Na een heel verhaal lang alleen zijn geliefde Violetta letterlijk
en symbolisch verbonden te hebben met het door haar moeder aan haar geschonken
bonsaiboompje, beseft Lennard hoe volledig zij zich, onvoorstelbaar eigenlijk,
heeft genesteld in zijn wezen.
‘En nu is het net alsof niet alleen zij, maar zij allebei
gebonden waren geweest, beiden aan hun eigen, ingeknotte boompje.’
Maar dan is het voor
alles te laat.
De omslagillustratie is, je zou
bijna zeggen: uiteraard, gemaakt door Daan Remmerts de Vries, de dubbelkunstenaar
die schuilgaat achter het pseudoniem A.N. Ryst. Dat is geen geheim (meer), je
vindt die informatie gewoon op de binnenflap van het omslag. In 2014 koos
Remmerts de Vries deze schuilnaam voor zijn boeken voor volwassenen, omdat hij,
jaren geleden alweer, merkte dat die niet heel serieus werden benaderd. Hij
weet dat aan het feit dat hij toen bekendheid had als jeugdboekenschrijver.
Overigens gebruikt de enorm productieve, en vaak bekroonde auteur en kunstenaar
ook voor een kinderboekenreeks een schuilnaam, een dubbele nog wel, eentje voor
de tekst en eentje voor de illustraties.
Lennard en Violetta hebben een
erg ingewikkelde relatie. Na zes keer met elkaar gebroken te hebben, lijken de
twee dan toch bij elkaar te blijven. Waar de problemen vandaan komen, wordt
vooral op het punt van Violetta uitvoerig verteld. Lennard is de zogenaamd vrije
vogel, de kunstenaar uit de Jordaan. Violetta de uit de provincie afkomstige,
in haar artistieke neigingen enorm beknotte jonge vrouw. Haar ouders doen niet
veel anders dan elkaar zo veel mogelijk dwars zitten. Zie daarvoor ook de
ouders in Rysts vorige boek De nadagen, zij het dat
het daar veel liefdevoller gebeurde. Alleen in het beperkingen opleggen aan hun
dochter vinden Violetta’s ouders elkaar. Elke jongen die zich aandient, netjes
of niet, wordt afgebrand en zo mogelijk weggehouden. Van Lennard moeten ze
niets hebben, zeker als Violetta op zijn verzoek besluit een kind niet te
houden. Violetta raakt, vooral door de abortus, in een diepe depressie, die ze
uitzit bij haar ouders.
Op een gegeven moment is ze terug in Amsterdam. Lennard en
zij spreken af op een kerkhof, dat deden ze steeds na een breuk. Het lijkt erop
dat er nu een gelukkige periode aanbreekt, maar als we het eind van het verhaal
naderen, krijgen we steeds meer signalen dat een en ander zich op een ander
niveau heeft afgespeeld, voor een deel in een andere wereld zelfs. Je moet wel
even terugbladeren, bij voorbeeld naar de in cursief gepresenteerde dialogen
tussen Lennard (hij is daarin vooral aan het woord) en Violetta, en haar
sessies bij een therapeut. Lennard is daar, vreemd genoeg, heel vaak aan het analyseren,
zonder dat de therapeut ingrijpt. Lennards vrienden constateren dat hij weinig
consistent is in de weergave van zijn verhalen over hem en Violetta. De bank op
het kerkhof wordt uiteindelijk maar door één persoon bezet.
Maakt al dat vreemde het boek
echt beter? Enerzijds een beetje, het slot verrast en is bijzonder, en tot je
genoegen lees je nog een keer het fraaie motto (een fragment van ‘Letter to
Hermione’ van David Bowie), anderzijds helemaal niet. Je zult toch gewoon door
een hoop saai en expliciet verteld geneuzel over de ongelukkige jeugd van
Violetta heen moeten, Violetta mocht niks, en ging dus van alles stiekem doen,
kon nooit meer kiezen voor echte veiligheid, liefdeloosheid was thuis troef.
Violetta zocht later zelfs bewust de onveiligheid op, en was meerdere keren een
ontrouwe partner. Later blijkt dat dat negatieve beeld van de ouders best
gechargeerd was, wat de leeservaring er overigens niet beter op maakt. Aangezien
voor Lennard (ook) weinig sympathie valt op te brengen, krijg je dus een
analyse van een relatie die wat jou betreft niet per se hoeft te slagen. Lennard
heeft eigenlijk vooral oog voor haar lijf en haar gewilligheid, met haar over
kunst en boeken praten kan hij niet. Zij heeft van haar moeder een stevige
kooplust geërfd, zij het dat zij kleding koopt en haar moeder het zocht in
prullaria, tot grote ergernis van haar man. En wat Violetta ziet in het
overheersende type Lennard, die zichzelf heel wat vindt op het punt van psychologische
duiding, is ook niet erg duidelijk. Zeker niet in het besef dat hij haar al zes
keer aan de kant heeft gezet.
Ook het vaak bijna documentaire karakter van het relaas
zorgt niet voor een intrigerende leeservaring. Voor een speelsere of meer
bizarre Ryst kun je terecht bij respectievelijk De blauwe maanvis en De
harpij (resp. Querido 2016, 2014/2021).
A.N. Ryst: Bonsaibaby, Querido,
Amsterdam 2023, 208 p. ISBN 9789021476636. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan