonderland :
een avontuur langs priemgetallen, breuken en tafels van vermenigvuldiging van
Carlo Frabetti en illustrator Wendy Panders.
Net als in De telduivel staat er een hoofdpersonage centraal dat geen enkele
voeling heeft met wiskunde. Maar nauwelijks heeft Alice luidop over haar
wiskundehuiswerk geklaagd, of daar duikt ‘vanuit de struiken naast haar bankje
als bij toverslag een vreemde figuur op’, die wiskundige én dichter beweert te
zijn. Lezers met enige culturele bagage weten al ruim voor het expliciet aan
bod komt wie dit is – en waarom Wonderland een goede plek blijkt voor een
inleiding tot wiskunde. Het intertekstuele spel met Alice in Wonderland en de schrijver Lewis Carroll/ Charles Dodgson verbindt
in een vlotte beweging allerlei rekenkundige weetjes, formules en raadsels, al
blijft het vaak de vraag of het ene het andere niet nodeloos in de weg zit. Wie
écht niet van wiskunde houdt, zal allicht moeite hebben mee te stappen in het
wiskundige denken en wie dat wel graag doet, brengt misschien niet het geduld
op voor de ‘remmende’ – en, toegegeven, wat ‘dunne – verhaalelementen. Toch
slaagt Frabetti er goed in beide samen te brengen en nodigt het verteltempo uit
om mee te gaan denken, puzzelen en proberen.
De speelse illustraties van
Wendy Panders geven kleur en humor aan het verhaal. Met haar Alice-figuur
refereert Panders duidelijk aan de Alice-versie van Floor Rieder, al haalt ze
niet het hoge niveau van Rieders informatieve illustraties. Vanzelfsprekend verbeelden
heel wat van de prenten precies en helder wat er staat omdat dat nu eenmaal
nodig is om de ideeën aanschouwelijk te maken. Meer dan eens echter voegen de
illustraties precies dat kleine visuele grapje toe dat de lezer uitdaagt net
wat langer te kijken. Die vertraging draagt bij tot de uitnodiging aan lezers
om in het wiskundige denken mee te gaan.
Wie bij dit boek nog steeds niet de minste aandrang voelt
om aan het rekenen en puzzelen te gaan, heeft wellicht écht geen kaas gegeten
van wiskunde. Laatst was ik op een workshop ‘storytelling’ waar de aanwezige
wiskundigen stelden hoe moeilijk het is om wiskunde in een verhaal te gieten. Alice in Wiskunde Wonderland illustreert
hoe het kan, en brengt zijn lezers overtuigend een stapje dichter bij de poëzie
van cijfers, formules en getallen.
Carlo
Frabetti, Wendy Panders: Alice in Wiskunde
Wonderland, Lannoo, Tielt 2018, 176
p. Ill. Vertaling van Malditas matemáticas. Alicia en el Pais de los Números
door Lies Lavrijsen. ISBN 9789401441193
deze pagina printen of opslaan