10+ - Je kent die vertellers wel. Die kruipen
in taal, beelden en terzijdes, redelijk duidelijk als volwassene, in de huid
van de ik-figuur en beginnen meteen met je toe te spreken. Nu en dan vraagt hij
je iets, hoopt dat jij niet zo’n rotjoch in de klas hebt als - , of vraagt hij
je wat ‘jij in Lezersland’ ergens van denkt. Deze keer vertelt hij je dat hij
echt waar, terwijl hij toch al negen is, nog nooit heeft gezwommen. Wel is hij
zo dom net te doen of hij het erg goed kan als de juf heeft meegedeeld dat de godsdienstles
wordt vervangen door de zwemles.
Timon (de naam wordt uitgelegd, evenals de rare achternaam:
Titus) gaat een wedstrijdje aan, wordt in het water geduwd en zinkt meteen als
een baksteen. De mooie knappe kop van de klas, Veronica, haalt hem eruit.
Behalve dat ze hoogbegaafd is, kan ze ook reddend zwemmen (pas veel later
blijkt ze eindelijk iets niet te kunnen: voetballen). Tot overmaat van ramp
blijkt dat Timons zwembroek achtergebleven is in het water. Timons moeder
ontploft waar iedereen bij is, en… is de volgende dag verdwenen. Ze is
opgenomen in een psychiatrische kliniek.
Er moet een relatie zijn tussen dit niet mogen zwemmen en
moeders (tweede) opname. Het vinden van die relatie levert de verdere spanning
van dit boek, waarbij ook aan de orde zal komen wat de rol is geweest van de
vader van Timon, die volgens moeder dood gegaan is toen Timon één jaar was. En
waarom is de knuffel ‘meneer Pluis’ zo alles bepalend en heeft moeder op al
haar schilderijen alleen hem afgebeeld? Timon gaat wonen bij zijn tante Mill en
oom Chris, en hun kinderen Clay en Juni. En wie woont er naast hen? Veronica!,
dat komt goed uit, zij is de ideale hulp, meer dan dat.
Lang valt er werkelijk niks te
mopperen over De jongen onder water.
Het verhaal is vlot geschreven, met een hoop humor, maar heeft ook gepaste
aandacht voor gezinsellende. De beeldspraak zorgt ook meteen voor een helder
beeld, zoals deze: ‘Hij had een fikse kaak, net een pak kaarten’. Of: ‘Ze was
er áltijd. Net als de bank of de tv’. De weergave van de schoolscènes, die in
het zwembad en van de vriendschappen is adequaat. Het schooluitje naar het Tate
Modern kun je zo inlijsten: trefzeker én informatief. Het laat ook zien hoe
kinderen tot elkaar kunnen komen op het punt van kunstbeleving. Het werk van de
bijna altijd opgefokte oom Chris (veel gebakken beurslucht) wordt schitterend
belachelijk gemaakt. Veronica kan in de top tien geslaagde helpers:
hoogbegaafd, sociaal, attent met toch een klein steekje los, waardoor ze
wekelijks een paar uur buiten de les naar kunstzinnige therapie gaat. Erg mooi,
zelfs in de clichés, is ook de weergave van het gezin van tante Mill en oom
Chris. Oom altijd aan het werk, tante aan het tennis en de verveling, met een
keer in de week quality time: gezinsavond! Alleen dan zonder oom Chris.
Je zou bijna zeggen: de climax waar vrij heftig naar toe
gewerkt wordt, kan nu alleen maar tegenvallen. En dat gebeurt inderdaad. Op
zeer ongeloofwaardige wijze weten de kinderen gezamenlijk de plek te vinden
waar Timons moeder naartoe gegaan is en daar doet het vervolgens erg pijn van
het verzinnen, de sentimentaliteit en van de dramatiek. Een auto rijdt filmisch
over het groen en raakt spectaculair te water, Timons moeder en tante Mill
schreeuwen elkaar hun liefde toe. De oorzaak van alle ellende van moeder én de
ontraadseling van het zwemgeheim worden erg vet gebracht -- gelukkig geven de
slotstukjes weer lucht, en humor.
Verder is het jammer dat er vrij weinig ruimte is geboden
aan de illustrator. Er zijn twee fraaie dubbelpagina’s, eentje van Timon in het
zwembad, eentje van Timon die naar de kamer van Veronica kruipt over een
ladder. Verder zijn er nog twee portretjes, van Veronica en van oom Chris,
tierend aan de telefoon op zijn werk. De rest is vulsel: een paar potloodjes,
een vaas. En dan hebben we nog een afbeelding van een meneer Pluis-schilderij
van moeder. Net als de rest in zwartwit, maar onvolledig, zodat we er eigenlijk
niks aan hebben bij het oplossen van de puzzel van moeders probleem.
Maar er is dus veel
wel erg geslaagd aan dit boek, waarbij overigens de vraag is wie er het meest
van dit boek zullen genieten: kinderen of volwassenen. Laten we het erop houden
dat jonge lezers zeker zullen meegaan in de hilarische scènes (aanwezig tot in
het volbloed happy end), en dat er in elk geval (ook) veel te halen is voor
volwassenen.
Adam
Baron, Benji Davies: De jongen onder water, Billy Bones, Amsterdam 2018, 240 p.
: ill. ISBN 9789030504085. Vertaling van Boy Underwater door Anneke Bok.
Distributie Agora Books
deze pagina printen of opslaan