Vertaald proza

Suzanne Cleminshaw: De grote ideeën

door Kris van Zeghbroeck

"De grote ideeën" is het debuut van Suzanne Cleminshaw. Een tienermeisje verdiept zich in de filosofen en ideeën van achtereenvolgens 'De oude tijd', 'De klassieke tijd', 'De middeleeuwse tijd' en 'De moderne tijd'. Gelukkig is dit geen nieuwe "De wereld van Sofie". De 13-jarige Haddie zit in een overgangsfase van kind naar volwassene en bedient zich van de filosofische vertwijfeling om zelfstandig greep te krijgen op haar leven. Haar grote ideeën -- die alle met een A aanvangen -- haalt ze uit het eerste deel van een encyclopedie. Ze gebruikt ze om het leven te bevragen met de haast kinderlijke eenvoud van de eerste filosofen. Samen met haar vriendje, de 16-jarige Louis, probeert ze speels bepaalde ideeën aan de praktijk te toetsen. Het kader waaraan die fragmentarische zoektocht naar identiteit opgehangen wordt, is het mysterie van haar oudere zusje (naar wie ze vernoemd is) die op 13-jarige leeftijd, een paar maanden voor Haddies geboorte, onder vreemde omstandigheden de dood vond: een spiegelfiguur die haar/zij blijft achtervolgen. De magere verhaallijn maakt dat dit verdienstelijke debuut het vooral moet hebben van zijn mooie, heldere stijl en de ideeën en gedachteassociaties waarmee dit boek en het hoofd van Haddie eivol zitten. Zo stevig nadenken over het bestaan zonder actieve handeling, kan alleen maar een sterk gevoel van onbehagen veroorzaken...

Suzanne Cleminshaw, De grote ideeën, Meulenhoff Amsterdam, 2000, 317 p., € 730. ISBN 9029065125. Vert. van: The great ideas door Bergsma, Peter

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswolf 2000

deze pagina printen of opslaan