12+ - Iedereen die zo nu en dan tijd doorbrengt met jonge kinderen, weet dat de stroom aan waaromvragen eindeloos kan zijn. In de puberteit monden die vragen al gauw uit in protest. Kinderen leren nadenken op een gestructureerde en constructieve manier, is dus een zinvol project. Wie de richting van de filosofie inslaat, zal hen daarbij onvermijdelijk in contact brengen met de grote vragen des levens en de denkers die zich daar in de loop der eeuwen over hebben gebogen. Alleen, hoe maak je jonge mensen nieuwsgierig naar filosofische kwesties?
Reynier Molenaar kiest in Het dikke denkboek voor kinderen vanaf twaalf jaar voor de klassieke aanpak. Hij presenteert in vijftien hoofdstukken evenzoveel thema’s en filosofen, in chronologische volgorde. Hij voorziet zijn tekst van voorbeelden, quizvragen en grapjes. Ruim 350 pagina’s presenteren filosofen in de ik-vorm. Hun levensloop wordt geschetst met af en toe een anekdote om de link te leggen naar vandaag. Op elke bladzijde is er minstens één cartoon of visueel element te zien. Leuk, maar weinig diepgravend. Dat is lastig voor lezers met honger naar kennis en voor wie van de weetjes-structuur houdt, is deze turf dan weer te volumineus. Ook stilistisch overtuigt dit boek niet. Of het vertelde nu van de hedendaagse Laura en Jesse komt, van Socrates of Kant, of van de verteller, het vrolijke toontje blijft steeds hetzelfde.
Moet filosofie altijd in een historisch overzicht worden gegoten? Als we kinderen warm willen maken voor filosofie, dan is dat misschien helemaal niet nodig. Chronologisch haken ze misschien wel af bij Kant, terwijl er nog zo veel interessante filosofen volgen. Het is dan ook erg prettig als een auteur breekt met de chronologische traditie om jongeren mee te krijgen in het verhaal. Een erg leuk boek voor kinderen jonger dan twaalf is Lieve Stine, weet jij het? van Stine Jensen, met tekeningen van Sverre Fredriksen. De aantrekkelijke vormgeving springt meteen in het oog. In de kartoncover is een een brievenbus uitgesneden waardoor je een grote stapel brieven ziet die bij het personage Stine op de vloer liggen. Allemaal brieven van kinderen met vragen die hen bezighouden, zo blijkt. Twintig van die brieven worden in het boek afgedrukt en Stine schrijft bij elke brief een antwoord. Ze haalt er altijd wel een filosoof en zijn ideeën bij, al is het maar in een voetnoot. Stine neemt het kind aan wie ze een antwoord schrijft, mee in een aantal denkstappen die goed aansluiten bij zijn leefwereld. Moet je altijd doen wat je ouders zeggen? Mag je wraak nemen? Waarom ben je bang voor de dood? Veel hedendaagse voorbeelden en een minimum aan filosofiegeschiedenis, dat is de sterkte, maar meteen ook de zwakte van dit boek. Het nodigt kinderen uit om verder te gaan met vragen stellen en denken, maar het blijft wel erg aan de oppervlakte. Een aantrekkelijke, maar wat vrijblijvende start.
Een fijne kennismaking met filosofie krijgen kinderen vanaf twaalf jaar in het boek Grote gedachten van Janny van der Molen. Het is een ‘verhalenboek’, dat vertrekt van een klassituatie, een leraar filosofie en een handvol leerlingen. De leerlingen treden om beurt op als hij-verteller, worstelen met hun eigen leven en krijgen soms een steuntje in de rug aan de hand van de filosofielessen en de gedachten die ze daar aangereikt krijgen. Dit is een goed geschreven, aantrekkelijk en doordacht boek. Sommige van de gesprekken gaan best diep en de (visueel ook duidelijk afgebakende) thema’s zijn niet de minste, maar het wordt geen moment een saai historisch overzicht of een theoretisch discours. Dat op zich is al een verdienste, en rekening houdend met het feit dat er heel veel uitgelegd wordt door een leraar, is dat zelfs opmerkelijk te noemen. Veel is te danken aan Van der Molens fijne manier van vertellen en de originele lespraktijken van haar meneer Swart. Met een paar rake zinnen schetst ze een tijdsbeeld, introduceert ze een figuur die worstelt met ideeën, met zijn omgeving en de praktijken van zijn tijd. Ze weet alles geloofwaardig en vooral invoelbaar neer te zetten. De lessen zijn hoofdzakelijk thematisch opgebouwd (idee en materie, man en vrouw, goed en kwaad, leven en dood…), wat ervoor zorgt dat we geen twintig eeuwen ver moeten zijn in onze lectuur voor bijvoorbeeld vragen over persoonlijke vrijheid, democratie en vrouwenemancipatie aan bod komen. Van der Molen laat ook filosofen die op het eerste gezicht niets met elkaar te maken hebben en in tijd een paar eeuwen van elkaar verwijderd zijn, thematisch op elkaar aansluiten. Dat zorgt voor een kleurrijk en historisch gelaagd beeld van de mens die doorheen de eeuwen blijft nadenken en regelmatig op bepaalde thema’s terugkomt. Deze aanpak laat niet toe om echt in te gaan op het werk van elke filosoof, maar dat hoeft ook niet: de interesse van de lezer voor filosofie is gewekt, het blijkt aangenaam, zinvol en bovendien ook nog eens relevant voor het leven van nu. Minpuntje is het feit dat de perspectiefkeuze niet altijd consistent is. Er zijn te veel personages in wier hoofd en gedachten we tegelijk mogen meekijken, wat niet strookt met het opzet om per hoofdstuk/thema het gezichtspunt van één jongere te gebruiken. Maar een aanrader is het hoe dan ook.
Reynier Molenaar, Sieger Zuidersma (ill.), Norma Montulet (red.), Fabien Van der Ham (red.), Het dikke denkboek, Blop Hilversum, 2014, 368 p., ill. € 16,95. ISBN 9789081812122. Distributie: Blop
Oorspronkelijk verschenen in de Leeswelp 2014
deze pagina printen of opslaan