Vanaf twaalf jaar

JEUGDBOEKEN NR. 7, SEPTEMBER 2024

Dolf Verroen, Charlotte Dematons (ill.): Een regenboog in mijn kast

door Katrien Maris

12+ - De vijfennegentigjarige Dolf Verroen schreef al eerder vanuit autobiografisch standpunt over homoseksualiteit. In Niemand ziet het vertelt hij het verhaal van de dertienjarige Victor die het moeilijk heeft met zijn seksuele identiteit in de eerste jaren na de oorlog. In 2020 mocht hij voor dit boek een Zilveren Griffel in ontvangst nemen.
 
In Een regenboog in mijn kast volgen we de dertienjarige, introverte Jasper, die op ziet tegen de broeierig hete zomervakantie die voor de deur staat. Op school is hij geen hoogvlieger. En een jaar geleden vertelde hij aan zijn ouders dat hij homo is. Ze ondersteunen hun zoon en bieden hem alle tijd en ruimte om dit nieuws op zijn eigen tempo met de buitenwereld te delen. Bang voor de gevolgen, blijft Jasper twijfelen om dit te doen. Oma Truus voelt intuïtief al lang aan waar Jasper mee worstelt en reikt hem een handvat aan. Ze doet haar kleinzoon een regenboogriem ‘een homoriem’ cadeau. ‘Als je zover bent, doe je dat ding aan en dan hoef je niets meer uit te leggen.’ De riem belandt in Jaspers kast.
 
Rondom Jaspers twijfel en angst schept Verroen gedetailleerd een omgeving vol opvallende persoonlijkheden, die allemaal op een verschillende, maar zeer uitgesproken manier in het leven staan. Zijn vader is een drukbezette chirurg terwijl zijn moeder haar studies geneeskunde opgaf om voor haar gezin te zorgen. Zij zoekt voldoening in vrijwilligerswerk. Verroen schetst uitgebreid hoe beide ouders uit een totaal verschillend milieu komen. Jaspers vader behoort tot een voorname, rijke familie waarin aanzien, diploma’s en carrière erg belangrijk zijn. Conservatieve waarden worden er hoog in het vaandel gedragen. Het is dan ook begrijpelijk dat zowel mama als Jasper zich met momenten te min voelen in papa’s familie.
 
Oma Truus, mama’s moeder, is een bommoeder die op de barricades staat voor het klimaat en baas wil zijn over haar eigen leven. Ze is het er helemaal niet mee eens dat haar dochter stopte met studeren. Je voelt de liefde tussen Jaspers ouders, maar tussen de regels door laat Verroen ook de onderhuidse spanning tussen hen broeien. Jaspers vrienden uit de buurt hebben hun eigen rugzakje. Jaaps vader behoort tot een streng christelijke kerk en Simons vader is een ‘wappie’. Hij is regelmatig betrokken bij allerlei demonstraties en hangt de vreemdste complottheorieën aan. En dan is er nog Menno, die zich een meisje voelt en hierover rustig durft vertellen voor de ganse klas. Menno’s argeloze openheid verwart Jasper, evenals zijn gevoelens voor hem.
 
Enerzijds lijken de diverse verhaallijnen soms te veel voor één boek. Je moet als lezer goed tussen de regels door lezen om de zorgen van de schuchtere Jasper in dit relationeel kluwen nog te kunnen zien. Bovendien voelen de enorme tegenstellingen tussen de personages soms wat kunstmatig aan. Anderzijds is het wel bijzonder om te ervaren hoe krachtig de drang om zichzelf te zijn in deze maatschappij doorschemert bij alle personages.
 
Verroen beschrijft Jaspers ervaringen met seksualiteit zonder omwegen. Zo wordt hij ‘goed geil ‘van de jongens in de porno die hij soms stiekem kijkt. Masturberen gebeurt haast op automatische piloot. ‘Ik vind het ook niet fijn om het zo vaak met mezelf te doen, maar ik kan het niet laten. Het gebeurt gewoon.’ Wanneer hij voor het eerst gekust wordt door een jongen op een bankje in het park, is meteen voelbaar hoe kwetsbaar hij is en hoezeer dit hem verwart. Hij verlangt hier naar, maar het stoot hem ook af.
 
‘Zijn lippen zijn zacht en warm. Zijn tong glijdt zachtjes mijn mond in. Het is een groot zwaar stuk vlees dat opeens door mijn mond ramt. Het is walgelijk, verschrikkelijk. Ik duw hem van me af, spring op en loop weg.’ ‘Ik voel me vies. En ik begrijp er niets meer van. Ben ik wel homo?’
 
Op een dag vertelt Jasper impulsief aan Simon en Jasper dat hij homo is. Een subtiel detail is dat het de dag erna regent, voor het eerst in die drukkende zomervakantie. Alsof het stukje last dat hiermee van Jaspers schouders glijdt, zich ook in de weersomstandigheden weerspiegelt. Jaap en Simon negeren hun vriend vanaf dat moment. Wel zien we hoe Jaspers onthulling de katalysator vormt voor volgende stappen. De eerste dag van het nieuwe schooljaar draagt hij voor het eerst zijn regenboogriem en stemt hij toe om een spreekbeurt te houden over zijn gevoelens. ‘Ik zeg ja. Ik durf.’ Een sober, open einde dat precies is zoals het moet zijn. Dit is immers de weg die Jasper moet gaan, maar tegelijk wil je deze jongen zo graag beschermen tegen wat komen zal.
 
Dolf Verroen, Charlotte Dematons: Een regenboog in mijn kast, Leopold, Amsterdam 2024, 144 p. : ill. ISBN 9789025886158. Distributie Standaard uitgeverij


deze pagina printen of opslaan



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri