6+ - Wolvin Masja, die zich beeldvullend voorstelt op de eerste
pagina van dit verhaal, is op Iwan. Ze vertelt, in de ik-vorm, hoe geweldig hij
is, hoe stoer, over zijn bek vol tanden en de schitterende wijze waarop hij kop
en kont van een kind (de jonge lezer!) naar binnen werkt. Tot hij op een dag,
het is volle maan, ineens in een man verandert. Het is meteen uit met de
verliefdheid van Masja.
De andere (drie) wolven weten hier nog niets van, maar ze
komen er achter als het in de nacht van een feest opnieuw volle maan is. Iwan
moet naar de WC… en wordt weer een mens. Ze lachen zich helemaal gek als dat
slappe mensje probeert te doen als wolf, een grom produceren bij voorbeeld, en
jagen hem weg. Het komt tussen hen niet meer goed, met Masja wel? Je komt er
achter als je Iwan volgt als mens, hij is dan weerman, een mooie vondst. Hij
voorspelt hondenweer, waarschuwt voor een heftige storm. Prettige avond nog
(een terugkerend zinnetje in dit verhaal, dat op verschillende plekken geestig dienst
doet).
Wolvenweer is een nieuw, zeer
overtuigend deel van de sterke reeks ‘Tijgerlezen’, met allemaal grote namen
jeugdboekenschrijvers en illustratoren, waarin met humor en vaart verteld
wordt, niet zelden tegen het keten aanleunend. De boeken hebben lekker veel
illustraties.
Een
wolf als hoofdpersoon is in deze tijd van wolvenhaat en -liefde sowieso al
geinig, en hij/zij kan ook best tekeer gaan. Zoals in de scène waarin de groep
wolven op instigatie van Iwan een school ‘bezoekt’. Als wolf is Iwan echt de
sterkste en de ruigste, Iwan de Verschrikkelijke, denk je onwillekeurig. De juf
weet maar net het vege lijf te redden. Masja houdt een wandkaart aan de visite over,
van Nederland, ook handig voor een weerman.
Het boek heeft, geheel volgens
de ‘regels’ van de reeks, een enorme vaart. Er valt veel te lachen en je
struikelt over de woordgrappen (de titel is er meteen eentje) en ‘aangepaste’
uitdrukkingen. Hondenweer is een woord waar de wolven door achterover vallen
van het lachen, maar verderop zien we ze voorbij vliegen in de door Iwan
voorspelde storm. Masja en Iwan zitten dan gezellig op een beschutte plek, in
een grot, die je zou kunnen zien als een huiskamer gelet op wat er allemaal in
beeld verschijnt.
De naam van de illustrator staat
in dezelfde lettergrootte op het voorplat, en terecht. Auteur en tekenaar
brengen evenveel in en vullen elkaar voorbeeldig aan of breiden elkaar uit, zo
kun je het ook zeggen. De twee hebben al vaak samengewerkt, onder andere in Het werkstuk,
of hoe ik verdween in de jungle, Per
ongeluk! (CPNB 2015) en Spinder. In deze drie tekende Rogaar in
zwartwit. In Wolvenweer zijn alleen de kleuren gebruikt die ook op
het voorplat te zien zijn: geel en blauw. Geel voor alle ogen, het blauw voor
de volle maan die op een flink aantal pagina’s te zien is. Dat blauw is waarschijnlijk
een geintje naar de benaming in de volksmond, later overgenomen door de
wetenschap, die een maan blauw noemt als hij de tweede volle maan in één maand
is.
Rogaars tekenwerk is slechts in
schijn een rommeltje, en zeer doeltreffend, zie de uitdrukkingen van woede,
hilariteit, spot en liefde op de koppen van de wolven. De twee uiterlijken van de
Iwans worden fraai verbonden. De illustraties zijn ook erg geestig. Het potlood
wordt op veel plekken lekker krassend en strepend ingezet. De storm spat van de
pagina, zelfs de letters van wat Iwan roept, dwarrelen door de lucht. Als we
goed opletten zien we net de contouren van een schuilplek. Deze grot is op de
volgende pagina een oase van rust en stilte.
Simon van der Geest,
Karst-Janneke Rogaar: Wolvenweer, Querido, Amsterdam 2022, 105 p. : ill. ISBN
9789045127910. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan