Vrijwel wekelijks worden de krantenpagina’s gevuld met
artikelen en opiniestukken over de crisis(sen) in het onderwijs. Het
leerkrachtenberoep lijkt meer dan ooit te worden verguisd. Het vak heeft niet
langer de status die het ooit had, zo luidt een vaak gehoorde klacht. De
leerkracht heeft onherroepelijk aan gezag ingeboet. Toch is dat misschien geen
slechte ontwikkeling. Wie een inkijkje wil in een misselijkmakende wereld
waarin de leerkracht nog volop aanzien had en waarin kinderen nog ouderwets
doodsbenauwd waren voor die tirannieke man voor het krijtbord, moet de roman Gerber
van Friedrich Torberg lezen.
De Oostenrijker Friedrich Torberg leefde van 1908 tot 1979,
werkte als journalist en werd met het verschijnen van Der Schüler Gerber
in 1930 in een klap beroemd. In 1938 werd Torberg zelfs door de PEN-club in de
Verenigde Staten van Amerika uitgenodigd om naar de Nieuwe Wereld af te reizen,
omdat hij werd beschouwd als een van de ‘Ten Outstanding German Writers’. Toch
is Torberg een relatief onbekende auteur gebleven in het Nederlandse
taalgebied. Dat zijn beroemdste boek nu in vertaling verschijnt, is dus niet
alleen heuglijk nieuws omdat het, wie weet, een verfrissend perspectief biedt
in het onderwijsdebat, maar ook omdat er een serieus hiaat in de Nederlandse
vertaalde literatuur wordt weggewerkt.
Gerber
is in wezen een typische schooljongensroman, in de traditie van Multatuli,
James Joyce, Simon Vestdijk, Theo Thijssen, Maarten ’t Hart en Wessel te
Gussinklo. Hoofdpersoon Kurt Gerber zit in de laatste klas van het gymnasium en
maakt zich klaar voor de matura (het mondeling eindexamen) – althans,
dat zou hij moeten doen, maar hij kan zich er maar niet toe zetten en stelt het
studeren telkens uit. Hij is smoorverliefd op Lisa, maakt zich zorgen over zijn
zieke vader, spiegelt zich onophoudelijk aan zijn klasgenoten en vraagt zich
steeds af waarom heel zijn leven eigenlijk aanvoelt als een ‘kitschroman’.
Kortom, Gerber is het prototype recalcitrante puber, die zijn gepassioneerde
intolerantie voor de onrechtvaardige hypocrisie van volwassenen als een vlag
boven zijn hoofd houdt, in de veronderstelling dat de werkelijkheid zich vroeg
of laat zal aanpassen aan zijn wensen in plaats van andersom.
Torberg verdient alle lof voor de ontroerende wijze waarop
hij de innerlijke leefwereld van deze jongen laat botsen met het autoritaire,
prestatiegerichte en soms regelrecht sadistische Oostenrijkse schoolsysteem –
en voor hoe hij, zonder daar een expliciet woord aan vuil te maken, de school
tot een miniatuur van de hele maatschappij maakt. In een van de treffendere
passages schrijft Kurt een briefje aan zijn vader, met daarin het volgende
sterke staaltje puberlogica: ‘Ik denk dat ik de school te veel eer zou bewijzen
om er een leven voor op te geven, dat er godzijdank niets gemeen mee heeft.’ De
vader antwoordt met de al even typische waarschuwing: ‘Eén ding wil ik je
zeggen: als je denkt dat het leven niets te maken heeft met de school, dan
vergis je je.’ Die laatste zin vormt als het ware de kern van het boek en
verwoordt die ene gruwelijke waarheid waar Kurt Gerber voor wegrent, maar waar
heel zijn omgeving hem met de neus bovenop lijkt te willen drukken – met alle
gevolgen van dien.
Torberg schreef het boek toen hij
begin twintig was, wat verklaart hoe hij in deze bladzijden zo perfect de leef-
en denkwereld van pubers kan oproepen. Voor lezers wier eigen pubertijd en
schoolcarrière moeizaam verliepen, leest Gerber als een feest van
herkenning. De roman roept tegelijkertijd een tijdsgebonden en universeel beeld
van het onderwijs op: enerzijds is het een beklemmend portret van een tijdperk
waarin lijfstraffen, vernederingen en discriminatie van armeren in het
onderwijs aan de orde van de dag waren, anderzijds is het een verbazingwekkend
treffende schets van de leefwereld van hedendaagse pubers. Het is precies zo’n
levensles die schooljongens die zich tegen hun vader willen verzetten nog
moeten leren: sommige dingen zijn tijdsgebonden en veranderen op den duur, andere
dingen overstijgen de tijd en veranderen nooit. Kurt Gerber zou zeggen dat ze
je zulke dingen niet op school leren, en dat klopt: je ondervindt ze aan den
lijve. Of je leert ze in de literatuur, bij deze mooie roman van Friedrich
Torberg.
Friedrich Torberg: Gerber, Van
Maaskant Haun, Zorgvlied 2022. 294 p. ISBN 9789083166148. Vertaling van Der
Schüler Gerber door Kris Lauwerys en Isabelle Schoepen
deze pagina printen of opslaan