Vertaald proza

BOEKEN NR. 3, MAART 2025

Marina Yuszczuk: Dorst

door Hugo Van Hoecke

Ter hoogte van de Balkan dook in Europa een paar eeuwen geleden de vampier op als een afschrikwekkend ex-menselijk wezen dat uit de doden was opgestaan en zich kenmerkte door een onuitputtelijke drang naar menselijk bloed -- symbool van leven! In het volksgeloof zijn die ‘wezens’ tijdloos, opereren ze vooral bij nacht, houden ze zich bij voorkeur op in grafkelders, en vooral: bijten ze, om hun bloeddorst te stillen, hun slachtoffers meedogenloos en brutaal in de nek. Als om wraak te nemen op het leven dat hun werd ontnomen.
 
Maar niet zo in deze onconventionele Argentijnse roman. De vampiervrouw in het eerste deel Is niet uitsluitend een tijdloze geweldenaar, ze heeft een quasi menselijke geschiedenis. Twee eeuwen geleden groeide ze met haar zussen op in een of ander Midden-Europees kasteel, waar een zogeheten ‘meester’ hen de ‘stiel’ van vampier leerde. Aan die tijd denkt ze met weemoed terug, want het waren ‘de enige jaren waarin ik mij in overvloed kon voeden’. Als vampier old school dus. Maar dan lezen we in het boek:
 
‘In de loop van de tijd perfectioneerden we onze werkwijze door verleiding toe te voegen aan het geweld. We leken niet langer op beesten. […] Overal waar we kwamen leerden we de taal van de mensen.’
 
Van dan af krijgen we een nieuw soort vampier te zien: een ras even dorstig naar mensenbloed, maar ook met menselijk gedachtegoed en dito gedragingen. Helaas voor hen, onder aanvoering van de Kerk komt een nietsontziende vervolging op gang waarbij enkel de vampier uit het verhaal de uitroeiing overleeft. Doelloos zwervend door Europa geraakt ze uiteindelijk in Hamburg op een schip dat… Argentinië als bestemming heeft. En dat is waar het eigenlijke verhaal begint.
 
Het leven van een vampier duurt weliswaar eeuwig, maar wordt nu bedreigd. Vanuit een soort fin de siècle-gevoel zoekt de vampiervrouw in Buenos Aires haar leven een nieuwe wending te geven.
 
‘Als ik leerde om in dit nieuwe land […] onzichtbaar  te zijn en vooral om in het rijk van de illusie – mijn toevluchtsoord -- te blijven, dan zou ik een kans hebben, al was het maar om te overleven’.
 
Ze neemt haar intrek op de stedelijke begraafplaats, in een aftands mausoleum, en exploreert van daaruit de levende-mensenwereld, niet zonder af en toe haar dorst naar vers bloed de vrije baan te geven in de morbide aandrang om mensen te transformeren in soortgenoten. In de loop der jaren (eeuwen) kijkt ze vanuit haar schuiloord snakkend toe op een oorlog hier, een epidemie daar, een bloederig incident elders, kortom op alle bloederigheid in de mensenwereld, die haar necrofiele aard in vervoering brengt. Wat heeft ze daaraan? Wat maakt haar tot ‘vriendin van de dood’? Dat blijft een mysterie, ook voor haarzelf. De schaarse ontmoetingen die ze op de begraafplaats heeft met ‘echte’ mensen (en die steevast eindigen met het slurpen van hun bloed) zetten haar weliswaar aan het denken, maar brengen geen inzicht: ik ben die ik ben, en ‘niemand weet hoe het is om mij te zijn’. Haar laatste ontmoeting is die met een gehavend jong meisje, Leonora; waarna ze, ‘overmand door verdriet, na een tijdskloof waarin er zoveel was vernield’,  zich definitief terugtrekt in haar graf. Maar vooraleer ze dat doet is er nog het sleuteltje.
 
Dat sleuteltje vormt de overgang naar het tweede deel van de roman. Waaiert het eerste deel in acht hoofdstukken uit over twee eeuwen, dan bestrijkt het tweede deel amper zes maanden, gesitueerd in het heden. De opdeling in hoofdstukken wordt vervangen door een datum-indeling. Tegelijk treedt een andere ‘ik’ op de voorgrond: een hedendaagse gescheiden moeder met een zoontje, die het saaie leven in Buenos Aires, haar tegenslagen op het werk en in de liefde, kortom haar hele bestaan in vraag stelt. Net zoals de vampiervrouw uit het eerste deel piekert ze zich suf over de moeizaamheid van het leven en de schijnbare zinloosheid ervan. Het sleuteltje dat ze aangereikt krijgt brengt daar beweging in. Want het past op… het mausoleumgraf van de vampier. Het wordt ‘haar laatste dag in een vertrouwde wereld’. Een dag die finaal uitmondt in een lijfelijke ontmoeting met de vampier, met wie ze haar pessimistische levensvisie kan delen.
 
‘Aan de horizon wachtte de dood, inderdaad, maar ook dit volwassen leven, dat me in bijna elk mogelijk opzicht teleurgesteld had’.
 
Want, zo klaagt ze, welk uitzicht wachtte haar ‘aan de andere kant van deze als een golf groeiende pijn? nog meer pijn…’. Ergens in het boek spreekt de vrouw het gevoel uit -- en dat zou wel eens de hot item kunnen zijn van haar en dus Yuszczuk’s betoog -- dat mensen allemaal, van de ene op de andere dag, aan de elementen zijn overgeleverd.
 
Het is geen sinecuur om in dit amalgaam van verhaalingrediënten één hoofdlijn te isoleren. Zeker, de centrale lijn die zich aftekent, is die van bloed, pijn, aftakeling en –finaal -- de dood. Maar evenzeer valt op hoe ‘de’ vrouw met haar behoeften -- aan seks jawel, maar vooral aan zingeving -- van begin tot eind de pagina’s kleurt. En wat te denken van de onderhuidse aanwezigheid alom van de grauwe stad Buenos Aires, altijd de dood nabij? Of zijn dit allemaal nevengeschikte thema’s van één omvattende levensvisie, die van decadentie en verval?
 
De roman van Marina Yuszczuk mag dan al doortrokken zijn van morbiditeit en nauwelijks verholen doodsverlangen, de sfeer binnenin is wonderbaarlijk genoeg fris en bijna opmonterend. Komt dat door de vechtlust die erin wordt tentoongespreid? De diepgang van de reflecties? Heel erg bijzonder is alleszins de literaire vaart die Yuszczuk in haar literaire bedenksel brengt en die, samen met haar vermogen tot inleving, aan dit onaardse verhaal kleur en zowaar zelfs warmte toevoegt. Zodat deze ‘gothic story’ zelfs wie de neus optrekt voor het genre moet kunnen bekoren.
 
Marina Yuszczuk: Dorst, Atlas/Contact, Amsterdam 2024, 253 p. Vertaling van La sed door Irene van de Mheen. ISBN 9789025476243. Distributie VBK België

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2025

Blauw of de kleur van blijdschap

Anke Scheeren

Het duurt eeuwig en dan is het voorbij

Anne de Marcken

Het vlindereffect

Mahmoud Darwish

Linea Nigra. Zwangerschap en aardbevingen

Jazmina Barrera

Toen we nog jong waren

Oliver Lovrenski

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2025

De droom van de kraai

Hadi Mohammadi, Salimeh Babakhan (ill.)

Eekhoorn en de verborgen schat

Coralie Bickford-Smith

Het leven van een hagedis van niks

Patrick Ness, Tim Miller

Lars de dwarse dromedaris

Rachel Bright, Jim Field (ill.)

Tantes zijn fantastisch (ooms ook)

Edward van de Vendel, Philip Hopman (ill.)

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri