Maurice Sendak is op 8.05.2012 op 83-jarige
leeftijd overleden. Hij illustreerde meer dan vijfenzeventig prentenboeken en
is van een twintigtal prentenboeken zowel schrijver als illustrator. Zijn
recentste boek, Bumble-Ardy, verscheen vorig jaar. Het spreekt voor zich
dat over een dubbeltalent met dergelijk uitgebreid oeuvre talloze interessante
zaken te vertellen zijn. In dit artikel kies ik als vertrekpunt een aspect dat
bij het lezen van Sendaks werk meteen opvalt: de eerlijkheid waarmee de
schrijver-tekenaar het kind portretteert en aanspreekt. Zonder het kind te
betuttelen, slaagt hij erin om het op een waardevolle en werkelijke manier uit
te beelden, en zo de geheime uithoeken van de kindertijd te onderzoeken, ook
als die uithoeken een wat donkerdere ondertoon vereisen:
If there’s anything I’m proud of
in my work — it’s not that I draw better; there’s so many better graphic
artists than me — or that I write better, no. It’s — and I’m not saying I know
the truth [...] — a kind of fierce honesty, to not let the kid down, to not let
the kid get punished, to not suffer the child to be dealt with in a boring,
simpering, crushing-of-the-spirit kind of way.
Maurice Sendak werd in 1928
geboren in Brooklyn, New York. Hij was de jongste van drie kinderen. Zijn
Pools-Joodse familie emigreerde nog voor de Eerste Wereldoorlog vanuit Polen
naar Amerika. Sendaks vader stond bekend als een wonderbaarlijk
verhalenverteller en dit heeft bijgedragen tot Maurice’s levenslange
appreciatie voor boeken. Terwijl hij nog op de middelbare school zat, werd hij
illustrator voor All-American Comics. Nadat hij Ursula Nordstrom
ontmoette, uitgeefster bij Harper and Brothers, begon hij met het illustreren
van prentenboeken.
In 1963 kwam Where the Wild Things Are (Max en de Maximonsters) op de markt. Het verhaal gaat over Max, een
kleine jongen die — verkleed als wolf — de hond achternazit, door het huis rent
en tegen zijn moeder roept dat hij haar zal opeten. Zijn moeder noemt hem een
‘wild thing’ en stuurt hem zonder eten naar bed. Eens op zijn kamer fantaseert
Max dat hij naar het land van de wilde dingen vaart. Stilaan groeit er een bos
in zijn kamer. Met een boot zeilt Max weg naar waar de wilde dingen wonen. Deze
angstaanjagende wilde dingen brullen en knarsen en rollen met hun vreselijke
ogen, maar Max brult: ‘Koppen dicht!’ Hij temt ze allemaal en ze besluiten dat
Max van alle wilde dingen de wildste is. Hij wordt tot koning van de wilde
dingen gekroond en ze vieren feest. Wanneer het feest afgelopen is, voelt Max
zich eenzaam en wil hij naar huis. Hij stapt in zijn boot en als hij terug in
zijn eigen kamer is, vindt hij zijn avondeten. Het is nog warm.
Met de publicatie van
Where the Wild Things Are kon Sendak zowel op bevestiging als op
controverse rekenen. Er ontwikkelden zich twee stromingen: de enen zijn van
mening dat Sendaks verhalen en illustraties te donker en verstorend zijn voor
kinderen, de anderen zijn er van overtuigd dat hij door zijn werk als een
pionier kan worden beschouwd, die op een volledig nieuwe manier voor en over
kinderen schrijft en illustreert. Om na te gaan wat Sendaks karakteristieke en
vernieuwende kentrek is als prentenboekenmaker, is het interessant om stil te
staan bij de boeken die hij zelf erg wist te appreciëren. In Questions to an
Artist Who is Also an Author (Haviland, 1972) vertelt hij dat Henry James
een van zijn favoriete schrijvers is. Dit vanwege de ongelofelijke kracht
waarmee James in staat is zichzelf in de positie van jonge kinderen te plaatsen
en vanuit dit perspectief naar de wereld van volwassenen te kijken. James was
zich bewust van de pijn en moeilijkheden die gepaard gaan met het kind zijn.
Ook William Blake rekent Sendak om gelijkaardige redenen tot zijn favorieten.
Volgens hem vertellen The Songs of Innocence en The Songs of
Experience je alles over wat het is om een kind te zijn. Hij concludeert
met te zeggen dat zijn favoriete schrijvers nooit boeken specifiek voor
kinderen schreven. Sendak gelooft dan ook niet in het bewust schrijven voor
kinderen.
De innerlijke en eerlijke
zoektocht die Sendak voert in zijn boeken was mogelijk doordat onder andere Dr.
Seuss de weg daarvoor reeds gedeeltelijk had vrijgemaakt. Zo vertelt De kat
met de hoed (The Cat in the Hat, 1937) het verhaal van een kat die
een vrolijke en overdreven vorm van chaos teweegbrengt in een huishouden waar
twee jonge kinderen op een regenachtige dag door hun moeder onbewaakt worden
achtergelaten. De kat voert allerlei balanceertrucs uit om de kinderen te amuseren,
met een rommelig huis tot resultaat. Na verloop van tijd grijpen de jongen en
het meisje als voorbeeldige kinderen in. Ze vangen de kat en brengen haar onder
controle. Om het goed te maken ruimt de kat het huis op en verdwijnt een
seconde voor de moeder thuiskomt. Zij vraagt wat de kinderen gedaan hebben
terwijl ze weg was, maar het antwoord wordt niet getoond. Het verhaal eindigt
met de vraag wat de lezer zou antwoorden. Op het eerste gezicht lijkt Dr. Seuss
hier eenzelfde eerlijkheid tegenover en respect voor het kind aan de dag te
leggen Als Sendak, maar er is nog een groot verschil. Bij Dr. Seuss zijn de
jongen en het meisje onschuldige omstanders die hulpeloos toekijken terwijl hun
alter ego’s het huis op zijn kop zetten. Max daarentegen is zijn eigen woede,
hij is een ‘wild ding’. Sendak schrikt er niet voor terug om binnen te
dringen in de diepste en donkerste emoties van het kind-zijn, zonder deze
emoties te verschuiven naar alter ego’s of symbolen. Hij portretteert Max als
een doodgewoon kind met doodgewone gevoelens.
Sendaks carrière werd vaak afgedaan als die van een
paniekzaaier. De monsters uit Where the Wild Things Are werden in eerste
instantie als te eng beschouwd. Het afbeelden van een moeder die zich van haar
taak als ouder ontdoet door haar kind zonder eten naar bed te sturen, was
ongehoord. Ook Max’ brutaliteit en grote mond vonden velen ongepast in een
prentenboek. In In The Night Kitchen (1970) werd de naaktheid van Mickey
niet aanvaard en de ontvoering van een baby in Outside Over There (1981)
vond men te angstaanjagend. Bibliothecarissen meenden dat de boeken niet
mochten worden achtergelaten waar een gevoelig kind ze kon vinden. Al te vaak
bleek echter dat niet de kinderen zich bedreigd voelden door de monsters, de naaktheid
van Mickey of de ontvoering, maar de ouders, die zich hun kindertijd niet
lijken te herinneren en pretenderen dat het al spel, onschuld en vreugde was.
Sendak slaagt er echter in om het landschap van de échte kindertijd te betreden
en zowel het licht als de schaduwen van deze periode in beeld te brengen.
Het is
moeilijk om ons vandaag de ongerustheid van volwassenen bij het verschijnen van
Where the Wild Things Are voor te stellen. Het verwondert dat een nu zo
geliefd prentenboek toen zo veel stof deed opwaaien. Een plausibele verklaring
is dat in de tijd dat het boek voor het eerst verscheen, kinderlijke
hoofdpersonages veel minder gebruikelijk waren dan hoofdpersonages in de vorm
van dieren of mechanische objecten. Als kinderen dan toch hun opwachting
maakten als hoofdpersonages in de kinderliteratuur, bestond er geen twijfel
over dat dit zou gebeuren in een veilige, affectievolle en familiale context
(Egoff, 1981). Het feit dat Max een ondeugend kind was in plaats van een aap of
een eend, vormde al een subtiele breuk met de heersende orde. Bovendien was het
in die tijd belangrijk dat kinderen beschermd werden. Schrijvers en
illustratoren, hoe verschillend hun thema’s of stijl ook was, waren het
hierover unaniem eens. Fictieve portretten van de kindertijd vertellen ons dan
ook minder over de natuur en het gedrag van kinderen dan over de beelden en
waarden die hen door volwassen worden opgelegd. Where the Wild Things Are
portretteert kinderlijke angsten, agressies, straffen en gooit daarmee een
honderden jaren oude consensus overboord dat weerloze en onschuldige kinderen
bescherming nodig hebben en dat kinderboeken een gezellige wereld vol affectie
en familiaal comfort moeten afbeelden.
