In veel groene romans
voor jonge lezers worden hedendaagse milieuproblemen opgelost via eenvoudige
acties, zoals recycleren. Michelle Paver kiest in haar romanreeks ‘Avonturen
uit een magisch verleden’ voor een andere aanpak. De reeks gaat vermomd in een
avontuurlijk coming of age-jasje, speelt zich af in het Noord-Europa van
zesduizend jaar geleden (net na de laatste ijstijd), en vraagt de lezer vanuit
dat perspectief om stil te staan bij de manier waarop mensen omgaan met de
natuur.
In het eerste boek, Torak
en Wolf, maakt de lezer kennis met het Woud, een oerbos waar bijna alle
gebeurtenissen uit de reeks plaatsvinden, en met Torak, een twaalfjarige jongen
uit de Wolf-clan. Torak moet zich moederziel alleen beredderen nadat zijn vader
werd gedood door een beer, die bezeten zou zijn van een demon. Het Woud is
echter niet zomaar het statische decor waartegen de menselijke intriges zich
afspelen, maar leidt een eigen leven. Of zoals Paver zelf zegt: ‘ik heb het
nogal griezelige idee van het Noord-Europese Samivolk gebruikt, dat gelooft dat
alles – ook rotsen, rivieren en bomen – leeft en een ziel heeft; ze kunnen niet
allemaal praten, maar ze kunnen horen en denken’. Paver geeft de natuur een
stem en maakt er een personage van.
In Pavers animistische wereld, in
het bijzonder in het Woud, wonen kleine groepjes jagers-verzamelaars. Niet
alleen hangt het bestaan van deze personages af van het voedsel en de
beschutting die het woud hen biedt, hun leven maakt ook integraal deel uit van
datzelfde ecosysteem. De kinderen van de clan leren dat ze niet moeten willen
heersen over de natuur, maar er harmonieus mee moeten samenleven. Deze mensen
overleven dus niet door de natuur te domineren en te onderwerpen, maar dankzij
hun diepgaande kennis en begrip van en voor de flora en fauna van het Woud, en
door respect te tonen voor alle leven rondom hen. Clanleden, jong en oud, weten
welk voedsel veilig is om te eten en waar ze dit kunnen vinden. Ze behandelen
dieren, ook hun prooien, met het grootste respect.
Alles heeft dus
een ziel in ‘Avonturen uit een magisch verleden’ en niets mag worden verspild.
Dit zien we onder meer wanneer Torak een vogel vangt voor zijn maaltijd. Hij
handelt volgens de gebruiken van de clan: voor hij de vogel doodt, dankt hij
het dier, en voor hij hem opeet, legt hij een beetje van het bereide vlees in
een boom als een offer aan de beschermer van de clan. De botten houdt hij bij
zich om er vishaken of naalden van te maken. Een ander voorbeeld is de
jaarlijkse zalmtrek, wanneer de vissen de rivier opzwemmen om kuit te schieten.
Dit is een tijd van overvloed waar zowel mens als dier hun voordeel uit halen.
Alle clanleden, jong en oud, helpen met het vangen en het klaarmaken van de
zalm, en elk deel van het dier wordt gebruikt. Wordt het niet opgegeten, dan
dient het wel om lijm of waterdichte buideltjes van te maken. Michelle Paver
laat haar lezers kennismaken met een wereld waarin dieren gerespecteerd worden
als partners in een evenwichtig ecosysteem waarvan ‘elke soort, of het nu een
bacterie of een hert is, deel uitmaakt van een netwerk van wederzijdse
afhankelijkheid, hoe indirect het verband ook mag zijn’ (Bookchin 26). En
hoewel mensen soms op dieren moeten jagen om te overleven, zou er spilzucht
noch hebzucht mogen bestaan.
Paver stelt de menselijke bewoners
van het Woud niet voor als nobele wilden en — nog belangijker — evenmin als
stereotiepe holbewoners of oermensen. Hoewel ze vatbaar zijn voor wat moderne
lezers als bijgeloof kunnen beschouwen, lijken ze toch niet te verschillen van
moderne mensen wat betreft hun intellect en emotioneel engagement. Eerder dan
het woud en zijn bewoners voor te stellen als figuren uit een andere wereld,
ver van ons verwijderd in de tijd, zijn Torak en zijn vrienden ‘echte’ mensen,
met relaties zoals u en ik die hebben. Het verhaal bulkt van de magische
elementen, maar Toraks leven is ons niet wezensvreemd. De Woudbewoners
verschillen slechts van de huidige westerse mens in de manier waarop ze hun
plaats in de wereld begrijpen.
De band tussen de mens en andere
levende wezens laat zich allicht het best zien in de relatie tussen Torak en
zijn vriend Wolf. Wanneer Torak dit ouderloze wolvenjong vindt, zegt zijn
instinct hem de wolf te doden en op te eten. Maar hoewel hij honger lijdt, kan
hij het niet over zijn hart verkrijgen. Verderop in het verhaal blijkt dat zijn
vader de jonge Torak in een wolvennest heeft gelegd, waardoor Torak een basiskennis
heeft verworven van de geluiden en de lichaamstaal die wolven gebruiken om met
elkaar te communiceren. Wolf en Torak zijn als het ware broertjes uit één
roedel.
’Avonturen uit een magisch verleden’ stelt ook
de idee dat mensen superieur zijn aan dieren in vraag. Paver vertelt
immers niet alleen vanuit menselijk gezichtspunt (Torak komt aan het woord, en
soms Renn, zijn vriendin uit de clan), maar ook vanuit Wolfs perspectief. Dit
wisselende vertelstandpunt plaatst Wolf op gelijke voet met de menselijke
personages. Toch is hier geen sprake van antropomorfisme. Paver verbleef een
tijd in de nabijheid van een wolvenroedel en schetst een realistisch portret
van hun levensgewoonten. Ze herinnert de lezer eraan dat dieren zintuigen
benutten waar de mens in de loop van de tijd minder gebruik van is gaan maken,
zoals de reukzin. Ze geeft de wolf ook een stem door een eigen woordenschat
voor hem te ontwikkelen, die een wat ander, zintuiglijker begrip van de
omgeving veronderstelt: Torak is ’Zonder staart’ (mens), de zee is het ‘Grote
Nat’, de sneeuw ‘het Helle Zachte Koude’, een vuur ‘Het Heldere Beest met de
Hete Beet’.
Hoewel sommigen de pratende dieren in de ‘Avonturen
uit een magisch verleden’ associëren met fantasy, doen Pavers uitvoerige research
en zin voor detail meer denken aan realisme, en zoals ze zelf zegt: ‘de wereld
die ik tracht te beschrijven is vreemd, onbekend, mooi, opwindend – maar
bovenal is ze echt’.
In deze vreemde, echte wereld dienen enkele
natuurwetten gehoorzaamd te worden. Wanneer dit niet gebeurt, zal dat uitmonden
in een ecologische ramp. We zien dit vooral in de acties van de Zieleneters,
een duistere groep van sjamanen, die voortdurend de regels overtreden uit
eigenbelang. De Zieleneters noemden zichzelf ooit de Helers, en hun
sjamanistische krachten droegen bij aan het welzijn van alle clans. Nu streven
ze echter naar macht en willen ze heersen over het Woud en zijn bewoners. Maar
als ze daarin slagen, wordt de natuurlijke harmonie verstoord en wordt het Woud
vernietigd, samen met alles en iedereen die het bewoont. De methoden en
verlangens van de Zieleneters vertonen duidelijke gelijkenissen met de manier
waarop de moderne mens zichzelf heeft gedistantieerd van de idee om harmonieus
deel uit te maken van de natuur. Torak moet, samen met Wolf en Renn, de
Zieleneters verslaan en ervoor zorgen dat het delicate evenwicht in de wereld
niet verstoord wordt. Dat is een hele uitdaging, maar wel een waarmee de lezer
zich kan identificeren. De queeste rond het verslaan van de Zieleneters plaatst
’Avonturen uit een magisch verleden’ in de traditie van het ecoheld-verhaal,
waarin een jongere generatie de milieuproblemen oplost die veroorzaakt zijn
door oudere generaties.
De reeks behandelt ondanks de
prehistorische setting dus hedendaagse thema’s. Ze legt ook de link met
volkeren die vandaag de dag nog steeds op een traditionele manier leven, vaak
in onherbergzamere delen van de wereld, zonder modern comfort. Hierdoor sluit
‘Avonturen uit een magisch verleden’ goed aan bij de deep ecology-benadering
van het milieu, die zich afzet tegen ‘het dominante wereldbeeld van
technocratisch-industriële gemeenschappen die de mens zien als geïsoleerd en
fundamenteel verschillend van de rest van de natuur, als superieur aan en meester
over de rest van de schepping’ (Devall en Sessions). Het feit dat Torak, Renn
en Wolf – als de hoofdrolspelers met wie de jonge lezers zich identificeren –
uiteindelijk alle Zieleneters verslaan, suggereert dat Paver haar lezers
inderdaad aanspoort om de kant van de deep ecology te kiezen.
In
hun presentatie van dit verzonnen ecosysteem sluiten de ‘Avonturen uit een
magisch verleden’ goed aan bij Patricia Greiners definitie van ‘ware
ecofictie’, literatuur die ‘de samenhang tussen mensen, activiteiten,
gedachtesystemen, kortom elke vorm van leven toont’. De reeks vraagt een
emotionelere en directere identificatie met de natuurlijke wereld, waarbij we
moeten streven naar een wereldbeeld dat de inherente samenhang tussen alle
levende wezens erkent. Door dit idee van duurzaam samenleven te beklemtonen,
pleit ’Avonturen uit een magisch verleden’ voor een leven zoals Fritjof Capra
dat voorstaat, waarin mensen ‘in een voordurende interactie [staan] met andere
levende systemen, zowel menselijke als niet-menselijke’. Het is een kwestie van
harmonieus samenleven of elkaar vernietigen.
Bronnen
Michelle Paver:
Torak en Wolf. The house of books, 2005
Torak, de zielzwerver. The house of books, 2005
Avonturen
in het Hoge Noorden. The house of books, 2006
Verstoten. The house
of books, 2007
De verbroken eed. The house of books, 2008 <br
/> De geestenjager. The house of books, 2009
Bookchin, Murray. The Ecology of
Freedom: The Emergence and Dissolution of Hierarchy. Chesire, 1982.
Capra, Fritjof. The Hidden Connections: A Science for Sustainable Living.
Anchor, 2004.
Devall, Bill en George Sessions. Deep Ecology. Gibbs
Smith, 1985.
Greiner, Patricia. ‘Radical Environmentalism in Recent
Literature Concerning the American West.’ Rendezvous 1983 (19.1). <br
/>
Anthony Pavlik
(Londen, 1960) doctoreerde aan de universiteit van Newcastle en doceert
momenteel aan de universiteit van Luleå in Zweden. Hij is lid van het
redactieteam van het tijdschrift Children’s Literature in Education. Zijn
onderzoeksinteresses gaan vooral uit naar jeugdliteratuur en ecocriticism,
dierenstudies en het gebruik van literatuur in taalonderwijs, onderwerpen
waarover hij gepubliceerd heeft in onder meer Bookbird en International
Research in Children’s Literature.
Oorspronkelijk verschenen in De Leeswelp 2014
deze pagina printen of opslaan