Wordt er voor jou gekozen of kies je zelf in het leven? Alex, de ik-figuur in deze wat wrange liefdesroman van de Zwitserse auteur Peter Stamm (1963), heeft zijn parallelle liefdesrelaties — die met de schijnbaar onaantrekkelijke Poolse Iwona en die met de beeldschone architecte Sonja — aan anderen te danken. Tijdens zijn studie architectuur in München proberen een paar medestudenten hem bij wijze van grap aan een armoedige en lelijke jonge vrouw te koppelen. Hoewel hij niets in haar ziet, voelt Alex zich onweerstaanbaar door haar aangetrokken. Ze windt hem op en hij voelt pas bij haar de vrijheid en geborgenheid die hij in zijn voor de buitenwereld succesvolle, maar oppervlakkige bestaan mist. Toch trouwt hij kort nadat hij Iwona heeft leren kennen met Sonja, een intelligente carrièrevrouw die ‘potentieel’ in hem ziet. Pas vele jaren later verneemt hij van Antje, een met beiden bevriende oudere kunstenares, dat deze hen bij elkaar heeft gebracht. In een vernuftig geconstrueerde afwisseling van raamvertelling en hoofdhandeling in het verleden, vernemen we de peripetieën van een veeleer wilszwakke man, die ondanks zijn goede bedoelingen alleen maar onrust en frustratie teweegbrengt bij de twee vrouwen die in zijn leven een rol (blijven) spelen. Als Alex bij een van hen een kind krijgt dat hij naar de kinderloze relatie overhevelt, zorgt dit slechts tijdelijk voor een stabielere verhouding. Beide relaties lopen op de klippen.
Stamm schrijft in een bondige stijl, bijna zonder metaforen of vergelijkingen. Met de vele scherpe waarnemingen bevordert het de herkenbaarheid van zijn roman. Moderne architectuur, vriendschapsrelaties, de stress van het beroepsleven, party’s waarop materieel en intellectueel met successen wordt uitgepakt, contrasteren met het bekrompen, armoedige en banale bestaan van de illegale Poolse. Licht en schaduw spelen op vele manieren een rol in de roman, gelukkig wat subtieler verdeeld dan de nogal karikaturale tegenstelling tussen Sonja en Iwona, die aan de voor de mannelijke fantasie zo bepalende tegenpolen heilige en hoer herinnert. Schrijnend is hoe ongelukkig beide vrouwen door uiterlijke of innerlijke dwang met hun moederschap omgaan. Bij een van zijn eerste bezoeken aan Iwona moet Alex aan een uitspraak van architect Aldo Rossi denken, dat elke kamer een afgrond kent. Even ervoor had hij nog de gelukkige gedachte dat Iwona en hij ‘over elkaar waakten in een wereld vol vreemdheid en gevaar’. Die tweeslachtigheid geldt in meer of mindere mate voor ieder personage in het boek. Soms vraag je je af of Zeven jaren niet te zeer op herkenbaarheid mikt: de stijl heeft iets universeels maar tegelijk anoniems, de personages en hun reflecties schieten diverse kanten op, voor elk wat wils: niet echt gelukkig, maar ook niet diep ongelukkig. Misschien is het een subtiele vorm van realisme, een grijszone als het leven zelf. Op een tuinfeest vraagt de moeder van een medestudent aan Alex of het goed met hem gaat. ‘Ik geloof van wel’, antwoordt hij.
Peter Stamm, Zeven jaren, De Arbeiderspers Utrecht, 2013, 210 p., € 19,95. ISBN 9789029587341. Vert. van: Sieben Jahre door Gerrit Bussink. Distributie: WPG Uitgevers
Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2013
deze pagina printen of opslaan