Nog tot 22 januari 2017 loopt in het BOZAR (Brussel) de
tentoonstelling The Power of the
Avant-garde : Now and Then. Hoewel er slechts zijdelings verwezen wordt
naar de Eerste Wereldoorlog, kadert deze expositie binnen de bredere herdenking
van de wereldbrand, die als een versplinterende granaat het bestaande
wereldbeeld aan stukken reet. ‘Avant-garde’ is een begrip uit de oorlogsvoering
(de voorhoede die het leger stuurt) dat gaandeweg overgenomen werd door
‘progressieve politieke stromingen’ en ‘radicaal nieuwe ideeën in de beeldende
kunsten, de bouwkunst, de literatuur en de muziek’
De (nakende) eeuwwisseling en de opmars van de
industrialisering waren voorboden van maatschappelijke revoluties waarin
kunstenaars een voedingsbodem vonden om het landschap van de (beeldende) kunst
te hertekenen. Bruisende, elkaar verdringende stromingen als het kubisme,
dadaïsme, futurisme en constructivisme absorbeerden de dynamiek van de
tijdsgeest en kozen voor de vlucht vooruit op zoek naar een maakbare, nieuwe
wereld. De tentoonstelling brengt een fragmentarisch beeld van de historische
ontwikkeling van deze kunstrevolutie. Centraal staan ‘de hoogdagen van de
avant-garde tussen 1895 en 1920, met de Eerste Wereldoorlog als internationale
breuklijn’. Kunst als een krachtig instrument om de wereld te veranderen.
Maar anderzijds rijst vandaag de vraag naar de huidige
relevantie van die ‘baanbrekende kunst’. Daarom gaan een vijftiental ‘toonaangevende
hedendaagse kunstenaars de dialoog aan met collega’s uit de historische avant-garde,
van Ensor en Munch tot de nieuwe bewegingen net na de oorlog. Kunstenaars van
nu voelen vaak een nauwe verwantschap met specifieke avant-gardekunstwerken.
Hun keuze en de dialoog met eigen werk doen je met andere ogen kijken naar
ijkpunten uit de moderne kunst. De kracht van de avant-garde is nog lang niet
uitgewerkt’.
‘Met werk van o.a. Alexander Archipenko, Robert Delaunay,
Marcel Duchamp, Fernand Léger, Kazimir Malevich, August Macke, Gino Severini in
dialoog met David Claerbout, Marlene Dumas, William Forsythe, Gerhard Richter,
Sean Scully en Luc Tuymans.’
Een aparte bezoekersgids, ter beschikking op de
tentoonstelling en op de website van BOZAR, volgt het parcours van de expo op
de voet. De Engelstalige catalogus (met Nederlandstalige en Franstalige
tekstkaternen) tracht een wat breder beeld te schetsen aan de hand van een
zestal essays over onder meer het dubbele, het opstandige, het militaire, het
Belgische en het filmische karakter van de avant-garde. Het gros van de
publicatie volgt uitgebreid de individuele hoofdstukken en werken van de
tentoonstelling. Een boeiende en kleurrijke introductie tot de avant-garde.
Ulrich Bischoff (e.a.): The Power of the Avant-garde : Now and Then, Lannoo Tielt, 2016, 340 p. : ill. ISBN 9789401437660
deze pagina printen of opslaan