Vakliteratuur

Heather Montgomery, Nicola J. Watson: Children’s literature : Classic Texts and Contemporary Trends

door Sylvie Geerts

Een titel als Children’s Literature: Classic Texts and Contemporary Trends wekt meteen mijn nieuwsgierigheid. Toch begin ik ook met een zeker wantrouwen aan het boek. Zowel ‘klassieke teksten’ als ‘huidige tendenzen’ zijn immers begrippen die een zeer brede invulling kunnen krijgen.
De inhoudstafel maakt meteen duidelijk hoe Montgomery en Watson hun uitgave hebben opgebouwd. Op basis van veertien belanghebbende jeugdboeken brengen ze toonaangevende kritiek respons op zowel klassieke als recente jeugdliteratuur samen. Van deze veertien sleutelteksten zijn er tien onder ‘classic texts’ geplaatst, de titel van het eerste deel van het boek. In deel twee komen vier recente jeugdboeken aan bod die als exemplarisch voor huidige tendenzen binnen het jeugdliteraire veld gelden. Bij elk van deze teksten wordt een korte inleiding gevolgd door twee à drie kritische essays.
Children’s Literature: Classic Texts and Contemporary Trends is het tweede volume dat in het kader van de cursus Children’s Literature van de Open University van Groot-Brittannië uitgegeven is. Het eerste volume, getiteld Children’s Literature: Approaches and Territories, bevat essays over een aantal basisaspecten van jeugdliteratuur, zoals de geschiedenis van het jeugdboek en een bespreking van genres als poëzie, drama en prentenboeken. Zeker voor wie een eerste kennismaking zoekt met de studie van jeugdliteratuur, is het aan te bevelen te beginnen met dit eerste volume. Het biedt immers een breder theoretisch kader waarbinnen de kritische lezing van de jeugdboeken uit dit tweede volume kan worden geplaatst.
Een blik op de jeugdboeken waarrond deze uitgave is opgebouwd, plaatst meteen een belangrijke afbakening bij het ruime onderwerp dat de titel suggereert. De selectie bevat immers enkel origineel Engelstalig werk. Dat sluit een groot aantal klassiekers als bijvoorbeeld Pippi Langkous en Babar uit, toch een gemiste kans voor een cursus jeugdliteratuur die openstaat voor buitenlandse studenten.
Bij het selecteren van de tien klassieke teksten lieten de auteurs zich in de eerste plaats leiden door hun blijvende populariteit bij zowel lezers als critici. Dit geeft aan dat de keuze gedeeltelijk intuïtief is gebeurd, want er zijn nog wel meer boeken te noemen die aan dit tweeledige criterium voldoen; een kanttekening die de auteurs gelukkig ook zelf maken in hun verantwoording. Dat geldt ook voor het tweede gedeelte. Het definiëren en vastpinnen van ‘huidige tendenzen’ is misschien zelfs nog problematischer dan de selectie van de klassieke teksten. Het ontbreken van temporele afstand maakt een inschatting van de impact van de besproken werken en trends bijzonder moeilijk.    
De selectie van de casestudy’s is gebeurd in functie van de doelstelling van het boek om als startpunt voor de wetenschappelijke studie van jeugdliteratuur een zo breed mogelijke waaier van onderwerpen en teksten aan te bieden. Zo komen alle doelgroepen en leeftijden aan bod, en is zowel de negentiende, de twintigste als de eenentwintigste eeuw vertegenwoordigd. Ook is er generische variëteit met zowel aandacht voor verschillende subgenres van fictie — de historische roman, het avonturenverhaal, sciencefiction… — als voor theater en poëzie. 
Elk van de tien klassieke teksten wordt bondig ingeleid. Eerst motiveren de auteurs waarom de tekst in hun ogen aanspraak maakt op een canonieke status. Daarna situeren ze het werk in zijn historische context en geven ze een kort overzicht van de creatieve en kritische receptie. Ten slotte worden de opgenomen essays gekaderd binnen deze kritische respons en ten opzichte van elkaar. De eerste klassieker die aan bod komt is het negentiende-eeuwse meisjesboek Little Women van Louisa Maria Alcott. De essays bekijken de genderrepresentatie in Little Women elk vanuit een andere invalshoek. Terwijl het essay uit 1979 van Judith Fetterley een feministische lezing geeft, leest Ken Parille in een in 2001 verschenen artikel het werk vanuit de recentere invalshoek van de masculinity studies. Na Alcotts typische meisjesboek, is het avonturen- en jongensboek Treasure Island van R.L. Stevenson aan de beurt. Hier wordt een getuigenis van de schrijver gevolgd door twee essays die het werk vanuit cultuurhistorisch perspectief benaderen. Met Beatrix Potter is het genre van het prentenboek vertegenwoordigd, waarbij vooral wordt ingegaan op de interactie woord-beeld in The Tale of Peter Rabbit. De poëziebundels van Milne en Stevenson krijgen een evaluatie op basis van hun aandacht voor de stem van het kind. Bij Barries Peter Pan wordt een stuk uit het zeer invloedrijke boek van J. Rose The Impossibility of CF gevoegd, slechts een van de vele grote namen uit de jeugdliteraire kritiek van wie in dit boek een stuk is opgenomen. De werken van Arthur Ransome, Phillipa Pearce en Mildred Taylor die in de volgende drie hoofdstukken aan bod komen, genieten minder internationale bekendheid. De laatste twee klassiekers zijn afkomstig uit de jaren negentig. De drie essays over Pullmans Northern Lights gaan in op het intertekstuele aspect van dit werk. Tot slot analyseren de auteurs de populariteit van J.K. Rowlings eerste Harry Potter-boek.
Anders dan in deel één zijn in de tweede sectie ook een aantal nooit eerder gepubliceerde stukken opgenomen. De eerste van de vier ‘contemporary trends’ die wordt besproken, is realistische fictie. Dat gebeurt aan de hand van het controversiële boek Junk van Burgess. De sterke kritische analyse van Burgess’ realisme door de gerenommeerde onderzoeker John Stephens plaatst het eerste essay, van de hand van de auteur zelf, in een kritisch daglicht. Beverley Naidoo geeft dan weer een eigen reflectie op haar sociaal-realistisch werk The Other Side of Truth. Het essay vult dit autobiografische relaas aan met een situering binnen de politieke context. Coram Boy van Jamila Gavin vormt een aanleiding tot het bespreken van tendenzen binnen het bloeiende genre van de historische fictie. Het populaire werk van Philip Reeve wordt als laatste onder de loep genomen. Hij staat voor sciencefiction met een morele en politieke boodschap.
Een derde component van het boek krijgt een aanvullende plaats binnen het geheel. In het volume zijn een aantal reproducties opgenomen van gekleurde covers en illustraties van vroege edities van jeugdboeken die aan bod komen.

1 Zie http://www.open.ac.uk/ voor meer informatie over de Open University en http://www3.open.ac.uk/study/undergraduate/course/ea300.htm voor de cursus jeugdliteratuur

Palgrave MacMillan Basingstoke, 2009, 408 p., [16] p. pl., € 25. ISBN 9780230227149
Distributie: Pan Macmillan UK

Oorspronkelijk verschenen in De Leeswelp 2009



deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri