PEN (poets, playwrights,
essayists, editors & novelists) is een wereldwijde auteursvereniging die
ijvert voor de vrije meningsuiting en die zich inzet voor vervolgde schrijvers.
Ook in Vlaanderen heeft PEN een afdeling, met Joke van Leeuwen als
voorzitster en Annelies Verbeke als ondervoorzitster. Samen met PEN
International verzet Pen Vlaanderen zich tegen elke vorm van censuur en wil zij
een cultuur van vrede bevorderen, opdat een gunstig creatief klimaat voor de
volgende generaties ontstaat.
Fatena Al-Ghorra is een uit Gaza gevluchte dichteres, die
in eigen land een grote status genoot en hier als erkend vluchtelinge haar
leven als auteur en mediapersoon opnieuw tracht op te bouwen. Dankzij de hulp
van PEN werd Al-Ghorras vierde dichtbundel, Gods bedrog (Uitgeverij P),
vertaald in het Nederlands. Een cruciale stap in het opnieuw in handen nemen
van haar leven.
Ontworteld
Vier
jaar lang is Annelies Verbeke ondertussen bestuurslid van PEN Vlaanderen. Zelf
zet ze zich voornamelijk in voor gevluchte auteurs in België. ‘Voordat ik begon
was er eigenlijk niemand die zich bezighield met deze mensen. Ik vond het vrij
absurd dat een organisatie van en voor schrijvers ofwel bezig was met het
kijken naar hoe de zaken verlopen in landen ver van hier, ofwel met het in het
oog houden van de vrije meningsuiting in eigen land.’ Verbeke concretiseerde op
die manier PENs leuze, ‘auteurs in de bres voor auteurs’ en stootte dankzij de
databank van ZebrArt, een kind van Vluchtelingenwerk Vlaanderen, en
PEN-bestuurslid Karel Sergen op Fatena Al-Ghorra. ‘Mensen moeten ons weten te
vinden, zodat we hen kunnen helpen. Toen Fatena pas hier was, liet ze honden
uit om te kunnen overleven. Ze was een groot persoon, had status, en heeft dat
allemaal verloren op het moment waarop ze de grens van haar land overstak. Dat
moeten we redden. Wat mensen bereikt hebben, moeten ze kunnen voortzetten, over
de landsgrenzen heen. Dat is een ideaal dat ik wil nastreven.’ Al-Ghorra
bekrachtigt dit. ‘Als ik niet door PEN was opgepikt, had ik nog jaren hard
kunnen werken en proberen, maar zou ik waarschijnlijk nooit bereiken wat ik nu
op relatief korte tijd al bereikt heb. Ze hebben me jaren van ploeteren
bespaard door mij te introduceren in de Belgische culturele gemeenschap.’
Toen Al-Ghorra
hier vier jaar geleden aankwam, was ze een wrak. Er volgde een aartsmoeilijke
periode waarin ze niet enkel worstelde met het taal- en cultuurverschil, maar
ook met het feit dat ze hier helemaal alleen was en niets meer betekende. ‘In
Gaza was ik erg actief. Ik was auteur, had mijn eigen televisieprogramma en
schreef scenario’s voor documentaires. Dat verdween allemaal als sneeuw voor de
zon. Hier kon ik enkel zitten en nietsdoen. Dat was onverdraaglijk’. <br
/>
Op de vraag of ze
zich ontworteld voelt, antwoordt Al-Ghorra volmondig ‘ja’. ‘Ik leef hier, in
België, in Antwerpen, maar een deel van mij is nog steeds in Gaza. Dat werd des
te duidelijker tijdens de heropleving van de oorlog in augustus. Toen verkeerde
ik in totale afwezigheid. Mijn gedachten, mijn dromen: alles draaide om Gaza.
Ik ben geboren en getogen in Gaza. Gaza heeft mij gemaakt tot wie ik ben. Ik
hou van Gaza. Zelfs het woord ‘liefde’ komt tekort om mijn gevoelens voor mijn
geboortestreek te omschrijven.’
Schrijven is leven
PEN
staat voor een solidariteit van auteurs voor auteurs. ‘Het feit dat je je als
auteur richt op die wereldwijde familie waar je tenslotte zelf toe behoort, zou
een vanzelfsprekendheid moeten zijn. Eigenlijk zouden auteurs en journalisten
zich permanent bewust moeten zijn van hun eigen breekbaarheid’, aldus Verbeke.
‘Wij bevinden ons in een relatief vrij land, maar we moeten beseffen dat de
wind altijd van richting kan veranderen, dat geen enkele burger daarvan
gevrijwaard is. En als auteur behoor je tot een zeer kwetsbare categorie. De
bescherming van en voor elkaar is daarom broodnodig. Bovendien moet het recht
op vrije meningsuiting ook in eigen land in het oog worden gehouden. Het zou
paternalistisch zijn te denken dat dit niet nodig zou zijn. Een grote
bezorgdheid die bij PEN Vlaanderen de kop opsteekt, is de vraag in welke mate
de vrije markt het vrije woord versmoort. We leven in een tijdperk waar
commercie doorslaggevend is, en dat is heel gevaarlijk voor de vrijheid van
meningsuiting’.
Ook voor Al-Ghorra draait schrijven om het recht op
vrijheid van spreken. ‘Zonder deze vrijheid wordt schrijven onmogelijk en ben
je een gevangene van je eigen woorden en gedachten. Zelf heb ik moeten vluchten
voor Hamas omwille van mijn mening. Ik heb een probleem met conservatisme. Ik
heb ook een probleem met mensen die mijn denken willen domineren in naam van
het geloof’. Maar Al-Ghorra heeft geenszins spijt van het feit dat ze door het
uiten van haar mening is moeten vluchten. ‘Door te zwijgen creëren we
dictators. Ik kan niet zwijgen. Daar zou ik mezelf om haten. Ik moet opkomen
voor wat ik denk dat juist is.’ En dat doet ze al schrijvend. ‘Voor mij
betekent schrijven: leven. Als ik niet schrijf, heb ik het gevoel niet te
bestaan en voel ik me waardeloos. Schrijven is wat ik ben en ik erken me zelf
niet zonder.’ Lange tijd schreef Al-Ghorra geen letter. Maar sinds kort heeft
ze opnieuw de pen opgepakt. ‘Door de gruwelijkheden die de laatste oorlog
tussen Palestina en Israël met zich meebracht, ben ik opnieuw begonnen
met schrijven. Het is de eerste en enige keer dat ik schrijf met een doel:
de wereld laten zien tot wat voor onmenselijkheden Israël in staat is ten
aanzien van de Palestijnse burgers. Deze oorlog was wreed. Het was een oorlog
tegen onschuldige kinderen. Dat moet worden getoond.’
Schrijven doet Al-Ghorra in het
Arabisch en dat moet ze kunnen blijven doen, vindt ook Verbeke. ‘Het feit dat
gevluchte auteurs als Fatena hier leven en het Nederlands perfect beheersen,
wil absoluut niet zeggen dat ze er ook hun schrijftaal van moeten maken. Er is
een groot verschil tussen de taal die je spreekt en de taal die je schrijft. En
dat is niet noodzakelijk voor iedereen overlappend. Als Fatena in het Arabisch
wil schrijven, dan is dat haar goed recht. Daarom zijn we nu ook met het Vlaams
Fonds voor de Letteren aan het zoeken naar manieren waarop zij ook deze auteurs
kunnen steunen. Ze hebben hier op ons aansturen al een regeling rond
gemaakt. Een van de voorwaarden van het VFL om financiële steun te krijgen, was
lang dat het werk Nederlandstalig moet zijn.
PEN tracht auteurs zo een
duwtje in de rug te geven waar nodig. Bij sommigen is dat het bieden van hulp
bij de vertaling van hun werk. Bij anderen is dat ervoor zorgen dat ze de kans
krijgen te spreken op literaire festivals of in scholen. Nog anderen
krijgen de mogelijkheid een tijdje te verblijven in de PEN-flat, een
appartement in Antwerpen opgericht voor auteurs in nood. Annelies
Verbeke: ‘Hier hebben wel degelijk een aantal auteurs in grote nood
verbleven, mensen die niet meer terug kunnen naar hun eigen land en die
rondzwerven. In de flat kunnen ze een tijd blijven, soms met een deel van hun
gezin, om op die manier een beetje te bekomen. Sven Peeters en Dimitri
Bontenakel zijn verantwoordelijk voor de flat. Hun inspanningen zijn vaak erg
concreet. Ze leiden de auteurs rond in de stad, ondernemen eventueel stappen om
hen te helpen bij het aanvragen van een verblijfsvergunning. De PEN-flat vind
ik een van de belangrijkste verwezenlijkingen van PEN Vlaanderen en misschien
ook wel de concreetste’.
Peilen naar het wezen van de mens
De idee dat
literatuur kan bijdragen tot een betere internationale verstandhouding ligt aan
de grondslag van PEN en is een van de redenen waarom de organisatie een vrije
literatuur wil bevorderen. Engagement vormt hierbij een kernbegrip gezien het
niet de l’art pour l’art-werken zijn die als dusdanig gevaarlijk worden
beschouwd dat de auteur ervan vervolgd wordt. Volgens Verbeke dient daarbij de
vraag te worden gesteld: ‘Wat is geëngageerde literatuur?’ Engagement wordt volgens
haar vaak veel te benepen ingevuld. ‘Ik vind niet dat engagement enkel
betekent: ‘de actualiteit van het moment gebruiken in wat je schrijft’. Het
peilen naar het wezen van de mens is volgens mij het belangrijkste in
literatuur, en dat is zeker een engagement. Als je een waarheid wil achterhalen
en dat op een oprechte manier doet, dan ben je als auteur geëngageerd bezig.
Want elk conflict, elke oorlog begint in de hoofden van de mensen. Daarom denk
ik dat die conflicten ook in het klein moeten worden bekeken: hoe mensen in een
huis, schijnbaar los van hun politieke context, op elkaar reageren’.
Verbeke is daarom van
mening dat literatuur en cultuur conflict- en grensoverstijgend moet zijn. ‘Een
tijd geleden weigerde ik een petitie te ondertekenen die onder meer een
cultureel boycot van Israël inhield. Hier sta ik absoluut niet achter. Kunst en
cultuur moeten altijd blijven doorgaan, boven elk conflict. Elke stem, elke
tegenstem is enorm belangrijk en moet gehoord blijven worden. Dat is het
laatste wat je mag schrappen. Een veelheid aan stemmen is zo belangrijk voor de
vrede in de wereld en voor de verstandhouding over de landsgrenzen heen.
Daaruit spreekt een universaliteit. Hoe meer ik reis, hoe meer ik besef dat je
het overal ter wereld volledig eens kan zijn met mensen. Het geeft een gevoel
van grensoverstijgende verbintenis. Deze verbintenis, dat is iets wat kunst en
literatuur kunnen smeden. Daar geloof ik in’.
Moet literatuur dan altijd een
zeker engagement inhouden? Niet in de eerste plaats, vindt Al-Ghorra. ‘De
schrijver moet de samenleving geen spiegel voorhouden. In eerste instantie is
schrijven een spiegel voor de schrijver zelf, om zijn innerlijk te leren kennen
en te begrijpen. Maar natuurlijk wordt wat speelt in de samenleving hierin
weerspiegeld. Vroeger kreeg ik vaak de commentaar: ‘Waarom schrijf je niet over
Gaza?’ Mijn antwoord: Ik ben Palestijnse. Alles wat ik schrijf gaat over Gaza.
Ook wanneer het over mezelf gaat, over de problemen die ik heb, de innerlijke
strijd die ik voer, over mijn relatie met god, de relatie met mijn lichaam. Dit
alles zal altijd in verband staan met Gaza omdat Gaza mij gemaakt heeft tot wie
ik nu ben.’ Engagement op kleine schaal dus en het peilen naar het wezen van
zichzelf, net zoals Verbeke dat ook bedoelt.
Utopie
Dat kritische stemmen in de literatuur de mond
worden gesnoerd, is iets van alle tijden. Dat PEN het belang van het woord
verdedigt en streeft naar een cultuur van vrede, zal dan ook telkens een ‘streven
naar’ blijven. ‘Maar het is niet over de hele lijn tegen beter weten in’, aldus
Verbeke. ‘Met PEN hebben we wel degelijk al verschil gemaakt. Door onze acties
werd een beter gevangeniswezen voor een aantal auteurs bereikt en zijn ook heel
wat auteurs vervroegd vrijgelaten uit hun gevangenschap. Maar dat we het
allemaal kunnen oplossen, is een illusie.’ Al-Ghorra: ‘Mensen zullen nooit
overal ter wereld vrij zijn te schrijven wat ze willen. Altijd zullen er
individuen zijn die de controle willen uitoefenen over anderen. Dit snakken
naar macht begint al binnen het gezin, waar een vader zijn kinderen zegt wat te
doen en wat te laten. We houden ervan te domineren. Het gevoel macht te hebben
is fantastisch. Ikzelf voel dat ook wanneer ik schrijf of spreek en mensen zo
weet te leiden dat ze mijn gedachtegang volgen. We hebben dat allemaal in ons.
Die wil om te domineren zal enkel verdwijnen wanneer de mensheid ophoudt te
bestaan.’
Zet je tocht voort ook al valt de
nacht
in het duister schijnt het licht
en de waarheid
toont haar ivoren haren
steek je verborgen licht aan
laat
je leiden
vuurvliegjes staan zij aan zij en zoemen om je te
vergezellen
loop door, ook al krijg je kippenvel van het geratel
in de verte
dit geluid gaat voorbij, laat het je hartslag horen en
luister naar zijn galmen
dit janken is een gebed,
verenig
je ermee en het verenigt zich met jou
het zal zich aan je
toewijden
Uit:
Fatena Al-Ghorra, Gods bedrog (P, 2014)
deze pagina printen of opslaan