‘Het zoeken naar literair uitdagende kinder- en
jeugdliteratuur is een spannend
avontuur. Het zorgt voor verrassingen en doet twijfelen aan de geldigheid van
schijnbaar beproefde categoriseringen’. Dat zei Dr. Gina Weinkauff, voorzitster
van de vakjury van de Duitse Jeugdliteratuurprijs, bij de bekendmaking van de
nominaties op de boekenbeurs van Leipzig in maart van dit jaar. In haar speech
onderstreepte ze de indrukken van de negen juryleden bij het doorlopen van de
productie van 2013: ‘Het interessantste werk vind je vaak in de grensgebieden –
tussen feiten en fictie, tussen beeldverhaal en roman, tussen jeugd- en
volwassenenliteratuur.’
De Duitse Jeugdliteratuurprijs (DJP) heeft een grote
uitstraling. De prijs bereikt kinderen en jongeren, boekhandelaars en
bibliothecarissen, ouders en leerkrachten, uitgevers, wetenschappers en
vakmensen. Hij geeft als enige staatsprijs in Duitsland om te beginnen een
beeld van de variëteit op de huidige kinder- en jeugdboekenmarkt, maar er is
meer. De bekroning scherpt ook de belangstelling voor waardevolle kinder- en
jeugdboeken aan, vestigt de aandacht op normen en kwaliteitscriteria, en
vertrouwt jonge mensen uitgelezen boeken toe. De intentie is telkens opnieuw om
hen in hun behoefte aan (het beleven van) verhalen en informatie tegemoet te
komen.
De DJP is een jaarlijkse prijs
die in 1956 werd opgericht door het Bondsministerie van Gezins- en
Ouderenbeleid, Vrouwen en Jeugd. Deze bekroning wil de aandacht vestigen op
uitmuntende kinder- en jeugdboeken. Zo kort na de Tweede Wereldoorlog wilde men
kinderen, ouders, pedagogen, literatuurdocenten en iedereen in Duitsland die
geïnteresseerd is in een wereldgeoriënteerde opvoeding waardevolle literatuur
en non-fictie leren kennen. Jonge mensen kunnen kennismaken met boeken en de
prijs onderstreept het belang van literatuur in het verscheiden aanbod (van
media).
Over de grenzen kijken
Een
van de schitterende wezenskenmerken van de DJP is dat er behalve Duitstalige
ook anderstalige kinder- en jeugdboeken in aanmerking komen, in zoverre ze in
het Duits vertaald zijn en uitgegeven bij een Duitse uitgeverij. Men wil
namelijk kinderen en jongeren sterken in hun persoonlijkheid en hen de
mogelijkheid bieden zich te oriënteren. Oriëntering ook met betrekking tot de
steeds complexer wordende randvoorwaarden voor het opgroeien in het mediale
netwerk van een geglobaliseerde wereld.
Dat een Duitse staatsprijs
bewust kinder- en jeugdliteraire werken selecteert ongeacht hun herkomst, is
ongewoon. Bij de meeste bekroningen in andere landen doet men dat niet. Nochtans
is het deze internationale oriëntering die de Duitse literatuurprijs haar
renommé bezorgt. Literatuur leren kennen over de grenzen heen brengt een
verrijking mee. De DJP is een levend instrument op de literaire scene in
Duitsland, omdat de uitgevers de blik ook op het buitenland richten en door de
kwaliteitsvolle vertalingen. En meer dan dat: de prijs opent niet alleen de
blik van de lezers, maar ook die van de schrijvers voor literatuur wereldwijd
en verbindt een literatuuropvoeding die op de wereld is gericht, met hogere
kindercultuur. De prijs toont waardering voor literaire taal en wil haar in
haar verscheidenheid begrijpen. Vooral hiermee houdt de DJP op een visionaire
manier rekening met de ontwikkelingen als gevolg van de globalisering. Ook de
huidige vakjury onderschrijft deze ambitie. De voorzitster zei daarover in
Leipzig:
De Duitse kinder- en jeugdliteratuur heeft in haar
geschiedenis vaak voordeel gehad bij het overschrijden van grenzen, en niet het
minst bij het overschrijden van taalgrenzen. De statuten van de DJP laten de
juryleden dan ook toe om die boeken te kiezen uit het literaire jaaraanbod die
ze uitmuntend vinden, ongeacht of het om een oorspronkelijk Duits of een
vertaald boek gaat.
In 2014 zijn behalve werk van Duitstalige schrijvers aldus ook titels uit
Frankrijk, Noorwegen, Australië, Polen, Canada, Argentinië, de VS en Nederland
op de longlist beland.
De
genomineerden en lauraten van de DJP worden aangebracht door een jury van
critici, een kinderjury en een jury voor de speciale bekroning. Ze zetten met
z’n allen hun vakkennis in, hun neus voor kwaliteit, hun enthousiasme voor het
lezen en de ervaringswereld van de jeugd. Meer dan 600 ingezonden titels uit
2013 werden dit jaar door de vakjury beoordeeld. De zes beste, belangrijkste en
interessantste boeken voor jonge lezers werden genomineerd in de categorieën
prentenboek, kinderboek, jeugdboek, non-fictie. De jury kwam drie keer bij
elkaar om over de titels te discussiëren, de genomineerden aan te duiden en de
winnaar te kiezen.
Ook de onafhankelijke jeugdjury (sinds 2003),
samengesteld uit zes leesclubs uit heel Duitsland, maakte in Leipzig haar
nominaties bekend. Jaarlijks stellen ongeveer honderd jongeren hun
nominatielijsten op en bekronen hun winnaar. Daarnaast wordt nog de speciale
prijs van € 12.000 uitgereikt door een vakjury, die alternerend het oeuvre van
een Duitse auteur, illustrator of vertaler bekroont. Onder de bekroonde
schrijvers rekenen we Andreas Steinhöfel, Mirjam Pressler, Kirsten Boie, Benno
Pludra, Peter Härtling, Paul Maar; gelauwerde illustratoren zijn Jutta Bauer,
Rotraut Susanne Berner, Wolf Erlbruch, Nikolaus Heidelbach, Binette Schroeder,
Klaus Ensikat; gelauwerde vertalers zijn Tobias Scheffel, Gabriele Haefs, Harry
Rowohlt, Birgitta Kicherer en Mirjam Pressler.
Bij het jureren houdt de jury het
doel van de bekroning voor ogen zoals ze in het reglement voorzien is: ‘De DJP
moet de ontwikkeling van de kinder- en jeugdliteratuur bevorderen, de publieke
interesse ervoor levend houden en tot discussie uitnodigen.’ Daarnaast richt ze
zich op de basiscriteria voor het beoordelen van kinder- en jeugdliteratuur: de
kwaliteit van de taal (nauwkeurigheid en originaliteit, beeldende kracht,
woordenschat en stilistische kwaliteit), maar ook de vertelkwaliteit (thema,
leeftijdsgerichtheid, actualiteit en zin voor innovatie, karakteropbouw en
-tekening, de handeling en compositie, waaronder vertelwijzen,
intertekstualiteit en plaats binnen het oeuvre van de auteur).
Voor de categorieën prentenboek
en non-fictie komt de beoordeling van de specifieke genrekenmerken er nog
bovenop: de illustratiekwaliteit op zich, de samenhang tussen tekst en beeld,
en de illustratietechniek en typografie voor de prentenboeken, bij de non-fictie
de manier waarop het onderwerp benaderd wordt en de correctheid van de
informatie, de actualiteit en de functionaliteit. Bij elke categorie wordt ook
gelet op de gerichtheid op de beoogde lezersgroep, de manier waarop met normen
wordt omgegaan en de functie van het boek voor de literaire socialisatie.
Dit is geen volledige of voor elk boek geldende set van
beoordelingsvragen, het zijn aspecten van een evaluatie, die telkens opnieuw
geijkt worden met de evoluties in de literatuur, die in elk geval de dialoog
tussen de juryleden vooruithelpen en de individuele blik kunnen vergroten, om
tot een objectieve, transparante beoordeling te komen.
Grensverkeer 2014
Het spectrum van de gekozen titels
op inhoudelijk, literair en esthetisch vlak is elk jaar opnieuw fascinerend.
Opmerkelijk voor de zittende vakjury was vooral dat de hoge kunstzinnige of
literaire kwaliteit van boeken ‘[…] vaak gepaard gaat met een groot potentieel
publiek, dat je niet volledig kunt uitdrukken in de geijkte doelgroepen’, zo
zei Gina Weinkauff. ‘Een aantal van de genomineerde titels overschrijden de
grenzen van de categorie waarbinnen ze genomineerd werden’. Daartoe behoren
bijvoorbeeld twee prentenboeken. Das
literarische Kaleidoskop (vert. ‘De literaire caleidoscoop’) van Regina
Kehn, een literaire bundel voor de hele familie met een voortreffelijke keuze
van gedichten en korte prozateksten die doen denken aan James Krüss en Franz
Kafka, met indrukwekkende beelden en typografie. Een tweede voorbeeld is Die Konferenz der Vögel (vert. Op zoek naar de vogelkoning (Clavis,
2013) van Peter Sís, waarin hij het epos in verzen van een Perzische
soefi-mysticus hervertelt in een opulent beeldverhaal voor elke leeftijd.
Ook opvallend is de
grensvervaging tussen beeldverhaal en non-fictie, en het toenemende aantal
verhalende non-fictieboeken voor alle leeftijdscategorieën. Susan Kreller heeft
in haar anthologie Der beste Tag aller
Zeiten: weitgereiste Gedichte (vert. ‘De beste dag aller tijden: bereisde
gedichten‘) een schat aan grensoverschrijdende teksten verzameld. Behalve
klassiekers van de Engelse en Amerikaanse kinderpoëzie biedt ze de lezer
auteurs uit het gehele Angelsaksische taalgebied, Afrika, Indië, Nieuw-Zeeland
en Jamaica. Ook qua vorm gaan bloemlezingen over de grenzen en tot nu toe
kwamen ze nog maar zelden voor op de nominatielijsten van de DJP.
Bo van Rainer Merkel en Tigermilch (vert. Tijgermelk) van
Stefanie de Velasco ten slotte zijn de klaarblijkelijke grensgangers bij de
jeugdboeken. Er was tot nu toe discussie over of romans uitgegeven in een
volwassenenfonds wel een plaats hadden op de nominatielijsten van de DJP, maar
de jury van dit jaar hoopt dat deze beide titels door een ruim jong publiek
ontvangen zullen worden.
Een geldprijs en een
Momo
Alles bij elkaar zijn er dertig titels genomineerd, die
op de boekenbeurs van Leipzig werden bekendgemaakt. Ze zijn de basis waaruit de
jury haar selectie maakt. De vakjury kiest telkens een boek uit de categorieën
prentenboek, kinder- en jeugdboek en non-fictie. De jeugdjury kiest haar eigen
laureaat. Aan elke bekroning is een geldprijs van 10.000 euro verbonden, die
kan gaan naar schrijvers, illustratoren of vertalers. De huidige vakjury had de
uitgesproken wens om de uitmuntende kwaliteit van het vertaalwerk te
beklemtonen en ze heeft een extra kwaliteitscriterium ingevoerd door de
originele werken naast de vertalingen te leggen.
De winnaars worden jaarlijks
gevierd op een feestelijke uitreiking tijdens de Frankfurter Buchmesse. Ze
krijgen, behalve het prijzengeld ook een bronzen beeld van Detlef Kraft,
waarvoor Michael Endes personage Momo model heeft gestaan. In de maatschappijkritische
roman uit 1973, Momo en de tijdspaarders
(Lemniscaat , 2011), wordt een positieve utopie voorgesteld. Het pleidooi van
de schrijver voor het in vrijheid doorbrengen van de tijd, zonder te plannen –
ook voor het lezen – is vandaag nog even noodzakelijk als toen. Momo werd in
1974 met de DJP bekroond en is sindsdien in veertig talen vertaald. Momo, de
heldin die geen aansluiting vindt met de maatschappij waarin ze leeft, en die
met haar strijd tegen de ‘tijdspaarders’ de mensheid haar tijd teruggeeft, is
al even bekend in IJsland als in Japan of Kaap de Goede Hoop. Zo symboliseert
ook het beeldje het internationale karakter van de Duitse Jeugdliteratuurprijs.
Perspectief op een veranderende wereld
Het blijft
spannend wie er op 10 oktober 2014 laureaat wordt van de DJP en een Momo zal
ontvangen uit de handen van minister Manuela Schwesig. Met de nominatielijst in
het achterhoofd, kun je je alleen maar aansluiten bij wat Gina Weinkauff uit
naam van de vakjury zei: de nominatielijst verzamelt dit jaar opnieuw titels
‘die de vormentaal van de kinder- en jeugdliteratuur rijker maken en die de
veranderingen in de wereld waarin de beoogde lezers van de boeken leven,
literair overtuigend spiegelen. Daarom hebben ze ook de potentie om de
literaire ervaringshorizon van kinderen en jongeren te verbreden en het hun
mogelijk te maken om nieuwe perspectieven op de werkelijkheid te krijgen.‘
Bronnen
Deutschen Jugendliteraturpreis:
http://www.djlp.jugendliteratur.org/preis-2.htlm [laatst geconsulteerd:
28.04.2014]
Ausschreibung zum Deutschen Jugendliteraturpreis:
http://www.djlp.jugendliteratur.org/ausschreibung-7.htlm [laatst geconsulteerd:
28.04.2014]
Arbeitskreis für Jugendliteratur e.V.: www.
jugendliteratur.org [laatst geconsulteerd: 28.04.2014]
Oorspronkelijk verschenen in De Leeswelp
2014
deze pagina printen of opslaan