Toen Sendak in 1964 de Caldecott
Medal ontving voor Where the Wild Things Are, had hij het in zijn speech
over het vreselijke karakter van de kindertijd, waarin een kind kwetsbaar is
voor angst, boosheid, haat, frustratie: allemaal emoties die een groot deel van
hun dagelijkse leven behelzen en die zij als gevaarlijke en onbeheersbare
krachten beschouwen. Sendak is van mening dat kinderen fantasie gebruiken om
deze krachten te overmeesteren en zo tot een soort loutering of catharsis te
komen. Hij suggereert dat het in aanraking komen met kinderboeken een poort
biedt tot enge, maar uiteindelijk ook reddende of kwijtscheldende fantasieën en
dromen. In deze fantasieën kunnen negatieve emoties worden aangepakt en
geneutraliseerd. Maar al te vaak gaan ouders ervan uit dat de kindertijd een
lange, ononderbroken en blije idylle is en dat, als we onze kinderen afschermen
van gecompliceerde gevoelens, ze gezond, wijs en juist zullen opgroeien.
Deze bescherming is echter een wens van volwassenen en niet meer dan een
fantasie. De donkere, psychologische kant van Sendaks verhalen is vergelijkbaar
met die van de klassieke sprookjes. Net als Grimm en Andersen vertrekt Sendak
van het idee dat de kindertijd noodzakelijkerwijs een desoriënterende en
vreemde periode kan zijn. Daarom zoeken kinderen naar uitdagende ervaringen in
boeken, omdat hun angsten veiliger, kleiner en beter beheersbaar zijn op een
blad papier. Literatuur leert hen op die manier om om te gaan met deze
gevoelens en niet ineen te krimpen. Op deze manier kunnen kinderboeken — de
beste kinderboeken — een kind uitdagen en onderrichten op eenzelfde manier als
volwassenenliteratuur dat met volwassenen kan.
Sendaks boeken zijn tijdloos en
leeftijdloos, klassiekers in de ware zin van het woord. Max kan zonder twijfel
aan het rijtje iconen zoals Alice, Babar en Mickey Mouse worden toegevoegd.
Moraliseren of betuttelen sluit eerlijkheid en respect ten opzichte van het
kind uit. Het berooft kinderen van de cruciale middelen om te leren omgaan met
hun innerlijke wilde beest. Respect en eerlijkheid zijn nodig om het kind in
staat te stellen om te leren gaan met doodgewone emoties die vanuit kinderperspectief
niettemin behoorlijk angstaanjagend kunnen zijn.
In de vijftig jaar na de publicatie van Where the Wild
Things Are heeft de kinderliteratuur veel veranderingen gekend. Sommige
boeken hanteren vandaag de dag een veel radicalere, ontnuchterende en
desacraliserende aanpak. Kinderen worden blootgesteld aan sociaal-realistische
en problematische teksten die hen confronteren met allerlei soorten
bedreigingen, angsten en donkerheden. In vergelijking met deze actualiteit
lijken Sendaks boeken nu tamelijk rustig. Een boek waarin woede en agressie
worden uitgesproken door een krachtgevende droomreis wordt anno 2012 beschouwd
als een tamelijk typisch positieve en bevestigende boodschap. Toch definiëren
Sendaks prentenboeken wat Amerika vandaag de dag beschouwt als
kinderliteratuur. Zijn nieuwe boeken zijn hierop geen uitzondering. In Bumble-Ardy
(2011) exploreert hij opnieuw basisangsten uit de kindertijd: ontvoering,
transformatie, opstand en verlating.
Volgens Sendak zijn de huidige kinderboeken veel te veilig.
Ze zijn niet openhartig en verzwijgen grote emoties die een kind doorstaat. Hij
signaleert een zekere passiviteit waarbij illustratoren en schrijvers de
neiging hebben om terug te keren naar de onschuld van de kindertijd, iets waar
hij niet in gelooft. Met zijn boeken probeerde hij altijd buiten de lijntjes te
kleuren en voorbij te gaan aan de regels die stelden dat kinderen altijd veilig
moeten zijn en dat volwassenen de rol van beschermer hebben. Volgens Sendak kun
je kinderen niet beschermen. Hij geeft hen de waarheid en niets dan de
waarheid. Dit doet hij niet om hen angst aan te jagen, maar uit een diep respect
voor kinderen en de moeilijke wereld waarin ze groot moeten worden. Wat van
Sendak een vernieuwer en pionier maakte, was het feit dat hij zonder te
vervallen in moralisering of betutteling het idee van catharsis toepaste op het
prentenboek, hét medium voor kinderen. Hij slaagde er daarenboven in om reeds
heel vroeg en op een heel creatieve, eerlijke en respectvolle manier de
algemene trend van de samenleving die de volgende twee decennia groeide, reeds
vroeg op te merken namelijk: het aanvaarden dat het jonge kind meer rijpt door
het deel te laten uitmaken van de echte en emotionele wereld om hem heen dan
door ervan te worden afgeschermd.
Bronnen
Bates, R.
(2009). Honoring Our Inner Wild Rumpus. http://www.betterlivingthroughbeowulf.com/?p=1409
[geraadpleegd op: 01.05.2012]
Bodt, S. de (2010). Van Poe tot Pooh. Illustreren om je
penselen te kunnen betalen? Zwolle: Uitgeverij d’jonge Hond
Egoff, S.A. (1981). Thursday’s
child: trends and patterns in contemporary children’s literature. Chicago,
Ill.: American Library Association
Fassler, J. (2011). Maurice Sendak’s Long History of
Scaring Kids (and Their Parents).
http://www.theatlantic.com/entertainment/archive/2011/09/maurice-sendaks-long-history-of-scaring-kids-and-their-parents/245339/
[geraadpleegd op: 02.05.2012]
Flood, A. (2011). Children’s
books today aren’t wild enough, says Maurice Sendak. http://www.guardian.co.uk/books/2011/sep/19/childrens-books-not-wild-maurice-sendak
[geraadpleegd op: 02.05.2012]
Haviland, V. (1972). Questions to an Artist Who is Also an Author – A
Conversation between Maurice Sendak and Virginia Haviland. Based on a
transcript of a discussion held at the Library of Congress, Nov. 16, 1970.
Kennedy, E. (n.a.). The Artistry and Influence
of Maurice sendak. http://childrensbooks.about.com/cs/authorsillustrato/a/sendakartistry.htm
[geraadpleegd op: 01.05.2012]
Loewenstein,
E.A. (2012). Maurice Sendak’s trilogy: mastering early trauma and the fear
of breakdown through creativity. http://www.sf-cp.org/2011-2012/psychoanalytic-grand-rounds-at-stanford-01-25-2012.html
[geraadpleegd op: 02.05.2012]
Paul,
P. (2011). The Children’s Authors Who Broke The Rules.
http://www.nytimes.com/2011/09/18/books/review/the-childrens-authors-who-broke-the-rules.html?pagewanted=all
[geraadpleegd op: 02.05.2012]
Poole,
L.M. (1996). Maurice Sendak and the Art of Children’s Book Illustration.
Crescent Moon Publishing.
Tatar, M. (1992). Off With
Their Heads! Fairy Tales And The Culture of Childhood. Princeton University
Press.
Dit
artikel is een bewerking van Charlotte Peys’ onderzoek naar het werk van
Maurice Sendak. Het kwam tot stand onder leiding van Prof. dr. Saskia de Bodt
als gastprofessor aan de KASK.
Oorspronkelijk
verschenen in De Leeswelp 2012
deze pagina printen of opslaan