Nederlands proza

BOEKEN NR. 3, MAART 2022

Lisa Weeda: Aleksandra

door Jooris van Hulle

Aleksandra, de grootmoeder van de Oekraïens-Nederlandse schrijfster Lisa Weeda, is ruim in de negentig nu. Dat ze nu, ver van haar familie in haar geboorteland, moet meemaken hoe de Russen het land zijn binnengevallen en anno 2022 Europa dreigen mee te sleuren in een vernietigende oorlog, geeft Aleksandra, het boek waarin Lisa Weeda de familiegeschiedenis in kaart brengt, een pijnlijke actualiteitsdimensie. Het boek verscheen eind vorig jaar en is erop gericht doorheen het levensverhaal van oma Aleksandra een beeld op te hangen van de verscheurdheid van het land.  

Het verhaal neemt een aanvang in 2018, wanneer Lisa op vraag van haar oma vanuit Oekrïne naar het door Russische rebellen overheerste Loegansk wil reizen om daar haar verdwenen neef Kolja te zoeken en op diens graf het doek te leggen dat de familiegeschiedenis verbeeldt. Generaties lang hebben de vrouwen in Weeda’s familie aan het doek met rode en zwarte patronen gewerkt,
 
‘twee kleuren, o mijn twee kleuren, allebei in de stof, allebei in mijn ziel. Twee kleuren, o mijn twee kleuren, rood voor de liefde en zwart voor het verdriet.’
 
Lisa waagt het erop de grensovergang met Loegansk (thans een door Poetin erkende ‘volksrepubliek’) over te steken. Daar komt ze terecht in het ‘Paleis van de verloren Don Kozak’, ze valt in een gat in de tijd en verneemt uit de mond van haar overgrootvader Nikolaj, die in 1953 is overleden, hoe het de familie is vergaan. Het paleis, ooit een droom van de Sovjetleiders, kwam er nooit, het bestaat alleen in de plannen die ooit werden gemaakt en de grootsheid van het regime moesten aantonen: overweldigende luxe, tonnen aan graan en levensmiddelen, terwijl de boeren in armoede leefden, ontelbare kamers, waar de geesten van de verdwenen familieleden verder leven.
 
Nikolaj brengt Lisa stap voor stap op de hoogte van wat Aleksandra en haar familie in een wereld van blinde terreur en onderdrukking is overkomen. Met sprongen in de tijd – van de Maidanrevolutie in 2013 tot en met de Krimcrisis en de ‘oprichting’ van de volksrepubliek Loegansk en alles wat erbij kwam kijken in 2014 – herbeleeft Lisa de geschiedenis van haar familie. Voor Lisa is veel, zo niet alles, nieuw daarin, want, zoals Nikolaj haar vertelt:
 
‘je oma is opgegroeid in stilte. In een bad van zwijgzaamheid. We hebben dit aan haar overgedragen. We deden het voor onze veiligheid, zwijgen.’
 
Het familieverhaal is gedrenkt in bloed, machteloos als ze waren tegenover de wreedheid en willekeur van hen die meeheulden met de pro-Russische rebellen. Duidelijk laat Lisa Weeda, zonder te oordelen of te veroordelen, aanvoelen dat keuzes gemaakt dienden te worden, in zoverre dat leden van een en dezelfde familie tegenover elkaar kwamen te staan. Dit is meteen ook de tragiek van het land, ‘in ons land, in onze familie verdwijnen mensen soms om nooit meer helemaal terug te keren, die blijven voor altijd in het midden. Tussen komen en gaan.’
 
Hoe Aleksandra in Nederland terechtkwam, heeft dan weer te maken met de situatie in de Tweede Wereldoorlog, toen ze op transport werd gezet om in Duitsland te gaan werken. Daar leerde ze haar (eerste) man kennen met wie ze na de bevrijding naar Nederland kwam. Hoe Aleksandra het werkkamp heeft overleefd, zelf behorende tot de groep van Untermenschen en daarmee op een lager niveau geplaatst dan de Fremdarbeiter mag in wezen een wonder heten. Hier speelt mee wat haar vader Nikolaj haar zei bij het afscheid: ‘Niet vergeten dat je vader een Don Kozak is, draag dat bij je, dat je een Don Kozakken-kind bent.’ En al even belangrijk en tekenend voor de onverzettelijkheid van haar familie, is wat haar moeder haar op hetzelfde moment meegeeft: ‘Het volk van je vader breekt voor niemand, Don Kozakken buigen mee en staan weer op.’
 
Aleksandra is een roman die de pijnlijke geschiedenis van Oekraïne, en binnen dit geheel de geschiedenis van de Don Kozakken-groep waartoe de schrijfster behoort door haar afkomst, inbedt in een gedurfd en overtuigend literair project. Werkelijkheid en fictie zijn nauw in elkaar verstrengeld, directe zegging en symboliek, onder meer die van het hert met de gouden pijl in de flank – het symbool van de Don Kozakken – schuren langs elkaar heen in een tekst die zoveel meer te bieden heeft dan alleen het portret van een familie.
 
Lisa Weeda: Aleksandra, De Bezige Bij, Amsterdam 2021, 349 p. ISBN 9789403130811. Distributie Standaard Uitgeverij

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri