‘I have nothing to offer but blood, toil, tears and sweat’: deze woorden sprak Winston Churchill uit toen hij zich op 13 mei 1940, drie dagen na de Duitse inval in België en Nederland richtte tot het House of Commons. De beroemd geworden toespraak inspireerde Bob Mendes bij de keuze van de titel van zijn roman Bloed, zweet en tranen. Mendes, die naam en faam verwierf als auteur van factionthrillers, heeft met Bloed, zweet en tranen misschien wel zijn meest persoonlijke roman geschreven, in die zin dat hij hier teruggrijpt naar autobiografische feiten en gebeurtenissen die worden ingebed in een spannend verhaal dat zich hoofdzakelijk afspeelt tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hoofdfiguur in de roman is Bram Meijer, een joodse jongen die hier ten tonele wordt gevoerd als alter ego van de auteur die zelf enkele jaren jonger is. Het verhaal wordt opgehangen aan de geschiedenis van Bram en zijn familie: hoe hij verliefd wordt op de Roemeense vluchtelinge Lisa, hoe hij haar te hulp komt wanneer ze in de Ardennen misbruikt dreigt te worden door een Duitse officier. Bram verwondt de man met zijn katapult, maar beseft niet onmiddellijk dat de officier Klaus Dohna-Schlodien, een overtuigd nazi, hem altijd zal blijven zoeken.
Zo wordt het verhaal over de Tweede Wereldoorlog het verhaal van een persoonlijke afrekening, die de lezer uiteindelijk confronteert met de gruwel van Oradour. In elkaar relatief snel opvolgende hoofdstukken, waarin het vertelperspectief afwisselend op de familie Meijer en Klaus Dohna-Schlodien is gericht, vertelt Mendes de geschiedenis van een familie tijdens de bezetting. Dat Brams vader Benjamin heet, kan geen toeval zijn: Mendes draagt zijn boek op aan zijn vader, Benjamin. En dat hij Lisa op zeker moment laat dromen dat ze een roman schrijft waarin het verhaal wordt verteld van een man die op een en dezelfde dag twee vrouwen zwanger maakte, verwijst op een directe manier naar Mendes’ roman De kracht van het vuur. Het verhaal over de oorlogstijd zelf wordt in een proloog en epiloog cyclisch omkaderd door het relaas van de confrontatie, zoveel jaren later, in 2011 namelijk, tussen Bram en Dohna-Schlodien op een bijeenkomst in Jeruzalem, waar de Duitse ‘geleerde’ een onderscheiding zal krijgen. Wat dit bij Bram teweegbrengt, wordt door Mendes in een sterke apotheose aangebracht. Bloed, zweet en tranen is een boek dat Mendes vanuit een innerlijke aandrang moest schrijven, maar dat hij nu pas, zovele jaren na de feiten, heeft kunnen schrijven. Dat realiteit en fictie hierbij in een overtuigend geheel aan elkaar worden geregen, is de niet geringe verdienste van de auteur en maakt meteen dat het geheel uitstijgt boven het louter egodocument.
Bob Mendes, Bloed, zweet en tranen, Manteau Antwerpen, 2013, 367 p., € 21,95. ISBN 9789022329320. Distributie: WPG Uitgevers
Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2013
deze pagina printen of opslaan