Vanaf zes jaar

JEUGDBOEKEN NR. 7, SEPTEMBER 2024

Els Pelgrom, Sanne te Loo (ill.): Bombaaj!

door Henk van Viegen

8+ - Els Pelgrom kwam in 2022, na 15 jaar publicatiestilte, met nieuw werk, Het levende hoofd, en in dat jaar startte Luitingh-Sijthoff ook met het heruitgeven van oude tiels. Waaronder de klassiekers en Gouden-Griffel-winnaars De eikelvreters (2022, oorspr. 1989) en Kleine Sofie en Lange Wapper (2023, oorspr. 1984). Nu is er dus ook Bombaaj!, het Kinderboekenweekgeschenk van 1995.
 
Terwijl ze lovende woorden spreekt over de zwartwitillustraties van die eerste editie, van Thé Tjong Khing, stelt Joke Linders in haar recensie (Algemeen Dagblad, 4.10.1995) dat dit boekje ‘beslist nog eens in een mooiere editie met kleurprenten uitgegeven moet worden’. Dertig jaar later mag Sanne te Loo die in deze nieuwe uitgave leveren. De tekst is ongewijzigd.
 
Het verhaal speelt zich af in Spanje, het land waar Pelgrom een aantal jaren woonde. De ik-verteller, het hondje Bombaaj, kijkt terug op wat er allemaal wel niet gebeurd is, de afgelopen tijd. Normaal gesproken verloopt zijn leventje tamelijk gezapig. Hij heeft een vriendelijke, maar niet heel gelukkige baas (Serafín). Hij loopt de weg af naar het dorp om met zijn vriendje Koko te spelen, ze gaan soms naar de zogenoemde Wildernis.  
 
Op een dag verandert alles, door de komst van het meisje Ana. Niet voor niets staat ze op het voor- én achterplat. Ze arriveert met de vrouw Luisa (moeder? tante?) en zonder vader op het erf van Koko, en ze blijven daar. Ana is meteen gek op Bombaaj. Bombaaj is even dol op haar en ontdekt iets heel bijzonders: ze ruikt naar het kussen in de stoel van de baas. Een joekel van een vooruitwijzing, zoals zal blijken. Op de eerste full page-illustratie zie je Bombaaj verzaligd liggen in deze stoel.
 
De baas begint na de komst van deze Ana zo nu en dan zomaar te fluiten of te zingen, dus er moet wel iets zijn tussen deze twee. Hij geeft Ana en Luisa een keer een lift naar het strand, en blijft daar ook, zodat Bombaaj te weten komt wat voor prachtigs zon en strand zijn. Dan besluit Serafín met Ana naar Madrid te gaan om te kijken of ze daar haar verdwenen vader Felipe kunnen vinden. Met als start het suggestieve zinnetje: ‘Ik laat me niet weer afpakken waar ik recht op heb’. In Madrid loopt het niet echt gesmeerd, maar na de geëigende moeilijkheden komt het allemaal tot een daverend happy end.  
 
Bombaaj! slaat qua interpreteren van menselijk praten en gedrag de plank soms mis, maar qua ruiken behoort hij tot de top. Zie boven over de stoel, en in Madrid helpt dit bij het vinden van Ana’s vader. Als ik-verteller komt hij soms tot puur dichterlijke uitbarstingen, zoals in de weergave van de sensaties van zee en strand. Helaas doet hij soms ook aan allerlei saaie en functieloze herhalingen. Vooral zinnetjes als ‘of had ik dat al gezegd?’ of ‘dat heb ik geloof ik al gezegd’.
 
Dat hondenperspectief is natuurlijk wel een punt. Het leek Pelgrom bijvoorbeeld leuk om het verhaal ‘hoe het nou allemaal zit met de familie’ niet door een mens te laten vertellen (en dat dan gehoord door Bombaaj). Bombaaj hoort het van Mercè, de kat van de dichter bij wie hij even een poosje ondergebracht wordt door Felipe. Dat gaat wel erg ver, maar goed, dan zou je ook het héle boek kunnen veroordelen: alles valt of staat met het willen meegaan met dit perspectief. Het boekje paste in elk geval wel uitstekend in het thema van de Boekenweek van 1995: Een Beestenboel.  
 
Te Loo kiest voor een vriendelijke manier van illustreren. Boven elk hoofdstuk staat een op vertedering gericht prentje van Bombaaj. Op het laatste hoofdstuk na: daarboven zie je de kat Mercè die het verhaal van de familierelaties vertelt. Er zijn een paar sterke illustraties over de hele pagina, waaronder ineens een heel heftige. Bombaaj is per ongeluk in het Prado terecht gekomen en wordt daar geconfronteerd met een enorm heftig schilderij, dat Te Loo even ijzingwekkend natekent: ‘Saturnus die zijn zoon verslindt’ van Francisco de Goya. Bombaaj schrikt zich rot, en maakt dat-ie weg komt.
 
Erg verrassend en origineel is het wel vriendelijke en toegankelijke verhaal niet, met vaderzoeken als motief en het redelijk gemakkelijk vinden in zo’n erg grote stad. Els Pelgrom schrijft weliswaar beeldend en verzorgd, maar hier en daar ook wat omslachtig en vlak voor het omslagpunt naar het geluk probeert ze een soort literaire mantra uit met het erg vaak herhalen, nauwelijks zonder te variëren, van de zin ‘Ana en de baas waren er niet’. Daar moet je van houden.
 
Een Pelgrom-light in de reeks heruitgaven tot nu toe. Hoe dan ook: het verhaal van Bombaaj in de gewenste mooiere editie Is een feit. Maar wel náást die met de tekeningen van Thé Tjong Khing.
 
Els Pelgrom, Sanne te Loo: Bombaaj!, Luitingh-Sijthoff, Amsterdam 2024, 108 p. : ill ISBN 9789024598762. Distributie VBK België


deze pagina printen of opslaan



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri