Vanaf negen jaar

JEUGDBOEKEN NR. 7, SEPTEMBER 2024

David Vlietstra, Yoko Heiligers (ill.): De lijst van Violet Sopjes

door Katrien Maris

10+ - Humor loopt als een rode draad door het werk van de Nederlandse schrijver en leraar David Vlietstra. In De lijst van Violet Sopjes neemt hij de lezer mee in de leefwereld van de elfjarige Violet, die een wel erg origineel plan bedacht heeft. Met elk kind uit haar klas wil ze een speelafspraak maken. Ze hangt haar klassenlijst, eenentwintig leerlingen met haar erbij, tegen de muur van haar slaapkamer en plaatst nauwkeurig een vinkje achter de naam van elk kind dat aan de beurt geweest is. En elke speelafspraak beschrijft ze uitgebreid in een schriftje.
 
Meteen valt op dat Violet speciale klasgenoten heeft, met wie ze de meest wonderlijke avonturen beleeft. Zo werd in het huis van Julia Faber de film Wiplala opgenomen. Bij Jenny Broomans thuis vindt Violet de verloren trouwring van Jenny’s moeder tussen de wortelen, precies op de twaalfde huwelijksverjaardag van de ouders. En tijdens de speelafspraak met Xiomaera van Dijk redt het tweetal een peuter van het spoor. Dit zijn sterke verhalen en het loopt op naarmate het boek vordert. Muze Hoexum kan, net als Pippi Langkous, haar pony optillen. En wanneer ze gaan slootje springen met zijn polsstok wordt Bart-Peter Nusman door de bliksem geraakt, maar ze lopen gewoon terug naar huis. En samen met Nonet van Kammen ontdekt Violet een schuur met tweehonderd uitgestorven gewaande dodo’s.
 
Op een subtiele manier weeft Vlietstra tussen de verhalen flarden van de enorme rugzak die Violet met zich meedraagt. Dwangneurotische trekjes zijn duidelijk voelbaar, alleen al als je kijkt naar haar verzameling speelafspraakjes, haar ‘ventitet’, dat ze koste wat kost compleet wil maken. En ook binnen die verzameling heeft ze liefst alles zo logisch mogelijk geordend. Ze kiest er bijvoorbeeld voor om te starten met de vier klasgenoten wier voornaam met een j begint. Al vroeg in het boek komt de therapie bij Ingeborg, die Violet bij de start van het verhaal vijf schriften gaf, ter sprake. Tussendoor lezen we ook enkele ludieke huiswerkopdrachten die Ingeborg haar geeft. De ene keer moet Violet de postbode om elastiekjes vragen voor een knutselopdracht. Een andere keer moet ze een vakkenvuller in de supermarkt vragen waar de tennisrackets liggen. De oplettende lezer voelt al snel aan dat dit meisje met sociale angsten worstelt.
 
Violet wil Ingeborg aanvankelijk niets vertellen over de speelafspraken, maar de ontmoeting met de dodo’s kan ze echt niet voor zichzelf houden. En dan geeft Vlietstra een inkijk in een wondermooi stukje therapeutische ondersteuning. Ingeborg vertelt aan Violet dat ze alle verhalen in de schriftjes gelezen heeft. Ze complimenteert Violet met haar uitzonderlijke schrijftalent, zegt dat Violet ‘echte, mooie, natuurlijke gesprekken’ heeft neergeschreven die laten zien dat ze ‘juist een prachtige sociale antenne’ heeft. Daarnaast zet ze het meisje stevig terug met beide voeten in de realiteit, met de grootst mogelijke zachtheid. ‘Die kinderen uit jouw schriftjes, die bestaan niet. Dat weet je toch, lieverd? Je hebt ze verzonnen. Je hebt geen klas meer. Je sluit jezelf steeds op in je kamer, met de gordijnen dicht.’ En plots vallen voor de lezer alle puzzelstukjes op hun plaats.
 
Deze sessie betekent een doorbraak. Wanneer haar vriendin Ennie Wijnalda voor de deur staat, kan Violet de harde realiteit voor het eerst echt tot zich te laten doordringen. Enerzijds heeft ze al een jaar niet meer met haar gespeeld en ze mist haar ontzettend. Anderzijds moet ze haar laten gaan, want ze is te bang om haar onder ogen te komen. Een enorm verdriet overspoelt haar en temidden van die wanhoop beseft ze dat ze deze aan zichzelf opgelegde gevangenschap niet meer wil. Mooi is de illustratie die Yoko Heiligers maakte bij dit keerpunt. Ze tekent in duidelijke zwarte lijnen en houdt de kleuren sober, enkel zwart, wit en groen. We zien Violets moeder zitten, haar rug naar de lezer toe gekeerd. Violet zit op haar schoot, beide benen aan de linkerkant bungelend. Opvallend zijn haar dikke huissokken, dit meisje is stevig aan huis gekluisterd. Moeder en dochter zijn haast even groot en ze omhelzen elkaar stevig. Violets hoofd rust op haar moeders schouder en ze lijkt haar ogen voor de lezer af te schermen met haar hand. Het daglicht dat binnenvalt door de strak gesloten glasgordijnen met vrolijke bloemen maakt het verdriet in deze kamer nog zwaarder.
 
Violet heeft nu ook de kracht gevonden heeft om heel bewust te spelen met de grens tussen fantasie en realiteit. Ze verzint nog één speelafspraak, met Edzo Bierema, de pestkop van de klas die het haar zo vaak moeilijk heeft gemaakt. Ze worden ontvoerd door aliens die allerlei onschuldige, uitwendige onderzoekjes op hen uitvoeren. Zo laat Violet op een prachtige, symbolische manier zien dat zowel degene die gepest wordt als de pestkop zich wel eens een vreemde eend in de bijt kan voelen. Bovendien voel je nu heel duidelijk aan hoe ze haar fantasiewereld kan gebruiken als oefenruimte voor sociale contacten en voor het afsluiten van kwetsuren uit het verleden. Violet en Edzo praten hun vroegere conflicten uit en ze vertelt hem onomwonden dat hij verzonnen is. Het einde van het verhaal, waarin Violet met ‘puddingbenen’ bij Ennie gaat aanbellen, voelt aan als een natuurlijke, volgende stap in haar helingsproces.
 
David Vlietstra, Yoko Heiligers: De lijst van Violet Sopjes, Gottmer, Haarlem 2024, 224 p. : ill. ISBN 9789025778903. Distributie L&M Books


deze pagina printen of opslaan



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri