Een kind dat vooruit fietst en aan het
einde van het pad ongeduldig omkijkt om te zien of de overige gezinsleden al in
aantocht zijn… Wie herkent het niet? Hoewel dit alledaagse beeld wordt
opgeroepen door de illustratie op de omslag van Dat beloof ik, de nieuwste roman van Roxane van Iperen
(1976), is er één detail dat het plaatje iets sinisters geeft: de gelaatstrekken
van het kind op de foto ontbreken.
Roxane van Iperen debuteerde in
2016 met Schuim der aarde (Lebowski 2021), een in Brazilië
gesitueerde roman over het gevecht om het bestaan van weeskinderen en
prostituees. Haar bekendheid bij het grote publiek dankt zij echter aan ’t Hooge
Nest (Lebowski 2022), het
non-fictieverhaal over de geschiedenis van het huis waar zij met haar gezin
woont. Zij staat bekend als een schrijfster die zware onderwerpen in haar
verhalen niet schuwt en zich in het publieke debat fel teweerstelt tegen
machtsmisbruik op welk niveau dan ook. Of het verhaal zich nu afspeelt in
Brazilië, Rwanda (De genocidefax, Lebowski 2022) of Nederland (Eigen welzijn eerst, Thomas Rap 2022)
sociale ongelijkheid en overlevingsmechanismen die de dynamiek tussen
onderdrukkers en onderdrukten bepalen, zijn telkens terugkerende thema’s. Met Dat
beloof ik heeft zij volgens haar uitgever
het ‘oerboek’ geschreven, waarin duidelijk wordt hoe de verwerking van
jeugdervaringen aan de basis ligt van de centrale thematiek binnen haar oeuvre.
Dat beloof ik vertelt het verhaal van de twaalfjarige M., die opgroeit in een
disfunctioneel gezin waarin de machtsverhoudingen zich uiten in fysiek geweld
en mentale mishandeling. Vanwege de louche praktijken van haar vader moet het
gezin geregeld verhuizen. Iedere keer moet M. zich aanpassen aan een nieuwe
omgeving en haar plaats in een nieuwe klas bevechten. Haar ouders weten niet
dat zij op één van deze scholen het slachtoffer is van wrede pesterijen die zij
stoïcijns over zich heen laat komen.
M. heeft geleerd dat zij voor de
buitenwereld de schone schijn op moet houden, omdat zij volgens haar moeder uit
huis geplaatst zal worden als hulpverleningsinstanties erachter komen wat zich
in het gezin afspeelt. Hoewel moeder regelmatig met de kinderen wegvlucht, keren
ze na verloop van tijd altijd weer terug. Bij iedere vluchtpoging staan M.’s
zintuigen op scherp, omdat ze niet weet hoe lang ze gevrijwaard zullen zijn van
het geweld. Alleen bij haar oma op de boerderij voelt zij zich enigszins
veilig, maar na oma’s dood verliest ze ook deze veilige haven.
In de herfst vluchten
moeder en de kinderen naar een vakantiepark. Als haar moeder overdag op pad
gaat, moet M. op haar jongere broertje Boelie passen. Op een dag verslapt haar
aandacht en verdrinkt hij bijna. M. wordt voor straf naar een manege in de
Ardennen gestuurd, waar zij zich de vernederingen van de knechten en de zoon
van de eigenaar laat welgevallen. Alleen tijdens het verweiden van de paarden voelt
ze zich gelukkig. Na enkele weken komt haar moeder haar ophalen en keren zij
terug naar haar vader.
In de winter is de gezinsdynamiek veranderd. Vader en
moeder vormen een front om Boelie te beschermen en sluiten haar buiten. Ook op
school heeft M. niet langer de behoefte om zich aan te passen aan de groep. Ze
probeert onzichtbaar te worden, maar zoekt wel het gezelschap van de woonwagenbewoners
aan de rand van het dorp. Als haar vader een van hen een onbetrouwbare auto
verkoopt, moeten ze echter weer verhuizen.
In de lente woont het gezin in
de buurt van Antwerpen. Tijdens een van haar tochten door het bos stuit M. op
de paarden van een oude kunstschilder. Vanaf dat moment keert zij dagelijks na
schooltijd terug om de paarden te verzorgen en model te zitten voor de
schilder. Als zijn schilderijen in een galerie in Antwerpen tentoongesteld
worden, gaat zij met hem mee. Na de vernissage beseft zij dat ze ook voor hem
slechts een voorbijganger is en dat ze op zichzelf is aangewezen.
Via subtiele nuances
in de woordkeuze wordt de lezer aangespoord tot empathisch lezen. Als lezer word
je ondergedompeld in M’s leven en ervaar je haar machteloosheid en
rusteloosheid: zij is altijd op haar hoede en voelt zich alleen veilig als ze
in beweging is. Je wordt meegenomen in haar gevoels- en gedachtewereld, maar
het belangrijkste onderscheidende identiteitskenmerk, haar voornaam, blijft onbekend.
Je zou hierin een vingerwijzing kunnen zien naar de anonimisering van dossiers
door instanties. Hoewel M. als slachtoffer van geweld sympathie oproept, blijkt
zij zelf ook manipulatief gedrag te vertonen. Hiermee geeft de auteur aan dat
de verhoudingen in situaties van huiselijk geweld minder zwart-wit te
definiëren zijn dan buitenstaanders denken.
Daar de lezer de overige
personages slechts leert kennen vanuit M.’s perspectief, blijven de meeste
‘flat characters.’ Hierin uit zich de onbetrouwbaarheid van de verteller: de karakterbeschrijving
van degenen door wie ze zich gezien voelt, vertoont meer diepgang. Gaandeweg wordt
bovendien duidelijk dat ook haar beschrijvingen van bepaalde gebeurtenissen
niet betrouwbaar zijn, omdat ze ‘afstand neemt in haar hoofd’. Dit leidt tot de
vraag: is het een verdedigingsmechanisme óf is M. waanzinnig?
Maar dit is niet de enige vraag waarop de lezer geen
antwoord krijgt. De roman is ingedeeld in vier delen die de naam van de
seizoenen als titel hebben, wat suggereert dat het verhaal zich in één jaar
afspeelt. Doordat het gedrag van de twaalfjarige hoofdpersoon vooral in het
laatste deel dat de titel Lente heeft gekregen, wat ouwelijk is, lijkt het
alsof de gebeurtenissen in het verhaal meerdere jaren bestrijken. De titel van dit
vierde deel is echter wel veelzeggend, omdat de lente een nieuw begin
symboliseert.
Toch
blijf je achter met een gevoel van ongemak, nadat je het boek gesloten hebt.
Van dit dieptrieste verhaal beklijven vooral de opeenvolging van traumatische
gebeurtenissen en de eenzaamheid van een twaalfjarige die zich ongewenst weet,
wat blijkt uit de woorden:
‘als je eruitziet alsof je eigen moeder je niet wil,
wil een ander al helemaal niets met je te maken hebben.’
Roxane van Iperen:
Dat beloof ik, Thomas Rap, Amsterdam 2023, 378 p. ISBN 9789400408562.
Distributie Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan